Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Haag 300507 vordering buitenlandse verzekeraar, civiel plafond, indemniteitsbeginsel

Rb Den Haag 300507 vordering buitenlandse verzekeraar van uitkering onder buitenlands recht, civiel plafond; indemniteitsbeginsel
1. In deze zaak zoekt het BFF als sociale verzekeraar verhaal voor de schade die zij als gevolg van een verkeersongeval heeft geleden. Zij heeft naar stellen haar verzekerde (X) uitkeringen gedaan en verwacht voor de toekomst nog verdere schade.

2. in voormeld tussenvonnis heeft de rechtbank geoordeeld dat het Bureau de door BFF uitgekeerde schade dient te vergoeden voor zover deze naar Nederlands recht voor vergoeding in aanmerking komt. Zij heeft in dat verband nadere onderbouwing verzocht van de diverse door BFF opgevoerde schadeposten, gevraagd toe te lichten op welke grond een (toekomstige) arbeidsongeschiktheidsrente voor vergoeding in aanmerking komt en waarom BFF meent toekomstige schade terzake van ziektekosten, vroegpensioen en reïntegratie te kunnen vorderen nu een medische eindtoestand is bereikt en integratie heeft plaats gevonden. Ook diende BFF de door haar gevorderde buitengerechtelijke incassokosten nader te specificeren en de betaling daarvan te bewijzen.

3. Ter voldoening aan een en ander heeft BFF bij de hiervoor gememoreerde akte uitlating nadere gegevens verstrekt. Deze gegevens zijn, het Bureau wijst daar terecht op, echter niet genoegzaam om de ingestelde vordering geheel of gedeeltelijk te kunnen toewijzen. In de eerste plaats laat BFF na aan te geven dat en in hoeverre haar vorderingen vallen binnen het civiele plafond. Dit plafond speelt in casu een rol nu naar het toepasselijke Nederlandse recht een sociale verzekeringsinstantie als BFF geen hogere vordering mag instellen dan haar verzekerde, de verstrekte uitkeringen weggedacht, had kunnen doen. BFF laat na aan te geven waarom dat civiele plafond voor haar niet zou gelden. De enkele verwijzing naar het gestelde in een noot onder een arrest van de Hoge Raad is daartoe onvoldoende. Hoewel BFF op zich kan worden toegegeven dat het wringt dat zij uitkeringen die zij krachtens het voor haar toepasselijke Duitse regime aan haar verzekerde heeft moeten voldoen niet op de veroorzaker van het ongeval c.q. diens verzekeraar kan verhalen, zou doorbreking van het indemniteitsbeginsel in deze ten nadele strekken van de veroorzaker/diens verzekeraar die alsdan niet alleen heeft in te staan voor door het slachtoffer geleden schade doch ook de gevolgen van buitenlandse wetgeving dient te dragen. Piv-site