Overslaan en naar de inhoud gaan

RBGEL 151021 vordering tzv afgifte gespreksopname melding bij Meldkamer Ambulancezorg; belang in de zin van artikel 7:458a

RBGEL 151021 vordering tzv afgifte gespreksopname melding bij Meldkamer Ambulancezorg; belang in de zin van artikel 7:458a

2
De feiten

2.1.
De dochter van partij [gezamenlijke eisers] , [dochter eiser] [gezamenlijke eisers] (hierna: [dochter eiser] ), geboren op 15 november 1992, is op 27 februari 2019 in het ziekenhuis te Nijmegen overleden. Zij had in de ochtend van 27 februari 2019 ernstige ademhalingsproblemen. Haar vader heeft in verband daarmee gebeld met de Meldkamer Ambulancezorg Gelderland-Zuid. In dat gesprek heeft de centralist in kwestie ook met [dochter eiser] gesproken. Betreffende telefoongesprek is op een geluidsband opgenomen. Partij [gezamenlijke eisers] heeft op 6 maart 2020 de gespreksopname beluisterd.

2.2.
De gemachtigde van partij [gezamenlijke eisers] heeft de Veiligheidsregio op 3 december 2020 verzocht om afgifte van een kopie van de geluidsopname. Dat verzoek heeft de Veiligheidsregio bij brief van 15 december 2020 afgewezen om daarin genoemde redenen.

2.3.
De huisarts van partij [gezamenlijke eisers] en [dochter eiser] heeft op 2 maart 2021 het volgende schriftelijk verklaard:

Mevrouw [gezamenlijke eisers] (25-06-62) was volledig op de hoogte van de medische situatie van haar overleden dochter [dochter eiser] . [dochter eiser] werd door haar ouders volledig thuis verzorgd.

3
De vordering en het verweer

3.1.
Partij [gezamenlijke eisers] vordert afgifte van een kopie van de geluidsopname met daarop uitsluitend de stem van hun dochter [dochter eiser] , met veroordeling in de kosten van deze procedure.

3.2.
Zij baseert zich daarbij op het volgende.

Het beroep van de Veiligheidsregio op het medisch beroepsgeheim gaat niet op, omdat geen sprake is van geheime informatie en omdat slechts afgifte wordt verzocht van de stemopname van [dochter eiser] . Voor het geval wel aangenomen wordt dat er sprake is van een medisch beroepsgeheim geldt dat er valide gronden zijn om het medisch beroepsgeheim te doorbreken. De restricties van het medisch beroepsgeheim zijn niet van toepassing, omdat niet verzocht wordt om inzage dan wel verstrekking van medische gegevens.

Er is sprake van veronderstelde toestemming. Als ouders zijn zij immers van kinds af aan tot aan het overlijden van [dochter eiser] zeer nauw betrokken geweest bij haar medische behandeling.

Zij beroepen zich verder op de in de WGBO opgenomen grond van een zwaarwegend belang. Hoewel de wetgever bij de invoering van artikel 7:458a BW duidelijk heeft aangegeven dat enkel een emotioneel belang geen zwaarwegend belang is voor inzage in het medisch dossier van een overledene, is het alleszins redelijk en billijk daarop in deze zaak een uitzondering te maken. Dat kan ook, omdat de door de wetgever in de wet opgenomen gronden niet limitatief zijn.

3.3.
De Veiligheidsregio voert verweer. Daarop wordt hierna, voor zover van belang, nader teruggekomen.

4
De beoordeling

Bevoegdheid

4.1.
De gevorderde afgifte van een kopie van de geluidsopname met daarop uitsluitend de stem van [dochter eiser] betreft een vordering van onbepaalde waarde. Vorderingen van onbepaalde waarde worden in beginsel niet behandeld en beslist door de kantonrechter. Partijen kunnen echter op grond van artikel 96 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zich samen tot de kantonrechter wenden en zijn beslissing inroepen. Partijen hebben ter mondelinge behandeling verklaard dat zij onderhavig geschil ter beslissing aan de kantonrechter willen voorleggen. De kantonrechter is gelet daarop bevoegd om van de vordering kennis te nemen.

Medisch beroepsgeheim

4.2.
Partij [gezamenlijke eisers] vordert een kopie van de stem van [dochter eiser] op de geluidsopname van het tussen [dochter eiser] en de dienstdoende centralist gevoerde telefoongesprek op 27 februari 2019 in het kader van de melding van de vader van [dochter eiser] bij de Meldkamer Ambulancezorg.
Het betreffende geluidsfragment heeft volgens partij [gezamenlijke eisers] geen betrekking op het medisch beroepsgeheim, omdat zij de geluidsopname al een keer heeft beluisterd en er dus geen sprake is van geheime informatie, en verder omdat haar verzoek slechts betrekking heeft op de stemopname van [dochter eiser] . De Veiligheidsregio stelt daar tegenover, dat de 1-1-2 melding en het gesprek tussen [dochter eiser] en de centralist-verpleegkundige vallen onder de geheimhoudingsplicht, waarvoor zij verwijst naar HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1205,NJ2018/92.

4.3.
De werkzaamheden die een op grond van de Wet BIG geregistreerde verpleegkundige-centralist verricht bij de meldkamer hebben betrekking op individuele gezondheidszorg. Uit hoofde daarvan geldt op grond van artikel 88 Wet BIG een verplichting tot geheimhouding van al hetgeen dat bij de beroepsuitoefening ter kennis komt. Daaronder dient ook de gespreksbijdrage van [dochter eiser] verstaan te worden. Dat partij [gezamenlijke eisers] het geluidsfragment al een keer gehoord heeft, doet daar verder niet aan af.

