Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Arnhem 021007 hoofdsom f 21.205 bgk f 37.425,00 redelijk met oog op zoektocht gevolgen whiplash

Hof Arnhem 021007 hoofdsom f 21.205 bgk f 37.425,00 redelijk met het oog op de zoektocht naar de gevolgen van de whiplash
((In deze zaak heeft de Hoge Raad bij arrest van 20 januari 2006, C04/280HR,
LJN: AU4527 (het verwijzingsarrest), het beroep tegen het (eerste) tussenarrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 2 mei 2002 verworpen, de arresten van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 23 januari 2003 (tweede tussenarrest) en van 25 mei 2004 (het eindarrest) vernietigd en het geding verwezen naar dit hof ter verdere behandeling en beslissing. )

Door de afwijzing van de vordering wegens verlies aan arbeidsvermogen c.q. inkomsten komt ook de daarmee onverbrekelijk samenhangende omvang van de buitengerechtelijke kosten weer open te liggen. Daarop zal het hof nu ingaan.

2.15  [geïntimeerde] heeft wegens buitengerechtelijke kosten (gespecificeerd onder productie 16 bij conclusie van eis) aan Axa f 46.011,35 in rekening gebracht en daarop (bij conclusie van repliek sub 9) drie kort gedingnota’s van in totaal f 7.177,50 in mindering gebracht. Partijen waren het er in eerste aanleg over eens (zie de conclusie van antwoord sub 17) dat de betaalde voorschotten wegens kosten medisch adviseur ad f 10.850,00, kosten Adab ad f 1.575,00 en kosten rechtshulp ad f 25.000,00 (in totaal f 37.425,00) daarop in mindering strekten. [geïntimeerde] heeft in eerste aanleg per saldo (f 8.586,35 – f 7.177,50 =) f 1.408,85 gevorderd. Blijkens haar eindvonnis onder 3.16 heeft de rechtbank die restantvordering afgewezen.
Bij zijn memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel appel en tevens wijziging van eis heeft [geïntimeerde] wegens “deskundigenkosten” voormeld bedrag van f 37.425,00 alsnog gevorderd. De wijziging van zijn eis bij akte van 10 september 2002 heeft, naar Axa redelijkerwijs behoorde te begrijpen, klaarblijkelijk uitsluitend betrekking op zijn vordering tot schadevergoeding wegens verlies van arbeidscapaciteit c.q. inkomsten en impliceert niet dat [geïntimeerde] zijn andere vorderingen heeft prijsgegeven.

2.16  Naar aanleiding van grief 10 in het principaal appel heeft het hof te ’s-Hertogenbosch de buitengerechtelijke kosten in zijn tussenarrest van 2 mei 2002 onder 4.4 gerelateerd aan het uiteindelijk aan [geïntimeerde] toe te wijzen bedrag en in zijn (vernietigde) eindarrest van 25 mei 2004 onder 12.6 en in het dictum toegewezen voor € 16.982,72 (f 37.425,00).
Na cassatie komen uiteindelijk alleen de posten reiskosten ad f 1.205,40 (eindvonnis onder 2.2.3 en 3.15) en smartengeld ad f 20.000,00 (tussenarrest van het hof te ‘s-Hertogenbosch van 2 mei 2002 onder rov. 4.6.1 en eindarrest onder rov. 12.6.1) voor vergoeding in aanmerking, telkens vermeerderd met rente. De meest omvangrijke vordering (tot schadevergoeding wegens verlies van arbeidscapaciteit c.q. inkomsten) wordt afgewezen omdat niet is komen vast te staan dat [geïntimeerde] niet meer kon werken.
Axa is blijkens haar memorie van grieven sub 63 bereid een vergoedingsplicht te aanvaarden van f 25.000,00 (€ 11.344,51), maar betwist het op dit punt meer gevorderde verschuldigd te zijn.

2.17  Het hof stelt voorop dat (redelijke) kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid ook voor vergoeding in aanmerking kunnen komen wanneer uiteindelijk niet komt vast te staan dat schade is geleden (zie HR 11 juli 2003, C01/280HR, LJN: AF7423, NJ 2005, 50). Daarom moet opnieuw worden onderzocht of de gevorderde kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid redelijk zijn en of de verrichte werkzaamheden in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze noodzakelijk waren ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid (de zogenaamde dubbele redelijkheidstoets).
Na het ongeval van 23 juni 1994 heeft [geïntimeerde] zich wegens zijn gezondheidsklachten onder medische behandeling gesteld, eerst van zijn huisarts, toen bij de neuroloog van het Maaslandziekenhuis, later bij de Riagg en ook bij de afdeling psychiatrie van het AZM.
Expertisecentrum N3 heeft een neurologische rapportage (van neuropsycholoog dr. Ganzevles) en een neurologische rapportage (van neuroloog Jansen) uitgebracht, Adab (Arbeidskundige Dienstverlening) een arbeidsdeskundig rapport en (behandelend) psychiater Debije eveneens een rapport (zie de producties bij conclusie van eis). [geïntimeerde] is vanaf het voorjaar van 1996 tot het najaar van 1998 (de inleidende dagvaarding dateert van 28 december 1998) met zijn in letselschade gespecialiseerde advocaat aan de slag geweest om de diverse gevolgen van zijn whiplashtrauma in kaart te brengen en om (de rechtsvoorganger van) Axa te overtuigen van haar aansprakelijkheid voor zijn schade.
Intussen heeft (de rechtsvoorganger van) Axa [geïntimeerde] vanaf oktober 1994 steeds om de paar maanden voorschotten betaald (zie haar overzicht productie 2 bij de pleitnota van haar advocaat van 25 maart 2004 en ook het eindarrest van het hof te ’s-Hertogenbosch onder 12.5.1), tot en met 1998 f 37.425,00 wegens kosten medisch adviseur ad f 10.850,00, kosten Adab ad f 1.575,00 en kosten rechtshulp ad f 25.000,00 (zie rov. 2.15 hiervoor).
Tegen deze achtergrond van de zoektocht van [geïntimeerde] en ook van Axa naar het antwoord op de vraag welke schade het whiplashtrauma nu eigenlijk heeft veroorzaakt en mede gelet op Axa’s regelmatige bevoorschotting, oordeelt het hof de gevorderde kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid, in overeenstemming met de bevoorschotting, redelijk en de verrichte werkzaamheden in de toen gegeven omstandigheden ook redelijkerwijze noodzakelijk ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid. Dat wordt niet anders door de uiteindelijke afwijzing van de vordering tot schadevergoeding wegens verlies van arbeidscapaciteit c.q. inkomsten. Daarom is de vordering tot vergoeding van f 37.425,00 (€ 16.982,72) voor toewijzing vatbaar. De wettelijke rente daarover moet worden berekend vanaf de uit de facturen (producties 16 bij conclusie van eis) blijkende data van opeisbaarheid. Grief 10 in het principaal appel treft geen doel.
LJN BB8613