Overslaan en naar de inhoud gaan

CRvB 080607 toepasbaarheid CBBS bij eenarmigheid, eenbenigheid, rolstoelafhankelijkheid, blindheid

CRvB 080607 toepasbaarheid CBBS bij eenarmigheid, eenbenigheid, rolstoelafhankelijkheid, blindheid en doofheid
Ten aanzien van de grief van appellante dat de FML niet op de juiste wijze is ingevuld, overweegt de Raad als volgt. In zijn uitspraak van 23 februari 2007 (LJN: AZ9153) heeft de Raad het volgende overwogen:
  “Van de zijde van het UWV is benadrukt, en zulks is ook in de eerder genoemde werkinstructie CBBS opgenomen, dat het CBBS, evenals overigens zijn voorganger het FIS, niet goed is afgestemd op bepaalde beperkingen, waaronder beperkingen als gevolg van (functionele) eenarmigheid, eenbenigheid, rolstoelafhankelijkheid, blindheid en doofheid. In gevallen waarin dit aan de orde is, kan niet onverkort worden vastgehouden aan het uitgangspunt om alle bij de verzekerde vastgestelde beperkingen op de daartoe bestemde plaats in de (k)FML op te nemen. Teneinde te komen tot een selectie van een voldoende aantal potentieel geschikte functies, wordt dan gebruik gemaakt van een zogeheten functionele invulling van de (k)FML. De arbeidsdeskundige zal in dergelijke gevallen, in samenspraak met de verzekeringsarts, de aan de hand van die methode door het systeem geselecteerde functies – die selectie zal als gevolg van de evenbedoelde functionele invulling van de (k)FML veelal te ruim blijken te zijn – “handmatig” nader dienen te beoordelen op daadwerkelijke passendheid.

  Daarnaast is erop gewezen dat bij het belastbaarheidsaspect IV.22, knielen en hurken, een uitzondering moet worden gemaakt op de regel dat een toelichting steeds betrekking moet hebben op een gebied boven de gescoorde waarde. Dit zou evenwel een tijdelijk probleem zijn, daar nog onderzoek gaande is of en zo ja hoe dit beoordelingspunt beter kan worden ingericht.

Op zich kan de Raad begrip opbrengen voor deze uitzonderingen op de regel dat alle relevante beperkingen op de daartoe bestemde plaats op de FML dienen te worden ingevuld en dat geen gebruik wordt gemaakt van in toelichtingen opgenomen (nadere) beperkingen. Ook hier blijft evenwel gelden dat op grond van het geheel van de voorliggende CBBS-gegevens, in samenhang bezien met de verzekeringsgeneeskundige en arbeidskundige rapportages, voldoende inzichtelijk en toetsbaar dient te zijn of de uiteindelijk als grondslag voor de schatting in aanmerking genomen functies, ook werkelijk geschikt zijn te achten voor de betrokken verzekerde.

Van belang is uiteindelijk steeds of voor de betrokken verzekerde, voor eventuele rechtshulpverleners maar ook voor de rechter, de arbeidsonge-schiktheidsbeoordeling voldoende inzichtelijk en toetsbaar is. De Raad sluit niet op voorhand uit dat in voorkomende gevallen waarin gebruik is gemaakt van een (k)FML met in toelichtingen verborgen beperkingen, (toch) aan deze eisen van inzichtelijkheid en toetsbaarheid kan zijn voldaan. Ter aanvullende motivering zal dan evenwel een afzonderlijk overzicht onontbeerlijk zijn van alle zich voordoende in toelichtingen opgenomen beperkingen, voorzien van een toereikende toelichting per belastingonderdeel waarom de betreffende functies toch als passend kunnen worden aangemerkt.”
LJN BA7322