Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Amsterdam 131113 psychische problemen, verminderd gevoel in kaak, gevoelloosheid in voet, onmogelijkheid hakken te dragen en fantoompijnen; € 4.000,00

Rb Amsterdam 131113 tandarts-implantoloog heeft onvoldoende veiligheidsmarge gehanteerd bij boren in onderkaak, omkeringsregel van toepassing; 
-achterwege blijven lichamelijk onderzoek en ondervraging behandelaar leidt niet tot oordeel dat rapport deskundige niet voldoet aan eisen;
- reiskosten obv richtlijn Letselschaderaad omdat niet is toegelicht waarom een hogere vergoeding op zijn plaats is;
- gederfde omzet ivm begeleiding reizen door echtgenoot geen verplaatste schade; kosten ter hoogte van professionele hulp mogelijk wel vergoed;
- psychische problemen, verminderd gevoel in kaak, gevoelloosheid in voet, onmogelijkheid hakken te dragen en fantoompijnen; € 4.000,00 

e) immateriële schade

2.35.
[eiseres] vordert een bedrag van € 35.000,00 aan immateriële schade. Zij stelt daartoe dat de kwestie haar veel pijn, narigheid, stress en onzekerheid heeft bezorgd. Zij ondervindt nog steeds psychische problemen en heeft daarvoor professionele hulp ingeschakeld. Ook heeft [eiseres] last van verminderd gevoel in haar kaak en gevoelloosheid in haar voet, waar de zenuw uit is gehaald teneinde de gezichtszenuw te reconstrueren, met als gevolg dat zij geen hakken meer kan dragen en aan fantoompijnen lijdt.

2.36.
[gedaagde] betwist gehouden te zijn tot betaling van voornoemd bedrag. Afgezien van het gebrek aan bewijs voor de stellingen van [eiseres], stelt [gedaagde] dat het bedrag bovenmatig is. [gedaagde] noemt de nummers 704 t/m 721 uit de Smartengeldgids 2009, waarbij aandacht wordt besteed aan vergelijkbaar letsel.

2.37.
De rechtbank overweegt als volgt. Op grond van artikel 6:106 lid 1, aanhef en onder b BW heeft een benadeelde die, zoals [eiseres], lichamelijk letsel heeft opgelopen, recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat. De rechter moet bij de vaststelling van de hoogte van die schadevergoeding rekening houden met alle omstandigheden van het geval, in het bijzonder de aard en de ernst van het letsel en de gevolgen daarvan voor de betrokkene. Hij is niet gebonden aan de gewone regels omtrent stelplicht en bewijslast (HR 17 november 2000, NJ 2001, 215). Dit in aanmerking nemend is de rechtbank van oordeel dat [eiseres] voldoende heeft gesteld om aan te nemen dat zij immateriële schade heeft geleden. Dat [eiseres] voorafgaand aan de behandeling door [gedaagde] mogelijk al kampte met gezondheidsproblemen, doet in dit kader niet ter zake.

2.38.
Voor de bepaling van de hoogte van smartengeld zijn omstandigheden van belang als de aard van de aansprakelijkheid, de aard en de ernst van het letsel, de (eventuele) ontwikkeling ervan, de mate waarin betrokkene wordt belemmerd een normaal leven te leiden en de mate waarin betrokkene daaronder lijdt. De rechtbank neemt bij de bepaling van de hoogte van het toe te kennen smartengeld in aanmerking de in 2.35 gestelde omstandigheden, die door [gedaagde] onvoldoende gemotiveerd zijn betwist. Daarnaast wordt acht geslagen op de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen aan smartengeld hebben toegekend. Al met al wordt in dit geval een bedrag van € 4.000,00 aan smartengeld passend geacht.

ECLI:NL:RBAMS:2013:7837