Overslaan en naar de inhoud gaan

RBROT 161222 beslissing over aard, frequentie en methodiek wzh sjorder zeecontainers; uitlating mbt deskundige vanwege rug- en nekklachten irt werk

RBROT 161222 beslissing over aard, frequentie en methodiek wzh sjorder zeecontainers; uitlating mbt deskundige vanwege rug- en nekklachten irt werk

2.
De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis heeft de kantonrechter geoordeeld dat nog onvoldoende vast staat welke werkzaamheden [eiser01] voor Matrans heeft verricht vanaf 31 december 1996. Inmiddels hebben beide partijen zich in hun aktes hier nader over uitgelaten. Naar aanleiding daarvan overweegt de kantonrechter het volgende.

Uitgangspunt

2.2.
Vooropgesteld wordt dat het gaat om werkzaamheden die lang geleden zijn verricht, namelijk 9 jaar (2013) tot 28 jaar (1996) geleden. Daar komt bij dat partijen het erover eens zijn dat [eiser01] een afwisselende werkweek had, en dat de invulling daarvan per week verschilde en ook nog eens in de loop van de jaren geleidelijk veranderd is. Met het oog op deze omstandigheden kan en hoeft niet tot op het laatste kwartier en tot in detail te worden uitgekristalliseerd hoe de werkweek van [eiser01] eruit zag. Het gaat erom dat in grote lijnen kan worden vastgesteld (1) wat [eiser01] deed, (2) hoe vaak hij dit deed en (3) op welke manier hij dat deed.

Vaststelling werkweek

2.3.
De kantonrechter heeft de standpunten van partijen in dit kader met name kunnen ontlenen aan het verslag van [naam01] (productie 7 conclusie van antwoord) en de aktes naar aanleiding van het tussenvonnis. In die stukken hebben partijen een gespecificeerde, overzichtelijke en uitgebreide uitwerking van de werkweek van [eiser01] gegeven. Deze stukken vertonen veel overlap met elkaar, hoewel er op bepaalde punten accentverschillen of meer inhoudelijke verschillen zijn. Met het oog op het hiervoor genoemde uitgangspunt kan de kantonrechter in dit tussenvonnis echter wel met hantering van enige marge vaststellen hoe een werkweek van [eiser01] er globaal uitzag. Daarom wordt in het hiernavolgende per werkzaamheid uitgewerkt hoe frequent die werd uitgevoerd en welke methodiek daarbij werd gehanteerd.

Werkzaamheid 1: sjorren stukgoed

2.4.
Het gaat bij het sjorren van stukgoed om het ‘zeevast’ zetten van stukgoed in zeecontainers en op flatracks. Met stukgoed wordt lading bedoeld die per stuk wordt vervoerd, zoals personenauto’s of machines. Flatracks zijn een soort zeecontainers waarvan de twee lange zijkanten en de bovenkant ontbreken.

Frequentie

2.5.
Partijen zijn het erover eens dat dit de voornaamste werkzaamheid van [eiser01] was. Hij voerde deze werkzaamheid dagelijks uit. [eiser01] stelt dat hij tot 2009 gemiddeld 6 uur per dag deze werkzaamheid verrichtte en dat dit daarna is afgenomen tot ongeveer 4 uur per dag. Deze omvang van de werkzaamheden is niet specifiek betwist door Matrans, zodat die vast komt te staan.

Methodiek

2.6.
Partijen zijn het erover eens dat het sjorren gebeurde met behulp van kettingen, staalband, staaldraad, hout, of een combinatie van deze materialen. [eiser01] heeft in zijn algemeenheid onbetwist gesteld dat deze materialen in ongunstige houdingen moesten worden aangebracht, waarbij hij beperkte manoeuvreerruimte had. Dat komt daarom vast te staan. De verschillende methodes worden hierna afzonderlijk behandeld.

Methode 1: staaldraad

2.6.1.
Partijen zijn het erover eens dat aan het begin van het dienstverband van [eiser01] regelmatig gebruik werd gemaakt van staaldraad. Zij stellen beiden dat dit wordt aangeleverd op rollen van 50 kilogram, dat het handmatig op maat moest worden geknipt met een betonschaar van 6 kilogram en handmatig strakgetrokken moest worden en dat dit daarom zwaar werk was.

