Overslaan en naar de inhoud gaan

HR 100217 Total loss verklaarde auto. Begroting marktwaarde

HR 100217 Total loss verklaarde auto. Begroting marktwaarde 

2 Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
New India heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor New India mede door mr. A.J. Rijsterborgh. De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot vernietiging van het bestreden vonnis en tot terugwijzing.
De advocaat van New India heeft bij brief van 25 november 2016 op die conclusie gereageerd.

3 Beoordeling van het middel
3.1
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) Op 24 april 2012 heeft een aanrijding plaatsgevonden waarbij [verzoeker] en [betrokkene 1] als chauffeurs betrokken waren.
(ii) [verzoeker] was ten tijde van het ongeval taxichauffeur en de door hem bestuurde auto, een goed onderhouden Honda Accord EXL met bouwjaar 2008 (hierna: de auto), was in gebruik als taxi.
(iii) De auto is als gevolg van het ongeval total loss verklaard.
(iv) [betrokkene 1] is aansprakelijk voor het ongeval en de gevolgen daarvan. [betrokkene 1] , althans de door hem bestuurde auto, was tegen die aansprakelijkheid verzekerd bij New India.
(v) Na aftrek van de restwaarde van het wrak van Afl. 6.000,-- heeft New India [verzoeker] een vergoeding aangeboden van Afl. 17.556,--.

3.2.1
In dit geding heeft [verzoeker] , voor zover in cassatie van belang, gevorderd dat New India wordt veroordeeld tot het vergoeden van alle schade die [verzoeker] als direct of indirect gevolg van het ongeval heeft geleden. Het gerecht heeft terzake van de schade aan de auto na aftrek van de restwaarde een bedrag van Afl. 26.000,-- toegewezen.

3.2.2
Het hof heeft de vonnissen van het gerecht bekrachtigd en daarnaast New India veroordeeld het bedrag van de restwaarde van Afl. 6.000,-- aan [verzoeker] te betalen. Het heeft daartoe onder meer overwogen:
“4.4 Ter vaststelling van de schade, bestaande uit het verlies van de auto, heeft New India een ‘afschrijvingsmethode’ gehanteerd. De cataloguswaarde (hier: Afl. 72.500,=) is verminderd met 30% voor het eerste jaar, 15% voor het tweede jaar en (een gedeelte van) 10% voor het (gedeelte van het) derde jaar (zie het Survey-report, productie 3 bij conclusie van antwoord); deze methode is door het GEA gevolgd (eindvonnis rov. 2.4). Het Hof begrijpt uit het dossier dat het een algemeen gangbare methode is in Aruba. Het Hof heeft hiertegen geen bedenkingen. Schade aan een auto komt veelvuldig voor en vergt daarom bij uitstek een snelle afwikkeling naar uniforme maatstaven. Een zodanige afwikkeling wordt bevorderd door het hanteren van een gestandaardiseerd systeem waarover in de desbetreffende branche overeenstemming bestaat en waarin geen rekening wordt gehouden met omstandigheden van het concrete geval. Aldus kan snel na het ontstaan van de schade de schade naar objectieve maatstaven worden vastgesteld (zie mutatis mutandis HR 26 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX0357, NJ 2013/219). Dat uit het door [verzoeker] overgelegde Kelley Blue Book mogelijk een andere waarde volgt, doet daaraan niet af. Die catalogus is uitgegeven in de Verenigde Staten en is bestemd voor de Amerikaanse automarkt.

4.5.
Het kan zijn dat in het kleine Aruba voor de aldus vastgestelde dagwaarde niet eenzelfde auto, van hetzelfde merk en met hetzelfde bouwjaar, kan worden verkregen, maar [verzoeker] heeft niet aannemelijk gemaakt dat het in redelijkheid noodzakelijk is dat hij eenzelfde auto, van hetzelfde merk en met hetzelfde bouwjaar, terugkrijgt.”

3.3.1
Onderdeel 2.1 klaagt onder meer dat het hof ten onrechte de maatstaf van HR 26 oktober 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX0357, NJ 2013/219 (Reaal/Athlon) heeft toegepast. Die maatstaf leidt, anders dan in het geval dat daarin aan de orde was, ertoe dat [verzoeker] niet de schade vergoed krijgt die hij werkelijk heeft geleden.

