Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb R.Dam 121108 eiseres stapt in gat in klinkerpad

Rb R.Dam 121108 eiseres stapt in gat in klinkerpad
De rechtbank is van oordeel dat [eiseres] is geslaagd in het aan haar opgedragen bewijs. Uit de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en Van der Wateringen kan worden afgeleid dat [eiseres] in een verzakking in het klinkerpad is gestapt die zodanig diep was dat haar voet daarin bleef staan terwijl zij ten val kwam. Deze verzakking vormt een gebrek dat vergelijkbaar is met de gebreken zoals deze te zien zijn op productie 8 bij de brief van 17 januari 2008. Daarmee staat vast dat het klinkerpad niet voldeed aan de eisen die men daaraan mag stellen, en daardoor gevaar voor personen opleverde, welk gevaar zich heeft verwezenlijkt. Dit brengt mee dat de gemeente jegens [eiseres] aansprakelijk is.
In vervolg op hetgeen de rechtbank bij tussenvonnis van 20 februari 2008 onder 3.8 tot en met 3.12 heeft overwogen, dient de rechtbank te beoordelen of aan de zijde van [eiseres] sprake is geweest van "eigen schuld" in zin van artikel 6:101 BW.
In de visie van de gemeente had [eiseres] met gebreken als het onderhavige rekening te houden. De gemeente wijst erop dat [eiseres] zelf vond dat de weg zich in een slechte toestand bevond. Van [eiseres] had derhalve extra voorzichtigheid en oplettendheid mogen worden verwacht. Uit de verklaringen van [eiseres] en van haar zus blijkt echter dat zij niet heeft opgelet, aldus de gemeente.
De rechtbank verwijst naar hetgeen zij bij voornoemd tussenvonnis onder 3.10 en 3.11 heeft overwogen. [eiseres] diende inderdaad rekening te houden met het feit dat de Jan Damenweg geen bijzonder vlakke weg was, maar zij behoefde geen rekening te houden met de aanwezigheid van gebreken van een ernst als het onderhavige. [eiseres] kon derhalve menen dat zij als normaal wandelend voetganger van de Jan Damenweg gebruik kon maken zonder haar blik steeds naar het wegdek te moeten richten. Zij mocht tevens menen dat zij een stap achteruit kon zetten om een tegemoetkomende voetganger meer ruimte te bieden, zonder dat zij het risico liep als gevolg van een ernstige verzakking een ongeval als het onderhavige te overkomen. Naar het oordeel van de rechtbank is de schade niet mede een gevolg van een omstandigheid die aan [eiseres] kan worden toegerekend. [eiseres] kan derhalve jegens de gemeente aanspraak maken op volledige vergoeding van de door haar als gevolg van het ongeval geleden schade. LJN BG4764