Overslaan en naar de inhoud gaan

HR 0506091 81RO; val tussen perron en rijdende trein; NS niet aansprakelijk

HR 0506091 81RO; val tussen perron en rijdende trein; NS niet aansprakelijk
Uit de conclusie van AG Spier:
1 Op zondag 29 juni 2003 is [eiser] de roltrap naar spoor 11 van het Centraal Station te Utrecht afgedaald waar de trein van 8.33 uur met bestemming Arnhem, waarmee hij verder wilde reizen, het station binnenreed.

1.2 Op het perron is [eiser] in de rijrichting van de trein meegelopen om in de rookcoupé, die hij langs had zien komen, te kunnen stappen.

1.3 Op een gegeven moment heeft hij zijn evenwicht verloren en de rijdende trein aangeraakt. Vervolgens is hij tussen de perronwand en de rails en onder de nog rijdende trein terechtgekomen. Als gevolg van de val heeft [eiser] zijn beide benen verloren. (...)

3.11 Kortom: er valt niet aanstonds een reële oplossing te bedenken voor het onderhavige probleem. Reeds daarop stuit de vordering m.i. af.

3.12 Ware dat al anders, dan moet de vordering worden beoordeeld in de sleutel van de kelderluikcriteria. Het Hof heeft deze met juistheid toegepast en ingevuld.

3.13 In het maatschappelijk verkeer kunnen risico's - helaas - niet steeds worden uitgebannen. Als voorbeeld: veiliger auto's, fietsen en wegen zijn zeker mogelijk. Het aantal ongevallen zal allicht worden verminderd wanneer fietspaden worden gescheiden van wegen waarop gemotoriseerd verkeer rijdt. Ongelijkvloerse kruisingen hebben ongetwijfeld een positief effect op het aantal verkeersslachtoffers. Ook verlaging van de maximumsnelheid of het (verplicht) dragen van veiligheidshelmen bij fietsers zal het aantal ongevallen en de gevolgen wanneer deze toch plaatsvinden vermoedelijk verkleinen. Toch kan niet worden gezegd dat degenen die "zulks" nalaten (de wegbeheerder, de fabrikant, de verhuurder van een fiets zonder valhelm) en ga zo maar door aansprakelijk zijn wanneer zich een ongeval voordoet. Dat is eerst anders wanneer - kort gezegd - sprake is van een voldoende relevant gevaar dat redelijkerwijs had kunnen en daarom moeten worden voorkomen.

3.14 Natuurlijk is ieder ongeval waarbij ernstig letsel plaatsvindt er in menselijk opzicht één te veel. In zoverre is best begrijpelijk dat [eiser] zoekt naar wegen om zijn schade te verhalen op een ander. Maar in een setting als de onderhavige waarin
a) de kans op (ernstige) ongelukken heel klein is en
b) geen reële, laat staan redelijkerwijs betaalbare, mogelijkheden bestaan om deze te voorkomen
kan geen aansprakelijkheid worden aangenomen wanneer toch een ongeval plaatsvindt.(4) Zou men anders oordelen dan zou dat op allerlei terreinen vérgaande aansprakelijkheid teweegbrengen. Op zich en a fortiori in de huidige tijd is dat vele bruggen te ver. LJN BH9290