3.3.2
Art. 6:97 BWA bepaalt, evenals art. 6:97 BW, dat de rechter de schade begroot op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is.

3.3.3
Als uitgangspunt voor de berekening van de omvang van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding dient dat de benadeelde zoveel mogelijk in de toestand moet worden gebracht waarin hij zou hebben verkeerd indien de schadeveroorzakende gebeurtenis zou zijn uitgebleven. Hieruit volgt dat de schade in beginsel moet worden berekend met inachtneming van alle omstandigheden van het concrete geval. Op praktische gronden en om redenen van billijkheid, kan in bijzondere gevallen van een of meer omstandigheden van het geval worden geabstraheerd. (Zie onder meer HR 5 december 2008, ECLI:NL:HR:2008:BE9998, NJ 2009/387)

3.3.4
Wanneer een zaak geheel en al verloren gaat voor de rechthebbende doordat herstel niet mogelijk is of economisch onverantwoord, lijdt deze door dit verlies een nadeel in zijn vermogen gelijk aan de waarde van de zaak. Indien de desbetreffende, verloren gegane zaak een exemplaar is zonder eigen, individueel bepaalde kenmerken, van een soort waarvoor een voor het publiek toegankelijke markt bestaat, zal de rechthebbende door dit verlies een nadeel in zijn vermogen lijden dat in het algemeen kan worden gesteld op de waarde in het economisch verkeer van de zaak ten tijde van het verlies (de ‘marktwaarde’, vgl. HR 7 mei 204, ECLI:NL:HR:2004:AO2786, NJ 2005/76). Behoudens bijzondere, door de rechthebbende te stellen omstandigheden, wordt daarmee recht gedaan aan het uitgangspunt dat hij als benadeelde zoveel mogelijk in de positie moet worden gebracht waarin hij zonder de schadeveroorzakende gebeurtenis zou hebben verkeerd.

3.3.5
In het onderhavige geval is sprake van algeheel verlies van de auto. Het voorgaande brengt dan mee dat [verzoeker] aanspraak kan maken op vergoeding van de marktwaarde van deze auto ten tijde van het verlies.

3.3.6
Het hof heeft (onder verwijzing naar het arrest Reaal/Athlon) het standpunt van New India aanvaard dat bij de begroting van de schade een ‘afschrijvingsmethode’ wordt gehanteerd. [verzoeker] heeft echter, met een beroep op het zogenoemde ‘Kelley Blue Book’, betwist dat toepassing van die methode ertoe leidt dat zijn schade wordt vergoed. Het hof heeft die betwisting op ontoereikende gronden verworpen. Het heeft immers naar aanleiding van die betwisting niet vastgesteld dat de afschrijvingsmethode ertoe leidt dat [verzoeker] de marktwaarde van de auto ten tijde van het verlies vergoed krijgt. De daarop gerichte klachten van het onderdeel slagen dan ook.

3.3.7
Voor zover wordt geklaagd dat [verzoeker] aanspraak heeft op een bedrag dat hoger is dan de marktwaarde van de auto ten tijde van het verlies, om een auto van hetzelfde merk en type en hetzelfde bouwjaar te kunnen kopen (voor welke vervangende aankoop volgens hem een vergoeding ter hoogte van de marktwaarde van de verloren auto niet toereikend is), faalt het evenwel. Het hof heeft – in cassatie als zodanig niet bestreden – vastgesteld dat [verzoeker] niet aannemelijk heeft gemaakt dat het in redelijkheid noodzakelijk is dat hij eenzelfde auto, van hetzelfde merk en met hetzelfde bouwjaar, terugkrijgt (rov. 4.6). Daarin ligt besloten dat [verzoeker] geen bijzondere omstandigheden heeft gesteld als hiervoor in 3.3.4 bedoeld. ECLI:NL:HR:2017:208

conclusie AG Hartlief: ECLI:NL:PHR:2000:AA5635