Overslaan en naar de inhoud gaan

RBAMS 230622 desk.bericht tzv mogelijke medische fout bij overlijden door hartfalen; beoordeling obv volledig dossier, incl informatie m.b.t. fatale afloop (2)

RBAMS 230622 desk.bericht tzv mogelijke medische fout bij overlijden door hartfalen; beoordeling obv volledig dossier, incl informatie m.b.t. fatale afloop

Eerder al op het LSA Letselschade Magazine, nu ook op rechtspraak.nl: ECLI:NL:RBAMS:2022:4063

2.
Feiten

2.1.
[ verzoekster ] is de echtgenoot van wijlen de heer [ X ] (hierna: [ X ] ).

2.2.
[ X ] is in de avond van 29 maart 2011 bij het VUmc binnengekomen op de SEH, waarna hij na diverse onderzoeken is opgenomen op de afdeling longziekten.

2.3.
In de daarop volgende nacht, op 30 maart 2011, is [ X ] overleden aan een myocardinfarcering, dan wel een ernstige ritmestoornis bij hartfalen.

3.
Het verzoek en het verweer

3.1.
Het verzoekschrift strekt ertoe dat de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht zal bevelen. [ verzoekster ] stelt dat het VUmc toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de geneeskundige behandelingsovereenkomst met [ X ] , althans dat het VUmc onzorgvuldig heeft gehandeld. Volgens [ verzoekster ] is tijdens de triage op de SEH en daarop volgende opname niet voldaan aan de medisch professionele standaard. [ verzoekster ] wil graag duidelijkheid verkrijgen over haar proceskansen in verband met het nemen van verdere rechtsmaatregelen tegen het VUmc door middel van benoeming van en rapportage door een medisch deskundige.

3.2.
Het VUmc betwist dat niet overeenkomstig de medisch professionele standaard is gehandeld. Het VUmc voert geen verweer tegen het verzoek van [ verzoekster ] om een voorlopige deskundige te benoemen. Wel maakt het VUmc bezwaar tegen de door [ verzoekster ] voorgestane wijze waarop het onderzoek wordt uitgevoerd en tegen de door [ verzoekster ] voorgestelde vraagstelling. Volgens het VUmc moet de deskundige zijn oordeel over het medisch handelen op 29 maart 2011 vormen zonder kennis van het uiteindelijke medisch beloop, te weten het tijdens de opname Longziekten overlijden van [ X ] en de oorzaak daarvan. Het VUmc vreest dat anders de zogenaamde hindsight bias of outcome bias de beoordeling van de deskundige zal vertroebelen. Daarom stelt het VUmc zich op het standpunt dat aan de deskundige enkel het medisch dossier en de medische gegevens ter beschikking worden gesteld tot de opname van [ X ] op de afdeling Longziekten, zodat een situatie wordt gecreeerd vergelijkbaar met de situatie waarin de behandelend artsen zich bevonden.

3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna - indien nodig - worden ingegaan.

4.
De beoordeling

Voorlopig deskundigenonderzoek

4.1.
Een voorlopig deskundigenonderzoek kan ertoe dienen een partij de mogelijkheid te verschaffen aan de hand van het uit te brengen bericht zekerheid te verkrijgen over voor de beslissing van het geschil relevante feiten en omstandigheden en aldus beter te kunnen beoordelen of het raadzaam is een procedure te beginnen en/of, als daartoe wordt overgegaan, beter te kunnen toelichten op grond waarvan een vordering wordt ingesteld of verweer wordt gevoerd. Voorop staat dat een verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenonderzoek in beginsel dient te worden toegewezen, mits dat verzoek ter zake dienend en voldoende concreet is en feiten betreft die met het deskundigenonderzoek bewezen kunnen worden. Dit is echter anders indien de rechter op grond van feiten en omstandigheden van oordeel is dat het verzoek in strijd is met een goede procesorde, dat van de bevoegdheid toepassing van dit middel te verlangen, misbruik wordt gemaakt — bijvoorbeeld omdat verzoeker wegens onevenredigheid van de over en weer betrokken belangen in redelijkheid niet tot het uitoefenen van die bevoegdheid kan worden toegelaten — of dat het verzoek moet afstuiten op een ander door de rechter zwaarwichtig geoordeeld bezwaar.

4.2.
Nu de vraag of er medisch zorgvuldig is gehandeld centraal staat, [ verzoekster ] haar procespositie ook op dat punt nader wil bepalen, en het verzoek tot een voorlopig deskundigenbericht in het licht van die vraag relevant en voldoende concreet is, geldt het uitgangspunt dat een verzoek daartoe moet worden toegewezen. De rechtbank zal dan ook een voorlopig deskundigenonderzoek bevelen.

Inrichting van het deskundigenonderzoek

4.3.
In geschil is of een selectie dient te worden gemaakt in de medische informatie die aan de deskundige wordt verstrekt.

