Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Amsterdam 230715 delay; gelet op erkenning na aansprakelijkstelling zijn vragen m.b.t. eerdere periode van behandeling ism goede procesorde

Rb Amsterdam 230715 delay bij operatie onderbeen; gelet op erkenning na aansprakelijkstelling zijn vragen m.b.t. eerdere periode van behandeling ism goede procesorde

Ten aanzien van de te benoemen deskundige 

5.3. Partijen zijn het eens over de persoon van de te benoemen deskundige. Dr. B . chirurg te Utrecht (hierna: de deskundige) heeft de rechtbank desgevraagd aangegeven bereid te zijn in dezen als deskundige op te treden. De rechtbank zal hem dan ook als zodanig benoemen. 

Ten aanzien van de aan de deskundige te stellen vragen 
5.4. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt over de in het verzoekschrift onder 22. opgenomen vragen 2 en 3. Deze vragen luiden als volgt. 
2. Kunt u vaststellen of, en zo ja indien op 26 januari 2011 om 18:45 uur de operatie- indicatie was gesteld en mitsdien eerder was ingegrepen. dit de eindtoestand van het linker onderbeen van X gunstig zou hebben beïnvloed en zo ja. op 'welke wijze en met welk resultaat? en; 
3. In hoeverre zou het eerder ingrijpen als bedoeld in vraag 2 van invloed zijn geweest op de behandelingen die daarna nog zijn gevolgd en het resultaat daarvan? 

5.5. De rechtbank oordeelt als volgt. Centramed heeft overeenkomstig de aansprakelijkheidstelling van de gemachtigde van X erkend dat er op 26 januari 2011 om/vanaf 18:45 uur sprake was van dusdanige symptomen dat er een operatie-indicatie was en dat er dus, gelet op het tijdstip waarop X uiteindelijk is geopereerd, sprake was van een delay in de behandeling. X heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling haar tegen verzoek (naar de rechtbank begrijpt) gewijzigd en verzoekt thans aan de deskundige in plaats van de door de VU voorgestelde vragen 2 en 3 de in het verweerschrift opgenomen vragen 3, 4 en 5 voor te leggen. Aan (een deel van) deze vragen ligt de vraag ten grondslag of en zo ja wanneer de behandelend artsen eerder dan 26 januari 2011 18:45 uur hadden moeten besluiten tot operatie over te gaan. Het doel van het deskundigenbericht waarom de VU om heeft verzocht is gericht op het inzicht krijgen in de precieze gevolgen van het delay op 26 januari 2011 om/vanaf 18:45 uur. Dit is het moment waarop de door de VU aanvaarde aansprakelijkheidstelling berust. De vragen in het tegen verzoek van X nemen echter niet dit tijdstip tot uitgangspunt maar richten zich (onder meer) op het onderzoeken van het moment waarop de behandelend artsen hadden moeten besluiten tot operatie over te gaan. De vragen in het tegenverzoek van X sluiten aldus niet aan bij het tot dusver tussen partijen gevoerde debat. In het bijzonder heeft X nagelaten te onderbouwen waarom, in tegenstelling tot hetgeen eerder tussen partijen is overeen gekomen, het thans van groot belang is dat uitgezocht wordt of en zo ja wanneer eerder dan 26 januari 2011 om 18:45 uur had moeten worden ingegrepen. Dit had, gelet op het feit dat aansprakelijkheid is erkend overeenkomstig de aansprakelijkheidstelling en gelet op de e-mailberichten van mr. Mouris van 13 augustus 2014 en 25 november 2014 (zie hiervoor onder 2.19 en 2.21) wel op haar weg gelegen. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat het in strijd is met de goede procesorde om de vraag (of de daarop gestoelde vragen) aan de deskundige voor te leggen of de behandelend artsen eerder dan 26 januari 2011 om 18:45 uur hadden moeten besluiten over te gaan tot operatie. Voor zover het tegenverzoek ziet op deze vraag zal het tegenverzoek aldus worden afgewezen. De rechtbank is echter wel gebleken dat nog geen sprake is van een medische eindsituatie. Hier zal in de aan de deskundige voor te leggen vragen rekening mee gehouden moeten worden. Met inachtneming van de verschillende stellingen van beide partijen dienaangaande zullen de vragen aan de deskundige worden voorgelegd zoals in het hiernavolgende onder "de beslissing" vermeld. 

5.6. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben partijen afgesproken dat X de medische informatie met aanvullende informatie aan de deskundige zal zenden. Het is vervolgens aan de deskundige om te bepalen welke informatie hij voor zijn onderzoek relevant acht en welke eventueel andere door partijen te verschaffen gegevens voor de uitvoering van het hem opgedragen onderzoek noodzakelijk zijn. 

5.7. De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige in beginsel door de verzoekende partij moet worden gedeponeerd. Dit voorschot zal daarom door de VU moeten worden betaald. 

5.8. Partijen zijn verplicht medewerking te verlenen aan het onderzoek van de deskundige. Indien aan deze verplichting niet wordt voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht. 

5.9. Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken. 

5.10. X heeft verzocht de VU in de proceskosten te veroordelen, maar nu het verzoek van de VU grotendeels wordt toegewezen, bestaat daarvoor geen grond. 

5.11. Al het voorgaande leidt tot de volgende beslissing 

6. De beslissing 

De rechtbank 

6.1. beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen: 

1. Beschikt u over voldoende gegevens om deze casus te kunnen beoordelen? Zo nee, wilt u dan aangeven welke gegevens van partijen u nog wenst te ontvangen alvorens te kunnen rapporteren? 
2. Kunt u vaststellen of, en zo ja indien op 26 januari 2011 om 18:45 uur de operatie- indicatie was gesteld en mitsdien eerder was ingegrepen, dit de (toekomstige) eindtoestand van het linker onderbeen van X gunstig zou hebben beïnvloed en zo ja, op welke wijze en met welk resultaat? 
3. In hoeverre zou het eerder ingrijpen als bedoeld in vraag 2 van invloed zijn geweest op de behandelingen die daarna nog zijn gevolgd en eventueel nog volgen en het resultaat daarvan? 
4. Is het naar uw opvatting noodzakelijk om ter beantwoording van de hiervoor gestelde vragen een deskundige van een ander medisch specialisme te raadplegen en zo ja, van welke discipline? 
5. Zijn er nog andere punten die u in het kader van de expertise naar voren wilt brengen? 

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2015/rb-amsterdam-230715