Methode 2: staalband

2.6.2.
Partijen zijn het er ook over eens dat vanaf het begin van deze eeuw steeds meer gebruik werd gemaakt van het lichtere alternatief: staalband. Zij stellen beiden dat het hierbij met name zwaar was om een rol staalband (40 kilogram) op een trolley te plaatsen. [naam01] heeft geschreven dat bij het aanbrengen en straktrekken gebruik werd gemaakt van pneumatische apparatuur, van 6 tot 8 kilogram. Dit heeft [eiser01] niet betwist in zijn akte, zodat dit vast komt te staan.

Methode 3: uitblokken

2.6.3.
Partijen zijn het er verder over eens dat lading in containers ook vaak moest worden vastgezet met houten balken, het zogenoemde uitblokken. De kantonrechter begrijpt dat partijen het erover eens zijn dat hier doorgaans balken van circa 15 kilogram per stuk voor werden gebruikt.

Methode 4: kettingen

2.6.4.
Partijen zijn het er ook over eens dat de lading soms werd vastgezet met kettingen. [eiser01] stelt dat deze kettingen ongeveer 20 kilogram per stuk wegen en dat deze handmatig moest worden vastgezet met spanners. Dit is op zichzelf door Matrans niet betwist, zodat dit vast komt te staan. Matrans voegt daar echter wel aan toe dat zelden het gewicht van de hele ketting wordt gedragen.

Werkzaamheid 2: sjorren breakbulk

2.7.
Vaststaat verder dat [eiser01] zich ook bezighield met het sjorren van breakbulk op flatracks. Breakbulk is lading die te groot is voor één flatrack/container en daarom op meerdere flatracks moet worden geplaatst.

Frequentie

2.8.
[naam01] schrijft dat het sjorren van breakbulk wekelijks plaatsvond. [eiser01] bevestigt dit in zijn akte.

Methodiek

2.9.
[naam01] schrijft verder dat breakbulk met name werd vastgezet met kettingen (zie 2.6.4.). Dit wordt door [eiser01] niet betwist in zijn akte, zodat dit vast komt te staan. Verder zijn partijen het erover eens dat in sommige gevallen de vloer van de verschillende flatracks moest worden geëgaliseerd door middel van het bouwen van een bedding van zware houten balken (70 kilogram). De kantonrechter begrijpt uit de aktes dat de balken met voertuigen globaal op de goede positie werden neergelegd en dat deze vervolgens met de hand naar de goede plek moesten worden gedraaid, gekanteld of geschoven. [eiser01] stelt dat hij dit bijna altijd moest doen, als hij breakbulk moest sjorren (dus wekelijks), echter schrijft hij verderop in zijn akte dat dit slechts maandelijks plaatsvond. Volgens Matrans gebeurde dit slechts in de helft van de gevallen (dus tweewekelijks). De kantonrechter laat deze detailverschillen in het midden en stelt vast dat het bouwen van een bedding 1 tot 2 keer per maand plaatsvond.

Werkzaamheid 3: heftruck rijden

2.10.
Partijen zijn het er verder over eens dat [eiser01] regelmatig op de heftruck reed, om sjormaterialen op te halen uit het magazijn en om zich te verplaatsen over het terrein.

Frequentie

2.11.
[eiser01] heeft in eerste instantie gesteld dat hij circa 1 tot 8 uur per dag op de heftruck reed. Matrans heeft vervolgens bij conclusie van antwoord aangevoerd het gaat om ongeveer 1 uur per dag. [eiser01] heeft daarop in zijn akte gesteld dat het gemiddeld inderdaad om circa 1 tot 1,5 uur gaat. Matrans heeft hierna in haar antwoordakte gesteld dat [eiser01] feitelijk maar een half uur per dag reed. Echter voert zij aan het eind van haar antwoordakte aan dat [eiser01] een uur per dag nodig had om zich over het (grote) terrein te verplaatsen. Aangezien [eiser01] onbetwist heeft gesteld dat dit verplaatsen met de heftruck gebeurde, komt dit feitelijk ook neer op 1,5 uur per dag heftruck rijden. Daarom wordt ervan uitgegaan dat [eiser01] gemiddeld 1 tot 1,5 uur per dag op de heftruck reed.