4.4.
De rechtbank stelt voorop dat het in een deskundigenonderzoek zoals hier aan de orde niet uitsluitend gaat om de beoordeling van beeldmateriaal en dat niet is te voorkomen dat enige bias zal ontstaan. Dit laatste wordt in de terzake relevante literatuur onderkend. Onzeker is dan ook of winst kan worden behaald met het schiften van het dossier, zoals door het VUmc beoogd.
Het is van groot belang dat de juiste informatie aan de deskundige wordt overhandigd. Het selectief presenteren van het dossier aan de deskundige brengt het risico mee dat de deskundige onvoldoende wordt geinformeerd. Daarmee kan de kwaliteit van het onderzoek en de waarheidsvinding in gevaar komen. Dat dit risico reeel is, bleek al bij de mondelinge behandeling, toen [ verzoekster ] terecht wees op bepaalde informatie waarover de behandelend arts(en) op de SEH wet beschikte(n), maar die in de door het VUmc gemaakte selectie ontbrak.
Indien de verzoeker van een voorlopig deskundigenbericht in een medische aansprakelijkheidszaak zich moet buigen over een (door de verweerder gewenste) selectie van het medisch dossier, heeft dat niet alleen praktische maar ook financiele implicaties. Voor die selectie zal doorgaans een medisch advies moeten worden ingewonnen. Een en ander werpt een verhoogde drempel op voor het inwinnen van een voorlopig deskundigenbericht, hetgeen op gespannen voet staat met het doel en de strekking van het voorlopig deskundigenrapport.
Verder is het in beginsel aan de deskundige om te bepalen over welke informatie hij wenst te beschikken en op welke wijze hij de beschikbare informatie zal raadplegen in het kader van de door hem te beantwoorden vragen. Hij dient zich ervan rekenschap te geven dat de kans op hindsight of outcome bias bestaat en bij voorkeur in zijn rapport te motiveren waarom hij desondanks tot zijn conclusie is gekomen.

4.5.
De rechtbank is, na afweging van de betrokken belangen, van oordeel dat de nadelen van de door het VUmc beoogde werkwijze niet opwegen tegen het mogelijke voordeel en zal dan ook geen restricties verbinden aan de omvang van het medisch dossier dat [ verzoekster ] aan de deskundige zal overhandigen. Wel zal aan de deskundige de door partijen (vooruitlopend op het oordeel van de rechtbank) geformuleerde vraag 5 worden voorgelegd.

Deskundige

4.6.
Partijen zijn het eens over de persoon van de te benoemen deskundige, te weten prof. dr. J.G. van der Hoeven. Desgevraagd heeft prof. dr. J.G. van der Hoeven aan de rechtbank meegedeeld bereid en in staat te zijn als deskundige op te treden. De rechtbank zal deze deskundige benoemen.

Vragen

4.7.
Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling verklaard het eens te zijn over de aan de deskundige voor te leggen vragen. Aan de deskundige zullen deze (door partijen geformuleerde en) in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd. De vraagstelling is in concept aan de deskundige meegedeeld en hij heeft verklaard hiermee uit de voeten te kunnen.

Voorschot

4.8.
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige in beginsel door de verzoekende partij moet worden gedeponeerd.

4.9.
De deskundige hanteert een uurtarief van € 125 incl. btw. Hij heeft ingeschat 30-40 uur aan het onderzoek te moeten besteden. [ verzoekster ] heeft zich akkoord verklaard met het voorschot. Het VUmc heeft de rechtbank bericht dat zij kan instemmen met het uurtarief van de deskundige, maar dat zij de verwachte tijdsbesteding uitzonderlijk hoog acht. Het VUmc heeft voorgesteld dat de deskundige eerst de tijd die hij verwacht aan het onderzoek nader specifieert. De rechtbank begroot het voorschot op 40 x € 125 = € 5.000 incl. btw. De rechtbank acht een nadere specificatie vooraf niet nodig, omdat dit voorschot haar redelijk voorkomt. De deskundige dient bij zijn declaratie te zijner tijd zijn tijdsbesteding te specificeren en verantwoorden.

Overig

4.10.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.

4.11.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.

5.
De beslissing

De rechtbank

5.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:

Vraag 1
Kunt u een beschrijving geven van het beloop van de triage en ziekenhuisopname van de heer [ X ] ?

Vraag 2
Is de beoordeling op de SEH en het besluit tot opname van [ X ] op de afdeling longziekten overeenkomstig de op dat moment geldende medisch professionele standaard geweest? Wilt u daarbij ook aandacht besteden aan de uitgevoerde onderzoeken en de interpretatie van de uitslagen? Wilt u uw antwoord zoveel als mogelijk motiveren en daarbij zo mogelijk verwijzen naar literatuur, protocollen, richtlijnen etc.?

Vraag 3
Indien u tot het oordeel komt dat niet in overeenstemming met de medisch professionele standaard is gehandeld, wilt u dan uitleggen hoe er wel gehandeld had moeten worden? Wilt u uw antwoord zoveel als mogelijk motiveren en daarbij zo mogelijk verwijzen naar literatuur, protocollen, richtlijnen, etc.?

Vraag 4
Indien u tot het oordeel komt dat niet in overeenstemrning met de medisch professionele standaard is gehandeld, wilt u dan — voor zover mogelijk binnen uw vakgebied — toelichten in welke zin het beloop voor betrokkene anders zou zijn geweest?

Vraag 5
Hoe is in de beoordeling rekening gehouden met de informatie over het verdere verloop waarover artsen ten tijde van SEH geen beschikking hadden?

Vraag 6
Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen, binnen uw vakgebied en in het kader van de aan uw verstrekte opdracht overige relevante opmerkingen die u naar voren wil brengen?

5.2.
benoemt tot deskundige: (etc. red. LSA LM)

Met dank aan de heer mr. J. Roth, SAP Letselschade Advocaten voor het inzenden van deze uitspraak.

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2022/RBAMS-230622