Overslaan en naar de inhoud gaan

RvT 2005/029 Slechts de dubbele redelijkheidstoets is relevant

Verzekeraar lichtte klager onjuist voor omtrent rechtsbijstandkosten. Voor de vraag of deze kosten als schade voor vergoeding in aanmerking komen, is uitsluitend ter beoordeling of het redelijk was dat klager zich van rechtsbijstand voorzag en of de declaratie van de rechtsbijstandverlener redelijk was (de zogenaamde dubbele redelijkheidstoets van art. 6: 96, lid 2 sub c BW). Niet is een nader causaal verband vereist tussen de medische problematiek, de gevorderde schade en het ongeval. Volgens verzekeraar was inschakeling van een professionele belangenbehartiger door klager gerechtvaardigd (en zelfs gewenst). De correspondentie met klager bevat echter geen ondubbelzinnige bevestiging dat het redelijk was dat klager zich van rechtsbijstand voorzag en dat verzekeraar de redelijke kosten ervan zou vergoeden. Raad van Toezicht 2005/029 Mo