Methodiek

2.12.
Partijen zijn het er over eens dat [eiser01] steeds korte stukken met de heftruck reed. [eiser01] heeft verder in zijn akte aangevoerd dat hij bij het achteruitrijden vaak gedraaid zat. Matrans heeft dit betwist. [eiser01] heeft niet onderbouwd in welke mate hij achteruit moest rijden, dus in hoeverre hij bij het achteruitrijden al dan niet gedraaid zat, laat de kantonrechter buiten beschouwing.

2.13.
[eiser01] voert verder aan dat het terrein waarover hij reed oneffen was. Volgens Matrans gaat het echter om een normaal wegdek. Beide partijen laten in het midden wat zij precies bedoelen met die kwalificaties. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat het wegdek niet perfect egaal was, maar ook geen grote oneffenheden kende en zal daarom geen eventueel verzwarende rol toekennen aan de staat van het wegdek.

Werkzaamheid 4: losmaken lading

2.14.
Verder heeft [eiser01] zich ook bezig gehouden met het losmaken van inkomende lading. Daarbij moest hij het aangebrachte sjormateriaal, namelijk kettingen, staaldraad en hout, verwijderen.

Frequentie

2.15.
Partijen zijn het erover eens dat [eiser01] dit wekelijks, gedurende een beperkt aantal uur deed.

Methodiek

2.16.
[naam01] schrijft in zijn rapport dat staaldraden eerst werden doorgeknipt, maar dat dit op den duur is vervangen door het losdraaien van de bulldoggrips (vergrendelingen), onder andere omdat het doorknippen zwaar werk was. [eiser01] heeft vervolgens ‘slechts’ gesteld dat hij staaldraad moest doorknippen. Hij heeft echter niet betwist dat het knippen van staaldraad op enig moment is vervangen door het losdraaien van de bulldoggrips, zodat dit vast komt te staan.

2.17.
[eiser01] heeft verder aangevoerd dat houtwerk met een grote hamer moest worden weggeslagen. Matrans betwist dit. Zij stelt dat daarvoor een heftruck kon worden gebruikt. [eiser01] heeft niet gesteld hoe vaak hij hout moest verwijderen, bij het losmaken van lading. Ook heeft hij niet gesteld hoe zwaar de hamer was en hoe frequent die moest worden gebruikt. Aangezien hij op dit punt onvoldoende gesteld heeft, komt niet vast te staan dat [eiser01] frequent en zwaar fysiek belast is door het verwijderen van hout met een zware hamer.

Werkzaamheid 5: containers ompakken

2.18.
In sommige gevallen, wanneer een container beschadigd is, moest [eiser01] de lading van de ene container overladen naar een andere container.

Frequentie

2.19.
[eiser01] stelt dat hij dit wekelijks gedurende 1 tot 4 uur deed. Matrans stelt dat het om maandelijkse werkzaamheden ging, maar zij heeft niet gespecificeerd in welke omvang dit plaatsvond. De kantonrechter stelt daarom vast dat [eiser01] deze werkzaamheid zo’n 4 tot 16 uren per maand verrichtte.

Methodiek

2.20.
[eiser01] stelt dat wanneer de lading op pallets stond deze met een heftruck werd overgeladen. Matrans bevestigt dit. [eiser01] stelt dat wanneer dit niet het geval is, hij de lading handmatig moest overladen. [naam01] heeft in zijn rapport geschreven dat daarbij gebruik werd gemaakt van een rollenbaan. [eiser01] heeft dit in zijn rapport niet betwist. De kantonrechter begrijpt daaruit dat de lading niet fysiek moest worden overgedragen, maar ‘slechts’ op de baan moest worden getild.

Werkzaamheid 6: assisteren douane

2.21.
[eiser01] moest ook regelmatig de douane assisteren bij het controleren van de lading. Hij moest dan bepaalde artikelen uit de containers halen, zodat de douane die artikelen kon beoordelen.

