Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Dordrecht 200411 gedaagde heeft een punt daar waar het kosten van 4 opeenvolgende belangenbehartigers betreft;

Rb Dordrecht 200411 gedaagde heeft een punt daar waar het kosten van 4 opeenvolgende belangenbehartigers betreft;
5.14.  Ter zake van buitengerechtelijke incassokosten heeft [eiser] een bedrag van € 16.595 gevorderd plus een post ‘p.m.’ in verband met toekomstschade. Ter onderbouwing heeft [eiser] facturen overgelegd van mr. Kooij, mr. Colombijn-Broersma, mr. Smit en mr. Eskes. London voert hiertegen aan dat deze post niet voldoet aan de dubbele redelijkheidstoets van art. 6:96 BW. Er zijn onder meer dubbele kosten gedeclareerd omdat het een aantal belangenbehartigers betreft. Voorts betreft een factuur van mr. Eskes zijn werkzaamheden i.v.m. een klachtprocedure van [eiser] bij de KiFid, zodat dit geen kosten betreffen als bedoeld in artikel 6:96 BW, terwijl de andere factuur ‘van kleur is verschoten’ en kosten betreffen ter voorbereiding van deze zaak, aldus nog steeds London.

5.14.1.  Het verweer van London ter zake van de facturen van mr. Eskes slaagt, nu uit de specificatie verrichtingen van de eerste factuur ad € 1.466,21 volgt dat die factuur ziet op de zaak bij KiFid alsmede op de strafzaak tegen [eiser]. Voorts moet worden aangenomen, gelet op de specificatie bij de tweede factuur van mr. Eskes ad € 1.166,99, dat deze factuur ziet op de voorbereidende werkzaamheden voor de onderhavige zaak.
Ten aanzien van de overige overgelegde facturen ad in totaal € 13.961,80 heeft London een punt wanneer zij stelt dat het achtereenvolgens inschakelen van vier verschillende belangenbehartigers (Kooy, Colombijn, Smit en Eskes) met zich brengt dat er bepaalde kosten dubbel zijn gemaakt en dat die kosten in redelijkheid niet op London kunnen worden verhaald. In dat licht zal de omvang van buitengerechtelijke kosten worden geschat op € 10.000. Dat er nog enige toekomstschade zal zijn, is gesteld noch gebleken.  LJN BQ2167