Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof A'dam 301007 rolschaatsworkshop; geen verzekering; nalaten i.s.m. goed werkgeverschap; 7:611BW

Hof A'dam 301007 rolschaatsworkshop; geen verzekering; nalaten i.s.m. goed werkgeverschap; art. 7:611 BW
4.1  Het gaat in deze zaak kort gezegd om het volgende. [appellante] is sinds begin 1988 in loondienst van (de rechtsvoorganger) van M/V Communicatie werkzaam, laatstelijk gedurende 25 uur per week op de financiële administratie. M/V Communicatie organiseert ongeveer één maal per kwartaal op vrijdagmiddag, na werktijd, een ontspanningsactiviteit voor haar (ongeveer vijftien) werknemers. Deze activiteiten worden om de beurt door de werknemers voorgesteld en ter goedkeuring aan de directeur van M/V Communicatie voorgelegd. Werknemers die niet bij de organisatie betrokken zijn, zijn niet op de hoogte van de aard van de activiteit, voor hen is dat een verrassing. Ook op vrijdag 1 februari 2002 na werktijd vond een dergelijke ontspanningsactiviteit plaats. Zij bestond uit een workshop dansen op rollerskates (rolschaatsen met vier - twee dubbele - wielen onder een vaste schoen) met begeleidende muziek, welke workshop zou worden gegeven door twee professionele rollerskaters van Groovy Company B.V. in de hal van het kantoor van M/V Communicatie. De (ovale) hal heeft een marmeren vloer en is ongeveer 7 bij 10 meter groot. De deelnemers aan de workshop konden de - van Skate Vondel - gehuurde rollerskates aandoen in een aangrenzende kantoorruimte waar banken stonden en vloerbedekking lag. [appellante], die op vrijdagen niet werkt, kwam op 1 februari 2002 om ongeveer 17.30 uur aan in het kantoor van M/V Communicatie. Op dat moment waren enkele werknemers al aan het rolschaatsen in de hal. De medewerkers van Groovy Company waren toen nog bezig met het plaatsen van de geluidsinstallatie. [appellante] kreeg bij binnenkomst een paar rolschaatsen overhandigd die zij in de kantoorruimte heeft aangedaan. De workshop was toen nog niet begonnen. [appellante] is vervolgens gaan rolschaatsen, maar is al na enkele meters in de marmeren hal ten val gekomen. Ze heeft daarbij haar linker pols gebroken. Hoewel de breuk is geheeld, heeft het letsel geleid tot een posttraumatische dystrofie. [appellante] is dientengevolge arbeidsongeschikt geraakt. [appellante] was ten tijde van het ongeval 47 jaar en had sinds haar jeugd niet meer gerolschaatst.
(...)
4.4  [appellante] keert zich met de grieven 1 tot en met 5 tegen het oordeel dat M/V Communicatie niet op de voet van artikel 7:658 BW aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. Het hof deelt echter het oordeel van de rechtbank. Artikel 7:658 lid 1 BW schept voor de werkgever de verplichting de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid doet verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden alsmede voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt.

4.5  Hoewel de laatste zinsnede in de rechtspraak in ruime zin wordt uitgelegd, kan niet gezegd worden dat het ongeval van [appellante] zich heeft voorgedaan in de uitoefening van haar werkzaamheden. De aansprakelijkheid van de werkgever op grond van deze bepaling berust op diens zeggenschap over de werknemer en diens bevoegdheid de werknemer aanwijzingen te geven. De rechtbank heeft terecht overwogen dat, wil de bepaling toepassing kunnen vinden, er een voldoende nauwe band tussen de uitoefening van de werkzaamheden en het georganiseerde evenement moet bestaan. Het hof is met de rechtbank van oordeel dat de band tussen de door [appellante] te verrichten werkzaamheden en de workshop, het rollerskate dansen, op vrijdagmiddag, na werktijd, ontbreekt. [appellante] had een administratieve functie. Zij werkte niet op vrijdag. Verder staat vast dat niet alle personeelsleden aan de workshop deelnamen. De stelling van [appellante] dat zij zich op grond van signalen van de werkgever verplicht voelde of mocht voelen om aan de workshop deel te nemen acht het hof onvoldoende feitelijk toegelicht in het licht van het gemotiveerde verweer van M/V Communicatie, dat erop neer komt dat deelname aan de workshop geheel vrijwillig was, dat de workshop enkel voor het plezier van de werknemers werd georganiseerd en dat aan niet-deelnemen geen arbeidsrechtelijke consequenties verbonden waren. De grieven falen.

