Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Oost-Brabant 030713 stukadoor in loondienst; vanwege fysiek zware beroep tot 55ste fulltime; zwart werk naast reguliere baan tot 50ste

Rb Oost-Brabant 030713 hielbeen verbrijzeld bij val stukadoor (zzp-er) van steiger; hoofdaannemer aansprakelijk; 
- verrekening schadevergoeding assurantietussenpersoon mbt AOV, rekening houdend met kosten procedure;
- stukadoor in loondienst; vanwege fysiek zware beroep tot 55ste fulltime; zwart werk naast reguliere baan tot 50ste;
- huishoudelijke hulp 1,5 uur per week tot 70ste;
- zelfwerkzaamheid; kan nog reparatiewerkzaamheden uitvoeren; 50% x normbedrag Letselschaderaad;
- aanpassing pedalen niet noodzakelijk; mbt automaat rekening houden met prijsverschil gebruikte wagen en hogere restwaarde;

- noodzaak orthopedisch schoeisel ontbreekt, wordt niet gedragen; kosten oversluiten hypotheek vergoed, 6:119 BW nvt;
- smartengeld maximaal € 15.000,- ;
- kosten rekenkundige niet vergoed vanwege uitgangspunten ism rapport arbeidsdeskundige

Inkomensschade: verlies neveninkomsten (zwart werk)

2.43.
[eiser] stelt dat hij voor het ongeval twee tot drie avonden per week en ongeveer dertig zaterdagen per jaar stukadoorswerk uitvoerde bij particulieren, waarmee hij ongeveer € 28.000,- per jaar verdiende waarover geen belasting en premies werd afgedragen. In haar berekening is [A] er vanuit gegaan dat [eiser] in de situatie zonder ongeval tot op 65-jarige leeftijd jaarlijks een bedrag van € 14.700,- aan zwarte inkomsten zou hebben genoten, welke inkomsten [eiser] in de situatie met ongeval niet meer heeft. In totaal komt zij op een schadepost van € 155.167,51.
[gedaagde] voert gemotiveerd verweer.
De rechtbank oordeelt als volgt.
2.44.
De rechtbank zal er ook hier veronderstellenderwijs vanuit gaan dat [eiser] vanwege zijn bij het ongeval opgelopen beperkingen niet meer kan werken als stukadoor, en dus ook niet meer als stukadoor kan bijklussen.

2.45.
In haar rapport (pag.20) merkt [A] op dat zij de post neveninkomsten opneemt als belastbaar inkomen met een verwijzing naar de uitspraak van de Hoge Raad van 24 november 2000 (NJ 2001/195). De rechtbank begrijpt hieruit dat zij - terecht - de omslag naar netto-inkomsten heeft gemaakt. Dit neemt niet weg dat het door [A] berekende schadebedrag van € 155.167,51 (pag.52) om hierna te noemen redenen niet houdbaar is.

2.46.
Zoals [I] opmerkt in zijn rapport, is het niet logisch dat een zzp’er met een betrekkelijk lage reguliere omzet daarnaast zwart werk verricht, omdat hij daarmee de eigen markt kannibaliseert. Voor zover [eiser] toch zwart heeft gewerkt, staat niet vast in welke mate hij dat heeft gedaan. [eiser] beschikt niet over stukken waaruit die omvang kan blijken. [eiser] baseert zich slechts op een door hem uit zijn eigen geheugen opgestelde lijst met namen en adressen van particulieren waar hij in het laatste jaar voor het ongeval zwart zou hebben geklust, met vermelding van het bedrag aan arbeidsloon dat daarvoor zou zijn betaald (bijlage 31 bij het rapport van [A]). Deze lijst sluit op een bedrag van € 28.000,-. De rechtbank acht het onwaarschijnlijk dat [eiser] naast zijn reguliere werkzaamheden, waarmee hij naar eigen zeggen zo’n 50 uur per week doende was, tevens nog zoveel uren zwart zou hebben gewerkt dat hij daarmee nagenoeg evenveel verdiende als zijn totale reguliere jaaromzet. Zoals [I] ook opmerkt in zijn rapport zou daarmee sprake zijn van excessieve arbeid. Voor zover al aangenomen zou worden dat [eiser] ten tijde van het ongeval een substantieel aantal uren per week zwart werkte, is in ieder geval niet aannemelijk dat hij dit gedurende vele jaren zou hebben volgehouden gelet op de zwaarte van het werk van stukadoor. Voor zover er al sprake van is dat [eiser] een bedrag van € 14.700,- per maand aan “zwarte” inkomsten zou derven, is de rechtbank met [gedaagde] van oordeel dat het redelijk is er vanuit te gaan dat [eiser] het (intensieve) zwart werken naast het reguliere werk hoogstens tot zijn 50ste zou hebben gedaan, en niet tot zijn 65ste zoals [A] aanneemt.

ECLI:NL:RBOBR:2013:4193