Overslaan en naar de inhoud gaan

Kremer in het Piv-bulletin over het honorarium van de belangenbehartiger

Kremer in het Piv-bulletin
Nog een opengelaten kwestie betreft het honorarium van de belangenbehartiger. “Het uurtarief is behoorlijk hoog,” stelt Theo Kremer. “We hebben de indruk dat de gulden van vijf jaar geleden de euro van nu is. Bedacht moet worden dat verzekeraars dit allemaal – als schadevergoeding – betalen. Uiteindelijk komt het dus ten laste van alle verzekerden. We willen daarom dit jaar onderzoeken welke prijsstijging er in de afgelopen jaren is geweest en die met het gemiddelde prijsstijgingniveau en de uurtarieven van andere vrije beroepen vergelijken. We vinden het in ieder geval al heel opmerkelijk dat de beloning van degene die de patiënt beter moet maken, de dokter, lager is dan de beloning van degene die de schade moet regelen. We willen die tarieven ook internationaal vergelijken. We hebben de indruk dat de Nederlandse belangenbehartigers behoorlijk meer per uur declareren dan hun Duitse en Belgische collega’s. Over dit onderzoek zullen we vrijelijk publiceren, óók als de uitkomsten ons tegenvallen – of meevallen, het is maar hoe je het bekijkt. In ieder geval moet ook daarover transparantie bestaan.” In veel zaken heeft de discussie over de kosten van de belangenbehartiger een vertroebelende werking op de totale schaderegeling. “En dat is jammer,” zegt Theo Kremer. “Daarom ben ik blij dat veel verzekeraars via het PIV met een aantal belangenbehartigers een overeenkomst hebben kunnen sluiten op grond waarvan de buitengerechtelijke kosten in relatie tot de schadevergoeding zijn vast te stellen. We hebben die overeenkomst vorig jaar geëvalueerd, daar is nog wat discussie over, maar we willen er dit jaar mee doorgaan en er bovendien nog veel meer belangenbehartigers bij krijgen. Dat zou ontzettend helpen. Schaderegelaars hoeven zich dan alleen nog maar op de schadevergoeding voor het slachtoffer te focussen.” Kremer trekt op dit punt een parallel met de betalingen aan regresnemers, in casu sociale verzekeraars en zorgverzekeraars. Hij heeft zich in de afgelopen jaren enorm beijverd om daarmee afspraken te maken en convenanten te sluiten, tot aan collectiveringsafspraken toe, dus waarbij de markt één bedrag betaalt, dat vervolgens via marktaandelen wordt verdeeld. “Dat werkt ontzettend goed,” zegt hij. “Onze schadebehandelaars moeten zich alleen maar met het vaststellen van de schade bezighouden en niet met regresdiscussies en ook niet met discussies over de uurtarieven van belangenbehartigers

No cure no pay
In het verlengde van Kremers standpunten over buitengerechtelijke kosten mag een enkele opmerking over de ‘no cure no pay’-discussie niet ontbreken. Hij zegt: “Ik wil niet beweren dat ik er een voorstander van ben, maar ik ben er ook geen tegenstander van. Ik ben benieuwd hoe zo’n pilot die door de Orde van Advocaten is voorgesteld, zou aflopen. Het Ministerie van Justitie, met name destijds Minister Donner, heeft aangevoerd dat het niet ethisch is als de advocaat belang bij het resultaat heeft. Ik denk echter dat een advocaat ook belang kan hebben bij een langdurige schaderegeling wanneer hij op uurbasis wordt betaald en dan dus mogelijk niet uit is op een heel snelle afwikkeling. Zou je er via een gedragscode of bijvoorbeeld een normering op uit zijn de schaderegeling zo kort en efficiënt mogelijk te laten zijn, dan zou de belangenbehartiger die op basis van no cure no pay werkt daar opeens een voordeel bij hebben en de belangenbehartiger die op uurbasis werkt opeens een nadeel. Nu hebben we in ieder geval de indruk dat advocaten en belangenbehartigers er nogal eens een belang bij hebben om zo veel mogelijk uren te maken.”
 (ditmaal eerder online dan op papier!)