Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Den Bosch 181207 Stichting niet aansprakelijk voor steekpartij tussen bewoners

Hof Den Bosch 181207 incomplete dwarslaesie door messteek; Stichting niet aansprakelijk voor steekpartij tussen bewoners
- In 2001 is door de Stuurgroep Experimenten Huisvesting en het Ministerie van Grote stedenbeleid de stimuleringsregeling "Opvang en Integratie Antilliaanse Jongeren" ofwel project "Direkshon" tot stand gebracht. In het kader van dit project zouden middelen beschikbaar worden gesteld voor projecten van begeleid wonen voor Antilliaanse jongeren. Het doel van het project Direkshon was om Antilliaanse jongeren van 16-25 jaar te behoeden voor het risico van marginalisering en afglijden , onder meer door het bieden van een plaats om te wonen en te worden begeleid in de groei naar een zelfstandig bestaan. (...)

- (benadeelde) is op of omstreeks 15 december 2 003 als deelnemer aan het project komen wonen in een woning aan de Bergdreef 3 te Breda. Deze woning bood plaats aan drie personen en was op dat moment de enige woning waarover de Stichting beschikte. Naast (benadeelde) is daar op of omstreeks 23 januari 2004 (veroorzaker) komen wonen en in of omstreeks maart 2004 (veroorzaker) (geboren op 9 december 1973) was ten tijde van zijn komst in de woning 30 jaar. Hij woonde al vanaf zijn derde jaar in Nederland- (benadeelde) (geboren op 30 maart 1983) was bij zijn komst in de woning 20 jaar en op dat moment nog niet langer dan vier jaar in Nederland.

- Tussen (veroorzaker) en (benadeelde) zijn spanningen ontstaan: (veroorzaker) heeft tegenover de leiding melding gemaakt van het feit dat (benadeelde) en (veroorzaker) in strijd met de huisregels hadden geblowd, (benadeelde) verweet (veroorzaker) dat deze zonder zijn toestemming zijn kamer is binnengegaan en zonder toestemming etenswaren en waspoeder van (benadeelde) heeft weggenomen. In een kringgesprek van de drie bewoners en onder leiding van de begeleidster (begeleidster) over deze strubbelingen heeft (veroorzaker) het wegnemen van maaltijden van (benadeelde) uit de koelkast erkend en is hij daarna boos uit dat gesprek weggelopen.

- Op 23 juni 2004 (veertien dagen na het kringgesprek) heeft zich tussen (benadeelde) en (veroorzaker) in de badkamer een incident voorgedaan dat er op neerkwam dat toen (benadeelde) de badkamer wilde uitgaan, (veroorzaker) deze binnenkwam en de badkamerdeur tegen (benadeelde) aankwam. (benadeelde) is (veroorzaker) gevolgd naar diens kamer. (benadeelde) is daar door (veroorzaker) in zijn nek gestoken met een vleesmes.

- (benadeelde) heeft door de messteek ernstig letsel (een incomplete dwarslaesie vanaf wervel C2) bekomen en ondervindt daarvan blijvende gevolgen.

- (veroorzaker) is bij vonnis van de rechtbank Breda voor de steekpartij veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk. (veroorzaker) werd in de strafzaak voorts veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 3.000,= aan (benadeelde).

4.1.3. (benadeelde) acht de Stichting aansprakelijk voor de door hem geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade. (benadeelde) stelt dat de Stichting onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld doordat zij a. (veroorzaker), die niet tot de doelgroep van het Direkshon project hoorde en een strafblad had, een kamer in de woning heeft gegeven en b. onvoldoende toezicht heeft gehouden c.q. onvoldoende heeft ingegrepen in de haar bekende gespannen situatie tussen (veroorzaker) en (benadeelde). Volgens (benadeelde) heeft de Stichting aldus haar zorgplicht veronachtzaamd en de veiligheid van de andere projectdeelnemers ((benadeelde) en (veroorzaker)) in gevaar gebracht en zijn de steekpartij en het door (benadeelde) daarbij opgelopen letsel als een gevolg daarvan aan handelen/ nalaten van de Stichting toe te rekenen. (...)

4.3.1. Tussen partijen is niet in geschil dat het letsel van (benadeelde) is veroorzaakt door een handelen van (veroorzaker) waarvoor (veroorzaker) strafrechtelijk is veroordeeld. De civielrechtelijke aansprakelijkheid van (veroorzaker) jegens (benadeelde) voor de daardoor aan (benadeelde) opgekomen schade staat tussen partijen niet ter discussie. In de onderhavige procedure gaat het om de vraag of naast (veroorzaker) ook de Stichting voor die schade jegens (benadeelde) aansprakelijk kan worden gehouden. (...)

