Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Overijssel 171214 beperkingen en arbeidsongeschiktheid na been- en diverse enkelfracturen; smartengeld vanwege discussie verhoogd met 10%; € 16.500

Rb Overijssel 171214 zelfwerkzaamheid vergoed conform richtlijn Letselschaderaad; vergoeding huishoudelijke hulp obv 3 uur per week x € 4,50;
- meerkosten aangepaste auto vergoed, noodzaak verhuizing onvoldoende aannemelijk gemaakt;
- beperkingen en arbeidsongeschiktheid na been- en diverse enkelfracturen; smartengeld vanwege discussie verhoogd met 10%; € 16.500,00

vervolg op: rb-overijssel-100713-onvoldoende-gemotiveerde-medische-bezwaren-tegen-deskundigenonderzoek-einddatum-schade-01-01-2014 en rb-zwolle-290611-pijnklachten-na-ongeval-omkeringsregel-nvt-doch-geen-al-te-hoge-eisen-aan-causaal-verband

Smartengeld

2.22.
De rechtbank stelt voorop dat voor de bepaling van de hoogte van smartengeld omstandigheden in aanmerking dienen te worden genomen als de aard van de aansprakelijkheid, de aard en ernst van het letsel, de (eventuele) ontwikkeling van het letsel, de mate waarin betrokkene wordt belemmerd een normaal leven te leiden en de mate waarin betrokkene daaronder lijdt (HR 18 maart 2005, NJ 2006, 606, LJN AR5213).

2.23.
[eiseres] was 27 jaar oud toen haar op 16 augustus 1999 het ongeval is overkomen. Door het ongeval heeft zij fracturen op diverse plaatsen in de rechterenkel opgelopen alsmede een fractuur in het linkerkuitbeen en diverse verwondingen en kneuzingen. Ondanks jarenlange medische behandelingen, waaronder hersteloperaties aan de enkel en revalidatie, hield [eiseres] forse pijnklachten waarvan zij dagelijks veel hinder en beperkingen ondervindt. [eiseres] moet orthopedisch schoeisel dragen. Het uitblijven van herstel en de impact van het ongeval op haar leven hebben voorts tot psychische klachten geleid, waarvoor [eiseres] diverse behandelingen heeft ondergaan. In verband met de klachten en beperkingen die [eiseres] als gevolg van het ongeval ondervond, is zij arbeidsongeschikt geraakt voor het verrichten van haar arbeid als magazijnmedewerker alsmede voor de functie van chef magazijn die zij per 1 september 1999 zou gaan bekleden. Tevens is sprake van beperkingen bij het uitoefenen van haar grote hobby (sport) en is zij op verschillende manier afhankelijk geraakt van de hulp van anderen. [eiseres] stelt dat zij als gevolg van het ongeval blijvend volledig arbeidsongeschikt is geraakt. Zoals hiervoor is overwogen, is dit voor de rechtbank niet komen vast te staan. Op grond van de gevolgen die het ongeval voor [eiseres] heeft gehad, zoals deze gevolgen in rechte kunnen worden aangenomen, is een bedrag aan smartengeld in de orde van grootte van € 55.000 zoals door [eiseres] is gevorderd niet gerechtvaardigd. Rekening houdend met alle omstandigheden van het geval en mede gezien de uitspraken van andere rechters omtrent smartengeld in vergelijkbare gevallen, concludeert de rechtbank dat een smartengeldvergoeding van € 15.000,00 passend is.

2.24.
Voor aansluiting bij toekenning van smartengeldbedragen in het buitenland, zoals door [eiseres] is bepleit, ziet de rechtbank geen aanleiding. In haar uitspraak van 6 februari 2013 heeft de rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:) weliswaar reden gezien om acht te slaan op toekenning van smartengeldbedragen in Engeland en Duitsland maar deze uitspraak had betrekking op een comateus slachtoffer en over toekenning van smartengeld in een soortgelijke casus was niet eerder in Nederland beslist. In navolging van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in haar uitspraak van 14 januari 2014 (ECLI:NL:GHARL:2014:183) acht de rechtbank wel termen aanwezig om rekening te houden met de in de literatuur gevoerde discussie over de hoogte van het smartengeld en zal de rechtbank voormelde smartengeldvergoeding met 10% verhogen, zodat het toe te wijzen smartengeld als billijke vergoeding neerkomt op een bedrag van € 16.500,00.

ECLI:NL:RBOVE:2014:7070