Overslaan en naar de inhoud gaan

RBMNE 270319 rekenrente tot 2022 0% en daarna 2%, afwijzing kosten financieel advies tzv rendement

RBMNE 270319 procedure opgestart door aansprakelijke partij; uitgebreide overwegingen over schade na ernstig beenletsel en psychische beperkingen;
- smartengeld ernstig beenletsel en psychische klachten; AO en beperkingen bij hobby's, huishouden en zelfwerkzaamheid; 25.000
- zonder ongeval per 01/01/2012 carrierestap naar hoofd technische dienst; 10 uur neveninkomsten per week aannemelijk;
- zelfwerkzaamheid tot 75 jaar, richtlijn vermeerderd met kwart toegewezen;
- rekenrente tot 2022 0% en daarna 2%, afwijzing kosten financieel advies tzv rendement;
- voorbehoud tzv stelselwijziging WIA afgewezen;
- gedeeltelijke vergoeding kosten camper ipv motorfiets
- kosten eigen risico, vitaminesupplementen, fysiotherapie, orthopedisch schoeisel, reiskosten, elektrische fiets, bed, etc.

De peildatum en de rekenrente 

3.9. 
Bij de uitbetaling van het eindbedrag van € 143.368,26 door Allianz is als peildatum genomen 1 januari 2017. In dit vonnis zal de rechtbank op een aantal punten andere uitgangspunten vaststellen dan waarvan Allianz in haar schadeberekening is uitgegaan. Bovendien is er intussen ruim twee jaar verstreken sinds 1 januari 2017. De rechtbank bepaalt daarom de peildatum voor de nieuwe schadeberekening op de datum van dit vonnis. Dat betekent dat de verschenen schade tot die datum concreet moet worden vastgesteld en dat de toekomstige schadeposten vanaf deze datum moeten worden gekapitaliseerd. 

3.10. 
Bij haar schadeberekening is Allianz voor het verlies arbeidsvermogen uitgegaan van een eindleeftijd van 67 jaar, voor de zelfwerkzaamheid een eindleeftijd van 70 jaar en voor de huishoudelijke werkzaamheden een eindleeftijd van 75 jaar. [ verweerder ] is van mening dat voor de zelfwerkzaamheid ook zou moeten worden uitgegaan van 75 jaar. Hij wijst daartoe op de in het rapport van Van den Ham opgenomen tabel met gegevens van het CBS, waaruit blijkt dat ook na het 70ste levensjaar onderhoudswerkzaamheden in en om het huis worden verricht. Allianz is daar niet op in gegaan. De rechtbank zal in navolging van [ verweerder ] ook voor de zelfwerkzaamheid uitgaan van een eindleeftijd van 75 jaar. 

3.11. 
NRL is er in beide rapporten uitgegaan van een looptijd tot 2066 (106 jarige leeftijd in verband met pensioenschade en sterftekanscorrectie). Deze looptijd is dus niet in geschil. Bij de begroting van de toekomstige schade moet gedurende deze gehele looptijd rekening worden gehouden met fluctuaties in het te behalen rendement en inflatie. Daarom ziet de rechtbank onvoldoende reden om bij de vaststelling van de rekenrente (het verschil tussen rendement en inflatie) voor de gehele looptijd uit te gaan van een rekenrente van 0%, zoals [ verweerder ] heeft verzocht. Dit is ook zo met partijen besproken ter zitting. De rechtbank zal aansluitend bij hetgeen ter zitting is besproken bepalen dat voor de korte termijn, tot 2022 zal worden uitgegaan van een rekenrente van 0% en na 2022 van een rekenrente van 2%. 

3.12.
De tegenvordering van [ verweerder ] dat Allianz de kosten vergoedt voor het afsluiten van een financieel advies om er voor te zorgen dat hij het bij de toekomstige schade veronderstelde rendement werkelijk kan behalen wordt afgewezen. Het gaat bij de toekomstschade om een inschatting van de goede en de kwade kansen over langere tijd. Die kansen zijn verdisconteerd in de lange termijn rekenrente. Dat is voldoende. De rechtbank is het eens met het standpunt van Allianz dat deze vordering van [ verweerder ] niet is te verenigen met de gevorderde som ineens waarin zowel de goede als de kwade kansen zijn verdisconteerd. Een garantie dat het veronderstelde resultaat werkelijk zal worden bereikt is nooit te geven. 

Met dank aan de heer mr. J. Roth, SAP Letselschade Advocaten voor het inzenden van deze uitspraak.

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2019/RBMNE-270319