Frequentie

2.22.
[naam01] schrijft in zijn rapport in het algemeen dat het om hooguit maandelijkse werkzaamheden ging. [eiser01] nuanceert dit. Hij stelt namelijk dat hij tot 2007 dagelijks 1 tot 1,5 uur hiermee bezig was en daarna nog maar maandelijks 1 tot 1,5 uur. Matrans heeft die nuance niet betwist. De kantonrechter gaat daarom uit van de juistheid daarvan.

Methodiek

2.23.
Partijen zijn het erover eens dat handmatig lading uit de containers moest worden gesjouwd, zodat de douane op een specifieke plek in de container een controle kon uitvoeren. Zij geven allebei aan dat de zwaarte van deze werkzaamheid afhankelijk was van de lading. Soms was het ‘lichte’ lading en soms ‘zware’ lading. [eiser01] geeft aan dat hij vaak in een bukkende en draaiende houding dozen moest versjouwen. Dit betwist Matrans niet. Zij stelt alleen dat het in het algemeen ‘licht werk’ was.

Werkzaamheid 7: stackerdraaien

2.24.
Stackerdraaien is het onderling verbinden van opgestapelde containers, door het plaatsen van twistlocks (verbindingsstukken) op iedere hoek van de container.

Frequentie

2.25.
[eiser01] stelt in zijn akte dat hij wekelijks 1 of 2 uur moest meehelpen met stackerdraaien. Matrans heeft dit in haar antwoordakte niet betwist.

Methodiek

2.26.
Partijen zijn het erover eens dat de twistlocks (6 kilogram) met de hand moesten worden vastgezet. [eiser01] stelt in zijn akte onbetwist dat hij daarbij een dwangmatige werkhouding moest aannemen.

Werkzaamheid 8: systeem-sjorren

2.27.
Systeem-sjorren betreft het vastzetten van containers met behulp van sjorstangen.

Frequentie

2.28.
[eiser01] stelt dat hij van 1997 tot 2011 wekelijks één of twee uur meehielp met systeemsjorren. Matrans voert in haar antwoordakte aan dat hij de werkzaamheden slechts zeer incidenteel verrichtte, maar zij kwantificeert dit niet. De kantonrechter gaat daarom uit van de juistheid van de stelling van [eiser01] .

Methodiek

2.29.
De containers worden handmatig vastgezet met sjorstangen die twintig tot vijfentwintig kilogram per stuk wegen.

Werkzaamheid 9: afdekken met zeil

2.30.
Soms moet de lading worden afgedekt met zeil, omdat het beschermd moet zijn tegen het zeewater.

Frequentie

2.31.
[eiser01] stelt dat hij deze werkzaamheid wekelijk 30 tot 45 minuten uitvoerde. Matrans heeft dit in haar antwoordakte niet betwist, zodat dit vast komt te staan.

Methodiek

2.32.
Partijen zijn het erover eens dat het zeil met de hand moest worden bevestigd en worden strakgetrokken. [eiser01] heeft niets gesteld over het gewicht van het zeil en de manier waarop het zeil moest worden bevestigd, maar stelt alleen in het algemeen dat het veel kracht kost en dat hij in ongunstige houdingen moest werken. Matrans betwist dit en stelt juist dat er nauwelijks kracht bij kwam kijken. Zij specificeert dit door erop te wijzen dat het om een zeil van 5 kilogram gaat, dat bedoeld is om slechts een keer gebruikt te worden en dat [eiser01] gebruik kon maken van aluminium stokken en touw. Het had op de weg van [eiser01] gelegen om zijn stellingen specifieker te maken. Aangezien hij dat heeft nagelaten gaat de kantonrechter uit van de juistheid van de stellingen van Matrans op dit punt.

Werkzaamheid 10: sjormaterialen verzamelen

2.33.
[eiser01] moest voorafgaand aan het sjorren de door hem gebruikte materialen, zoals hout, staalband, kettingen, staaldraad, spanschroeven en gereedschap, verzamelen in het magazijn.

Frequentie

2.34.
[eiser01] stelt dat hij hier dagelijks 1,5 tot 2 uur mee bezig was. Matrans heeft dit niet betwist.

