Overslaan en naar de inhoud gaan

RBDHA 180718 slaan met stok en uitdrukken sigaret op hoofd in 1947, smartengeld naar huidige maatstaven, geen wettelijke rente

RBDHA 180718 slaan met stok en uitdrukken sigaret op hoofd in 1947, smartengeld naar huidige maatstaven, geen wettelijke rente

2.68.
De rechtbank zal, zoals te doen gebruikelijk in de letselschadepraktijk, de immateriële schade van [eiser] begroten naar huidige maatstaven. Dat betekent dat, naast het hierna te noemen bedrag, geen aanspraak bestaat op vergoeding van wettelijke rente. De rechtbank zal daarbij aanknopen bij de bedragen aan immateriële schadevergoeding die thans plegen te worden vergoed bij psychisch letsel als gevolg van het toebrengen van lichamelijk letsel. De rechtbank neemt de door [eiser] beschreven en door de rechtbank als vaststaand aangenomen wijze waarop hij tijdens zijn Nederlandse gevangenschap in 1947 in Kebon Agung is geslagen met een stuk hout en een sigaret op zijn hoofd is uitgedrukt tot uitgangspunt. Verder slaat de rechtbank acht op hetgeen bekend is over zijn persoon en op hetgeen zij hierover heeft overwogen over het psychisch leed van [eiser].

2.69.
Dit een en ander leidt tot de vaststelling van het bedrag van immateriële schadevergoeding waar [eiser] jegens de Staat aanspraak op kan maken op € 5.000.

ECLI:NL:RBDHA:2018:8525