Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof 's-Hertogenbosch 051113 whiplash; smartengeld € 10.000,00

Hof 's-Hertogenbosch 051113 whiplash; drie uur hh, conform indicatiestelling ihkv WMO; eigen bijdrage toegewezen 
- kosten aanvullende verzekering ivm fysio en mislopen collectiviteitskorting zorgverzekering is schade;
- smartengeld € 10.000,00
;

- rekenrente over 20 jaar conform advies CPB op 2,2%; rente 4.2% inflatie 2% 
- pensioen vanaf 66 jaar; benoeming rekenkundige; 
- bijverdiensten als nagelstyliste obv hoogte inkopen geschat op netto € 500,00 per jaar

vervolg op: hof-s-hertogenbosch-120213-npo-geen-geobjectiveerde-cognitieve-stoornissen-wel-plausibele-beperkingen en hof-s-hertogenbosch-111011-ogv-rapporten-neurochirurgneuroloog-reumatoloog-en-psychiater-staat-causaal-verband-tussen-nek-en-hoofdpijnklachten-vast-tav-concentratie-nader-onderzoek-nodig

Smartengeld

29.6.1.
De rechtbank heeft een bedrag van € 10.000,-- toegewezen. [appellante] heeft hiertegen geen grief gericht. Londons grief 9 heeft op deze beslissing betrekking. Volgens London is een bedrag van € 1.500,-- toereikend. Ook in de antwoordmemorie na deskundigenbericht neemt London dit standpunt in. Volgens London ziet de smartengeldvergoeding op het door een ongeval niet meer kunnen uitoefenen van hobby’s en/of het inkleden van de vrije tijd zoals de benadeelde dat voor het ongeval deed. Van dat alles is volgens London in casu geen sprake.

29.6.2.
Het hof houdt rekening met de volgende omstandigheden. [appellante] heeft als gevolg van een verkeersongeval een whiplashtrauma opgelopen. Zij heeft sindsdien last van ernstige nek- en hoofdpijnklachten. Zij gebruikt in verband daarmee veel pijnstillers. Er is sprake van een functionele invaliditeit van 8%. Zij heeft cognitieve klachten, in die zin dat sprake is van verminderde concentratie, een verminderde geheugenfunctie en traagheid van handelen. Door de beperkingen als gevolg van deze klachten is zij volledig arbeidsongeschikt geworden en heeft zij hulp nodig voor de huishoudelijke werkzaamheden. Anders dan London stelt zijn al deze omstandigheden van belang voor de bepaling van de hoogte van het smartengeld en gaat het daarbij niet slechts om het niet meer kunnen uitoefenen van hobby’s. Dit alles in aanmerking nemend acht het hof het door de rechtbank vastgestelde bedrag van € 10.000,-- redelijk. De grief van London faalt dus. Over dit bedrag is wettelijke rente verschuldigd vanaf de datum van het ongeval, 4 september 2001. Voor rekening van London komt 80% van dit bedrag.

ECLI:NL:GHSHE:2013:5188