Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Amsterdam 181212 whiplash; deskundigenkosten; rapport niet behulpzaam geweest bij berekening schade, niet vergoed

Hof Amsterdam 181212 whiplash; Hof beperkt looptijd VAV tot 1 jaar wegens pre-existente klachten;
- deskundigenkosten; rapport niet behulpzaam geweest bij berekening schade, niet vergoed

Hoger beroep van rb-amsterdam-160311-causaliteitsonzekerheid-mbt-psychische-decompensatie-dient-niet-geheel-en-onverkort-in-het-nadeel-van-betrokkene-te-werken

3.13 Deskundigenkosten tot en met 2007

3.13.1 Grief X van [benadeelde] is gericht tegen de overweging van de rechtbank dat deze kosten, betreffende € 7.524,07 (advocatenkantoor Eisenmann) en € 7.710,61 (Groot Expertise), als onvoldoende onderbouwd, worden afgewezen. 

3.13.2 [benadeelde] heeft zijn vordering met betrekking tot de nota van advocatenkantoor Eisenmann in hoger beroep verminderd tot een bedrag van 6 5.664,40 {17 uur tegen een uurtarief van € 180,=, vermenigvuldigd met 1,19). Deze resterende kosten hebben, aldus [benadeelde], betrekking op de buitengerechtelijke werkzaamheden die vooraf zijn gegaan aan het door mr. Eisenmann gevoerde kort geding. Groot Expertise heeft zeer uitvoerig gerapporteerd en zich bijzonder ingespannen om tot een deugdelijke onderbouwing van de schade te komen. Beide posten – maar in ieder geval de post Groot Expertise – dienen volgens [benadeelde] te worden vergoed.

3.13.3 Het hof overweegt als volgt. [benadeelde] heeft in hoger beroep een urenstaat van mr. Eisenmann in het geding gebracht.Daaruit blijkt dat het gaat om werkzaamheden in de periode van 1 maart 200 6 tot en met 7 augustus 2006. [benadeelde] heeft zijn vordering verminderd met de kosten verbonden aan de werkzaamheden die vanaf 17 juli 2006 zijn verricht. De omschrijving van de werkzaamheden op 17 en 18 juli 2006 betreft: *redigeren en aanpassen concept kortgeding dagvaarding'. Het hof is van oordeel dat ook werkzaamheden die zijn verricht in de periode voorafgaand aan het feitelijk redigeren van de dagvaarding moeten worden toegeschreven aan het voorbereiden van het kort geding en legt daarbij de grens in redelijkheid bij de werkzaamheden die zijn verricht vanaf 1 juli 2006. De kosten verbonden aan de werkzaamheden die in de periode vóór 1 juli 2006 zijn verricht dienen naar het oordeel van het hof te worden aangemerkt als redelijke en in redelijkheid gemaakte buitengerechtelijke kosten. HetgeenLondon c.s. hebben aangevoerd kan niet tot een ander oordeel leiden. Dat betekent dat de 95 minuten die tussen 1 juli 200 6 en 17 juli 2006 zijn gedeclareerd niet voor vergoeding in aanmerking komen. Toewijsbaar zijn derhalve de kosten verbonden aan de tot 1 juli 2006 verrichte werkzaamheden, betreffende 15 uur en 25 minuten tegen een – niet bestreden – uurtarief van € 180,=, vermenigvuldigd met 1,19, zijnde een bedrag van in totaal € 3.302,25.

3.13.3 Zoals hiervoor herhaaldelijk is overwogen is het rapport van Groot Expertise uitsluitend gebaseerd op informatie van [benadeelde]. Het rapport is niet behulpzaam geweest bij de berekening van de schade in eerste aanleg of in hoger beroep. Zo is het toe te wijzen bedrag ter zake van het verlies aan verdienvermogen gebaseerd op de jaarrekeningen 2003 tot en met 2005. Daarvoor was rapportage door Groot Expertise niet nodig. Dat geldt ook voor de overige (deels hierna nog te bespreken) schadeposten. [benadeelde] heeft in hoger beroep niets aangevoerd dat tot een ander oordeel moet leiden. Dit betekent dat de kosten die zijn gemoeid met de totstandkoming van het rapport van Groot Expertise niet voor vergoeding in aanmerking komen.

3.13.4 De grief slaagt dus slechts voor zover het betreft een bedrag van € 3.302,25 aan buitengerechtelijke kosten. Voor het overige faalt de grief.PIV-sitenu ook op rechtspraak.nl: ECLI:NL:GHAMS:2012:4041