Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zwolle 280508 smartengeld litteken bij mislukte chemische verwijdering tatoeage, € 2000,00

Rb Zwolle 280508 smartengeld litteken bij mislukte chemische verwijdering tatoeage, € 2000,00
2.2.  Op 18 mei 2004 heeft [eiser] door [gedaagde] haar tatoeage op haar bovenarm laten weghalen, waarna een litteken is ontstaan. De kosten van deze behandeling bedroegen EUR 145,--. Deze kosten heeft [eiser] voldaan.

2.3.  De huistarts van [eiser] heeft op 10 januari 2005 schriftelijk verklaard dat de wond op de bovenarm van [eiser] fors ontstoken was na het verwijderen van de tatoeage, waardoor zij een aantal malen op de praktijk is geweest ter behandeling van de wond in de periode van 23 juni 2004 tot 10 januari 2005. Na behandeling is de wond genezen met achterlating van een hypertrofisch (dik) litteken van 12 x 4 cm. Op 10 januari 2005 was het litteken nog steeds rood en pijnlijk, op sommige plekken was de inkt nog zichtbaar. (...)

3.6.  Ten aanzien van de gevorderde immateriële schadevergoeding houdt de rechtbank rekening met de feiten dat het litteken op de bovenarm ontsierend is en blijvend van aard, dat het litteken gedurende een groot deel van het jaar (voorjaar en zomer) zichtbaar zal zijn en dat [eiser] gedurende geruime tijd pijn heeft geleden, terwijl het litteken een pijnlijke plek blijft. Mede gezien haar leeftijd wijst de rechtbank een voorschot van EUR 2.000,-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 februari 2007. Een voorschot wordt toegewezen omdat thans nog niet van een eindtoestand kan worden gesproken. LJN BH1934