4.4.2. Het hof deelt het oordeel van de rechtbank dat het feit dat (veroorzaker) in twee opzichten - zijn leeftijd en het feit dat hij geen nieuwkomer in Nederland was - niet voldeed aan de doelgroep waarvoor het begeleid-wonen project was bestemd niet meebrengt dat het de Stichting als onzorgvuldig handelen jegens (benadeelde) kan worden verweten dat zij (veroorzaker) tot het project heeft toegelaten. (...)

4.5.1. Daarmee resteert het verwijt van (benadeelde) aan de Stichting dat zij heeft nagelaten in te grijpen (door (veroorzaker) per direct uit de woning te verwijderen) toen haar na het kringgesprek van haar begeleidster (begeleidster) met de drie bewoners over de diverse incidenten duidelijk heeft moeten zijn dat de spanningen tussen de bewoners door het kringgesprek niet waren weggenomen en de situatie tussen hen onhoudbaar zou worden als niet een van beide antagonisten - (benadeelde) of (veroorzaker) - zou worden verwijderd.

4.5.2. Het hof overweegt dienaangaande als volgt- Het door (benadeelde) aan de Stichting verweten nalaten zal de Stichting alleen dan als onrechtmatig nalaten (dan wel een toerekenbare tekortkoming) jegens (benadeelde) kunnen worden verweten indien er sprake was van een situatie van onrechtmatige gevaarzetting en de Stichting zich daarvan bewust is geweest. Of van een dergelijke situatie sprake was hangt voor wat betreft het door (benadeelde) aan de Stichting gemaakte verwijt onder meer af van de mate van waarschijnlijkheid dat het blijven wonen van de beide bewoners in de woning ertoe zou leiden dat binnen afzienbare tijd een van hen de ander ernstig letsel zou aandoen.

4.5.3. Het hof is met de rechtbank van oordeel dat op grond van de door (benadeelde) gestelde feiten en omstandigheden niet kan worden geconcludeerd dat er sprake was van een dergelijke situatie die de Stichting zou hebben moeten of behoren te voorzien. Het hof acht daartoe in het bijzonder van belang dat niet is gesteld of gebleken dat de incidenten die zich vóor het kringgesprek hebben voorgedaan tot enig fysiek geweld tussen (benadeelde) en (veroorzaker) hebben geleid, voorts heeft dergelijk geweld zich ook bij of na het kringgesprek niet voorgedaan, hoewel (veroorzaker) volgens (benadeelde) toen woedend uit het gesprek is weggelopen. Het laatste geeft geen blijk van een bij spanning te vrezen gewelddadige reactie van (veroorzaker). Uit hetgeen door (benadeelde) is gesteld blijkt voorts evenmin dat er in de dagen na het kringgesprek aanwijzingen waren voor enig te vrezen gewelddadig handelen door (veroorzaker).

4.5.4. Daar komt bij dat, naar de Stichting onweersproken heeft gesteld (concl.v.antw. 93), het verblijf van (veroorzaker) in de woning al zijn einde naderde en dat (veroorzaker) door zijn werk overdag maar beperkt in de woning aanwezig was. Onder deze omstandigheden was er voor de Stichting naar het oordeel van het hof nog minder aanleiding om enig gewelddadig handelen van (veroorzaker) jegens (benadeelde) te voorzien en een (aanmerkelijke) kans op dergelijk handelen waarschijnlijk te achten.

4.6.1. Op grond van het vorenstaande komt het hof, evenals de rechtbank, tot het oordeel dat aan de Stichting geen toerekenbare tekortkoming of onrechtmatig handelen jegens (benadeelde) kan worden verweten op grond waarvan zij voor de schade van (benadeelde) ten gevolge van de hem door (veroorzaker) toegebrachte messteek aansprakelijk kan worden gehouden. Het enkele feit dat de steekpartij heeft plaatsgevonden in woning waarin (veroorzaker) en (benadeelde) beiden verbleven in het kader van een begeleid wonen project waarvan de uitvoering aan de Stichting was opgedragen, is onvoldoende om de Stichting voor de steekpartij en de voor (benadeelde) daaruit voortgevloeide schade aansprakelijk te achten. Uit het enkele feit dat de steekpartij heeft plaatsgevonden kan niet worden geconcludeerd dat de Stichting op een dergelijke gebeurtenis bedacht had moeten zijn en maatregelen had moeten en kunnen treffen om deze te voorkomen.
PIV-site