Overslaan en naar de inhoud gaan

RBZWO 280896 smartengeld bij verminkte rechterhand, invloed religieuze maatstaven m.b.t. gebruik rechterhand en de onrein geachte linker hand

RBZWO 280896 smartengeld bij verminkte rechterhand, invloed religieuze maatstaven m.b.t. gebruik rechterhand en de onrein geachte linker hand.

9. 
Het toe te wijzen bedrag ter zake van immaterieel nadeel wordt door de rechtbank -ex aequo et bono- vastgesteld op f 30.000,-. Daarbij neemt zij in aanmerking de aard en grondslag van de aansprakelijkheid van [geïntimeerde] , het feit dat [appellante] zelf geen rechtens relevante schuld treft, en voorts de gevolgen die het ongeval voor [appellante] met zich heeft gebracht, te weten het (gedeeltelijk) verlies van de middel- en ringvinger van de rechterhand, de daaropvolgende volledige arbeidsongeschiktheid gedurende bijna 6 jaar, het operatief ingrijpen in 1982, alsmede de noodzaak tot jaren­ lange en frequente poliklinische controle. Bovendien betrekt de rechtbank in haar afweging dat [appellante] ten tijde van het ongeval 37 jaar oud en rechtshandig was, en kent zij tevens gewicht toe aan de omstandigheid dat [appellante] als moslim­ vrouw door de verminking van haar rechterhand meer dan gemiddeld is getroffen, nu vast staat dat die hand -naar in het sociaal milieu van [appellante] geldende religieuze maatstaven­ een preponderante positie inneemt ten opzichte van de onrein geachte linkerhand. ECLI:NL:RBZWO:1996:AD2599