Methodiek

2.35.
[eiser01] stelt dat hij de materialen handmatig verzamelde en in een materiaalkist plaatste. Hij stelt dat deze materialen vaak tien of meer kilogram wogen, oplopend tot meer dan 35 kilogram. Matrans heeft dit niet betwist. Zij heeft slechts aangevoerd dat het gewicht van de zakken na 2007 is teruggebracht tot maximaal 23 kilogram en dat de afstand die moest worden afgelegd doorgaans klein was.

Werkzaamheid 11: magazijnbeheer

2.36.
[eiser01] heeft in zijn akte aangevoerd dat hij tussen zijn werkzaamheden door ook het magazijn op orde moest houden.

Frequentie

2.37.
[eiser01] heeft in zijn akte aangevoerd dat hij dit dagelijks deed. Matrans heeft dat niet betwist in haar akte.

Methodiek

2.38.
Partijen hebben zich er beiden niet over uitgelaten op wat voor manier het magazijn moest worden opgeruimd en wat dit concreet voor [eiser01] inhield. Dit wordt daarom in het midden gelaten.

Overige werkzaamheden

2.39.
Voor het eerst in de antwoordakte heeft Matrans aangevoerd dat [eiser01] zich ook nog 1 uur per dag met administratieve taken bezighield en 1,5 uur met wachten (op lading, een nieuwe klus of de douane) en 1 uur met reizen van de kantine naar de werkplek. Zij stelt dat [eiser01] daarom maar 4,5 uur per dag de tijd had om de bovengenoemde feitelijke werkzaamheden uit te voeren. Het reizen naar de werkplek is hiervoor al behandeld bij heftruck rijden (2.11). De aangevoerde administratieve taken en wachttijd zal de kantonrechter buiten beschouwing laten. Dit is namelijk niet eerder door Matrans aangevoerd. Bovendien had het op haar weg gelegen om concreet inzichtelijk te maken, ten koste van welke werkzaamheden dit ging en hoe lang [eiser01] volgens haar dan aan iedere werkzaamheid ongeveer besteedde. Dat heeft zij nagelaten.

Descente

2.40.
Matrans heeft in haar antwoordakte verzocht om een gerechtelijke plaatsopneming te bepalen (art. 201 Rv). De kantonrechter ziet daarvoor op dit moment geen aanleiding. Het gaat er nu om dat vast komt te staan hoe een werkweek van [eiser01] ongeveer is ingedeeld. De aard van de werkzaamheden is aan de hand van de standpunten van partijen en de overgelegde foto’s voldoende duidelijk. Nog daar gelaten dat het inmiddels bijna tien jaar geleden is dat [eiser01] arbeidsongeschikt is uitgevallen, zodat ook in dat opzicht een gerechtelijke plaatsopneming op dit moment minder relevantie heeft.

Uitlaten deskundige

2.41.
In het voorgaande heeft de kantonrechter de aard van de werkzaamheden, de frequentie daarvan en de daarbij gehanteerde methodiek vastgesteld. De volgende vraag die moet worden beantwoord is in hoeverre de door [eiser01] ervaren gezondheidsproblemen hierdoor kunnen zijn veroorzaakt. [eiser01] heeft in de dagvaarding, onder verwijzing naar diverse rapporten gesteld dat dit causale verband aanwezig is. Matrans heeft de juistheid van die rapporten echter betwist. Zij stelt dat er geen bijzondere risico’s voor het ontwikkelen van rug- en nekklachten zijn verbonden aan de werkzaamheden die [eiser01] verrichtte. Zoals reeds tijdens de mondelinge behandeling is besproken, zal daarom een deskundige moeten worden ingeschakeld.

2.42.
Partijen worden in de gelegenheid gesteld om zich bij akte (bij voorkeur eensluidend) uit te laten over de vraag wie als deskundige dient te worden benoemd. Daarnaast worden zij in de gelegenheid gesteld om zich direct in die akte ook uit te laten over de vragen die aan de deskundige moeten worden voorgelegd.

2.43.
De zaak wordt daarom verwezen naar de rolzitting van woensdag 25 januari 2023 om 14.30 uur, waar partijen zich schriftelijk kunnen uitlaten. ECLI:NL:RBROT:2022:11211