Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Midden-NL 090714 omgevallen torenkraan; BAM heeft onvoldoende aangetoond dat zij nog letselschade kan vorderen; geen toepassing art. 6:185 e.v. BW

Rb Midden-NL 090714 omgevallen torenkraan; vordering BAM tov producent en leverancier kraan, en vorderingen producent in reconventie;
- BAM heeft onvoldoende aangetoond dat zij nog letselschade kan vorderen; geen toepassing art. 6:185 e.v. BW

Productaansprakelijkheid

4.9.
Voor productaansprakelijkheid op de voet van Afdeling 3 van Titel 3 van Boek 6 BW is onder meer vereist dat de schade die ten gevolge van het gestelde gebrek in het product is geleden, bestaat uit schade door dood of lichamelijk letsel dan wel uit schade aan zaken die - kort gezegd - in de privésfeer worden gebruikt (artikel 6:190 BW).

4.10.
In haar conclusie van repliek in conventie heeft BAM over de aard van de geleden schade gesteld dat het omvallen van de kraan heeft geleid tot letselschade, dat deze schade goeddeels door haar verzekeraars aan de slachtoffers is vergoed en dat terzake “mogelijk nog in de schadestaatprocedure [zal] worden gevorderd” (paragraaf 4.9). In reactie hierop heeft Terex bij conclusie van dupliek (paragrafen 3.5 en 4.4) gesteld dat de schade waarvan BAM vergoeding vordert voor zover haar bekend niet uit letselschade bestaat (omdat deze al door de verzekeraar van BAM is vergoed) en evenmin uit schade aan zaken die in de privésfeer worden gebruikt. Deze betwisting is naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd gelet op het feit dat Terex niet over meer wetenschap kan beschikken met betrekking tot de vergoeding die de verzekeraar van BAM aan derden heeft uitgekeerd. Die wetenschap heeft BAM wel dan wel kan zij eenvoudig verkrijgen. Gelet hierop lag het op de weg van BAM om haar stelling dat er nog letselschade was die nog niet door haar verzekeraar was vergoed (en waarin dus nog geen subrogatie door de verzekeraar heeft plaatsgevonden) nader zou onderbouwen. Dit heeft BAM evenwel niet gedaan.

4.11.
Dit leidt tot de conclusie dat BAM haar standpunt dat er sprake is van letselschade waarvan zij in deze procedure of de daaropvolgende schadestaatprocedure vergoeding door Terex kan vorderen, onvoldoende heeft onderbouwd. Dit betekent dat de vorderingen van BAM, voor zover die zijn gegrond op de artikelen 6:185 e.v. BW, niet toewijsbaar zijn.

ECLI:NL:RBMNE:2014:4358