Het geluidsfragment, ook al heeft het slechts betrekking op de stemopname van [dochter eiser] , valt dan ook onder het medisch beroepsgeheim.

Veronderstelde toestemming

4.4.
Volgens partij [gezamenlijke eisers] is er in onderhavige zaak sprake van veronderstelde toestemming, in die zin dat verondersteld kan worden dat [dochter eiser] bij leven toestemming zou hebben gegeven voor verstrekking van de gevorderde stemopname. Deze doorbrekingsgrond, die in de jurisprudentie is ontwikkeld, is echter ingehaald door nieuwe wetgeving, meer specifiek artikel 7:458a BW, dat per 1 januari 2020 in de plaats van niet eenduidige jurisprudentie op dit punt in werking is getreden. Een beroep van partij [gezamenlijke eisers] op veronderstelde toestemming bij wijze van zelfstandige doorbrekingsgrond slaagt daarom niet.

Zwaarwegend belang

4.5.
Partij [gezamenlijke eisers] voert verder aan dat zij een zwaarwegend belang heeft. Daarbij tekent zij aan dat de wetgever bij de invoering van artikel 7:458a BW weliswaar duidelijk heeft aangegeven dat enkel een emotioneel belang geen zwaarwegend belang is voor inzage in het medisch dossier van een overledene, maar dat daarop een uitzondering gezien de bijzondere omstandigheden van deze zaak redelijk en billijk is. Dit is volgens haar ook mogelijk, omdat de in de wet opgenomen gronden niet limitatief zijn. De Veiligheidsregio stelt daar tegenover, dat een emotioneel belang geen zwaarwegend belang is, en dat de opsomming in artikel 7:458a BW, hoewel dat er niet in staat, toch limitatief van aard is.

4.6.
De vraag of de opsomming in artikel 7:458a BW al dan niet limitatief is, kan buiten beschouwing blijven omdat partij [gezamenlijke eisers] geen ander belang aanvoert dan een zwaarwegend belang waarin het betreffende wetsartikel voorziet. Voor zover partij [gezamenlijke eisers] aanvoert dat zij een emotioneel belang heeft bij verstrekking van de geluidsopname is dat op zich genomen onvoldoende om een zwaarwegend belang aan te nemen. Uit de Kamerstukken blijkt immers, dat het kabinet aansluit bij de lijn in de jurisprudentie, dat een emotioneel belang geen zwaarwegend belang is voor inzage in het medisch dossier van een overleden patiënt. Partij [gezamenlijke eisers] doet daarnaast een beroep op de specifieke omstandigheden van deze zaak, waarin wat haar betreft een zwaarwegend belang is gelegen. Zoals ook in de Kamerstukken vermeld is niet op voorhand te voorzien welke zwaarwegende redenen in aanmerking komen voor inzage. De beoordeling of aangedragen zwaarwegende belangen een grond vormen voor inzage is in deze voorgelegde zaak aan de kantonrechter. Het gaat om afgifte van de stemopname van de gehandicapte dochter van partij [gezamenlijke eisers] , die bij haar ouders woonde en voor wie de ouders altijd gezorgd hebben, hetgeen wordt ondersteund door de schriftelijke verklaring van de huisarts. De vader van [dochter eiser] heeft de meldkamer gebeld. De verpleegkundige-centralist heeft in het kader van deze melding vervolgens met [dochter eiser] gesproken. De ouders hebben onweersproken gesteld dat zij dat gesprek hebben meebeluisterd. [dochter eiser] is vervolgens per ambulance naar het ziekenhuis gebracht en daar onverwachts overleden. Mevrouw [medisch adviseur] werkzaam bij de Veiligheidsregio als medisch adviseur en nazorg, heeft het uit menselijk oogpunt en in de hoop dat het zou helpen bij de verwerking in het kader van de nazorg van belang geacht partij [gezamenlijke eisers] het geluidsfragment op 6 maart 2020 te laten horen. In deze specifieke gegeven omstandigheden dient het belang op goede nazorg aangemerkt te worden als een zwaarwegend belang in de zin van artikel 7:458a lid 1 onder c BW. Daarbij speelt een rol dat ook in de Kamerstukken het belang van goede nazorg door een hulpverlener wordt benadrukt. Daarover is opgemerkt dat de hulpverlener een nabestaande kan informeren over de omstandigheden waaronder een persoon is komen te overlijden als de toestemming van de overledene hiervoor kan worden aangenomen. De kantonrechter gaat daar in deze zaak vanuit. Ook mevrouw [medisch adviseur] heeft die toestemming kennelijk aangenomen. De moeder van [dochter eiser] heeft dit ter gelegenheid van de mondelinge behandeling onderstreept door de onweersproken stelling dat zij [dochter eiser] bij alle medische aangelegenheden terzijde heeft gestaan en bij alle gesprekken met medisch hulpverleners aanwezig is geweest. De conclusie is dat partij [gezamenlijke eisers] in de gegeven omstandigheden recht heeft op verstrekking van de gevorderde geluidsopname. De kantonrechter beslist daarom als volgt.

4.7.
De Veiligheidsregio wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.

5
De beslissing

De kantonrechter

5.1.
veroordeelt de Veiligheidsregio tot verstrekking aan partij [gezamenlijke eisers] van een kopie van de geluidsopname van de melding bij de Meldkamer Ambulancezorg op 27 februari 2019 met daarop uitsluitend de stem van hun dochter [dochter eiser] ; ECLI:NL:RBGEL:2021:5856