Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof 's-Hertogenbosch 080113 seksueel misbruik; smartengeld van € 25.000,- toegewezen

Hof 's-Hertogenbosch 080113 samenlopende causaliteit seksueel misbruik en gezinsomstandigheden; 
- misbruik heeft na billijkheidscorr. voor 80% aan schade bijgedragen; 
- verjaring; art. 3:310 lid 4 geeft extra mogelijkheid voor slachtoffers;
- smartengeld van € 25.000,-- toegewezen

Immateriële schadevergoeding (smartengeld) 

4.8.1.  [appellant] heeft bezwaar tegen toewijzing van een smartengeld van € 25.000,-- (inclusief wettelijke rente tot aan de dagvaarding). Hij stelt dat de rechtbank de hoogte van dit bedrag onvoldoende heeft gemotiveerd. 
Volgens [geintimeerde] heeft de rechtbank met de benoeming van alle relevante omstandigheden in dit geval de beslissing wel degelijk gemotiveerd. 

4.8.2.  Naar het oordeel van het hof heeft de rechtbank in r.o. 2.27 t/m 2.29 van het vonnis van 3 augustus 2011 met juistheid omschreven op welke omstandigheden van dit geval het smartengeld van € 25.000,-- inclusief wettelijke rente tot aan de dagvaarding, is gebaseerd. Het hof neemt deze overwegingen over en maakt die tot de zijne. Ter aanvulling overweegt het hof dat de door [appellant] genoemde gevallen uit de gids Smartengeld (1066, 1075, 1086) niet vergelijkbaar zijn aangezien het daar om een (veel) kortere duur ging, zonder vertrouwensrelatie, met veel minder ernstige gevolgen, en bij de hoogte van het bedrag rekening is gehouden met de geringe draagkracht van de dader. Het onderhavige geval is naar het oordeel van het hof beter vergelijkbaar met de in deze gids genoemde gevallen sub 1143 en met name 1145, waarmee de hoogte van het smartengeld in dit geval in overeenstemming is. 
Voor zover [appellant] bedoelt ook in hoger beroep bezwaar te maken tegen de door de rechtbank vastgestelde wettelijke rente verwijst het hof naar het juiste oordeel van de rechtbank daarover sub 2.28 van het vonnis van 3 augustus 2011, welk oordeel het hof overneemt. 
De zesde grief is daarmee verworpen. 

4.9.  De zevende grief heeft geen zelfstandige inhoud en deelt het lot van de overige grieven. [appellant] is terecht als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten in eerste aanleg. In hoger beroep zal [appellant] op dezelfde grond worden veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep. 

4.10.  Het hof zal een (meervoudige) comparitie van partijen gelasten teneinde inlichtingen te verkrijgen over de verschillende schadeposten en te onderzoeken of een minnelijke schikking tussen partijen getroffen kan worden. Indien partijen nog stukken daartoe wensen over te leggen dienen zij die uiterlijk twee weken voor de comparitie te zenden aan het hof en aan de wederpartij. Het hof verzoekt [appellant] in elk geval recente bewijsstukken omtrent zijn inkomsten over te leggen. 
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden. LJN BY8207