Overslaan en naar de inhoud gaan

RBAMS 190521 zwarte inkomsten begroot op € 7.500,- - inhoudingen en heffingen 35% = € 4.875,-

RBAMS 190521 bagage op hoofd vliegtuigpassagier, plausibele klachten gedurende drie jaar; smartengeld € 6000,00
- bezwaren tegen het (neuro) psychologisch rapport kunnen niet slagen;
- zwarte inkomsten begroot op € 7.500,- - inhoudingen en heffingen 35% = € 4.875,-
- alternatieve woonruimte voor zoon omdat eiseres de huur van appartement niet kon betalen in te ver verwijderd verband
- BGK gevorderd € 22426,00, begroot cf rapport Voorwerk: 2.172,56.

in vervolg op, o.m.: Hof Amsterdam 031213 bagage valt op hoofd passagier; wegens niet voldoen aan stelplicht is luchtvaartmij ook aansprakelijk boven limiet van 100.000 SDR

4.40.

[eiseres] stelt daarnaast ook zwarte inkomsten te zijn misgelopen. Het hof heeft in haar arrest in het kader van haar oordeel omtrent het gevorderde voorschot overwogen (ovw. 3.10.): “Met de “zwarte verdiensten” wordt hierbij als niet (voldoende) feitelijk onderbouwd geen rekening gehouden”.

De rechtbank stelt vast dat [eiseres] in de onderhavige schadestaatprocedure nieuwe documenten heeft overgelegd ter onderbouwing van deze deelvordering. Nu het hof haar oordeel over de zwarte inkomsten alleen heeft gerelateerd aan haar oordeel over het gevorderde voorschot, is de rechtbank van oordeel dat zij deze nieuwe documenten mag betrekken in haar beoordeling van de in de onderhavige schadestaatprocedure opgevoerde deelvordering terzake.

Ter onderbouwing van de zwarte inkomsten zijn slechts handgeschreven overzichten in het geding gebracht. Dat is op zich onvoldoende. Ten aanzien van één van de gestelde zwarte inkomsten, te weten “zaterdag bij Palace Souvenir, Abracadabra + Procenten”, heeft [eiseres] evenwel nog een andere onderbouwing gegeven, namelijk een overzicht van bonnen van Abracadabra, met daarop telkens een datum in 2005, de naam van [eiseres] en een bedrag vermeld. Over 2005 wordt het hiermee gemoeide bedrag berekend op € 2.500,-. Die onderbouwing volstaat wel. In het kielzog van het in 4.37-38. overwogene slaagt de stelling van [eiseres] dat zij zonder het ongeval gedurende de schadebepalende periode deze werkzaamheden zou hebben voortgezet. Over de schade bepalende periode van drie jaar komt dit neer op gederfde zwarte inkomsten van [€ 2.500,- x 3 =] € 7.500,-. Volgens vaste rechtspraak dient dit bedrag te worden verminderd met de inhoudingen en heffingen die bij correcte toepassing van fiscale wetgeving verschuldigd zouden zijn. De rechtbank gaat er vanuit dat de heffingen in de schadebepalende periode totaal 35% zouden hebben belopen. Het toe te wijzen bedrag komt daarmee op [65% van € 7.500,- =] € 4.875,-.ECLI:NL:RBAMS:2021:2803