4.6  De grieven 6 en 7 zijn gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat aansprakelijkheid van M/V Communicatie voor de gevolgen van het ongeval evenmin op grond van artikel 7:611 BW kan worden aangenomen, aangezien - samengevat - gelet op de omstandigheden van het geval niet kan worden geconcludeerd dat M/V Communicatie is tekort geschoten in haar verplichting zich als een goed werkgever te gedragen. In de toelichting op grief 6 grief voert [appellante] aan dat zij, anders dan de rechtbank heeft overwogen, verplicht was aan de workshop deel te nemen. Dat betoog is hiervoor echter verworpen. Deze grief kan niet slagen.

4.7  In de toelichting op grief 7 voert [appellante] aan dat de rechtbank geen acht heeft geslagen op de feiten en omstandigheden die zij in de conclusie van repliek onder 13 tot en met 16 naar voren heeft gebracht en die volgens [appellante] tot de slotsom moeten leiden dat M/V Communicatie haar verplichting zich als goed werkgever te gedragen heeft geschonden.

4.8  Deze grief slaagt. Hoewel de band tussen de door [appellante] te verrichten - administratieve - werkzaamheden en de workshop ontbreekt en niet aangenomen kan worden dat [appellante] verplicht was om daaraan deel te nemen, was de workshop wel aan het werk gerelateerd. Het ging immers om een personeelsactiviteit die gehouden werd in de hal van het kantoor van M/V Communicatie. Verder had M/V Communicatie de activiteit (mede) georganiseerd en had zij, dan wel M/V Events namens haar, de professionele rollerskaters van Groovy Company ingehuurd en de rolschaatsen gehuurd. Anders dan M/V Communicatie heeft betoogd, is het rolschaatsen op een marmeren vloer (die, zoals van algemene bekendheid is, glad en hard is) - zonder voldoende houvast - een risicovolle bezigheid, zeker als tevoren geen beschermingsmiddelen, zoals knie- en polsbeschermers, worden uitgereikt en geen rolschaatsinstructie is gegeven. Hoewel rolschaatsen vier (twee dubbele) wielen hebben, kan niet worden volgehouden dat het valgevaar daardoor beperkt is. Dat risico is, naar van algemene bekendheid is, juist aanzienlijk, zeker voor mensen op middelbare leeftijd die in geen jaren aan rolschaatsen hebben gedaan, zoals [appellante]. Daaraan doet niet af dat bij een valpartij doorgaans de gevolgen niet zo ernstig zijn. [appellante] heeft onweersproken gesteld dat zij bij binnenkomst in het kantoor van M/V Communicatie een paar rolschaatsen kreeg overhandigd en dat de twee medewerkers van Groovy Company doende waren de geluidsinstallatie te plaatsen. M/V Communicatie heeft aangevoerd dat zij erop mocht vertrouwen dat de medewerkers van Groovy Company als professionals geen activiteiten zouden organiseren die (evident) gevaarlijk zijn, maar uit de feiten volgt dat die medewerkers hebben toegelaten, althans niet hebben voorkomen dat iemand als [appellante] zonder instructie en zonder beschermingsmiddelen is gaan rolschaatsen in de hal. Dat dient voor rekening van M/V Communicatie, die bij de organisatie van de workshop gebruik heeft gemaakt van de hulp van Groovy Company, te komen. [appellante] heeft verder gesteld dat Groovy Company niet beschikte over een aansprakelijkheidsverzekering. M/V Communicatie heeft dat weliswaar betwist, maar zij heeft geen bewijs van die verzekering bijgebracht, wat wel op haar weg lag, nu zij Groovy Company had ingeschakeld. Het hof gaat er dan ook van dat uit een dergelijke polis niet is afgesloten. Vast staat dat zij haar werknemers niet heeft gewezen op het ontbreken van deze verzekering.

4.9  Het hof acht het hiervoor weergegeven nalaten van M/V Communicatie in strijd met wat van een goed werkgever mag worden verwacht. M/V Communicatie heeft onvoldoende gedaan om haar werknemers te beschermen tegen het gevaar van vallen tijdens de workshop en om dekking te bieden tegen de door hen als gevolg van een val geleden schade. M/V Communicatie heeft nog tegengeworpen dat [appellante] zich op elk moment had kunnen onttrekken aan de workshop, althans aan het rolschaatsen. Dat disculpeert haar echter niet. Het gaat er om of, wanneer een werknemer besluit aan het rolschaatsen deel te nemen, M/V Communicatie voldoende heeft gedaan om deze te beschermen tegen de risico’s van vallen met alle gevolgen van dien. Die vraag moet gelet op het voorgaande ontkennend worden beantwoord.

4.10  De gegrondheid van grief 7 brengt mee dat het hof alsnog zal moeten beslissen over de door [appellante] gevorderde schadevergoeding, die M/V Communicatie gemotiveerd heeft betwist. Het hof acht termen aanwezig inlichtingen van partijen over de verschillende posten te verkrijgen, waartoe een comparitie van partijen zal worden gelast. Deze comparitie zal tevens worden benut om te bezien of partijen het over een of meer onderwerpen alsnog eens kunnen worden.
LJN BB8557