Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Amsterdam 240414 vordering loonschade afgewezen omdat 20-daagse arbeidsongeschiktheid niet door arbodienst of deskundig persoon is vastgesteld

Rb Amsterdam 240414 mishandeling van agent; civiele vordering smartengeld kan niet hoger zijn dan bij voeging, tenzij schade groter is dan kon worden voorzien;
- hoofdelijke aansprakelijkheid afgewezen, omdat in voegingszaak gevorderd is obv zwaarte aandeel in mishandeling;
- agent dient opgewassen te zijn tegen psychische gevolgen mishandeling bij aanhouding; geen voor vergoeding vatbare schade; smartengeld € 1.000,-;
- vordering loonschade afgewezen omdat 20-daagse arbeidsongeschiktheid niet door arbodienst of deskundig persoon is vastgesteld

De vordering van De Politie

10. De Politie vordert schadevergoeding ten gevolge van de omstandigheid dat [eiser 2] door de mishandeling tussen 3 juni en 23 juni 2009 arbeidsongeschikt is geweest. [gedaagde 2] betwist dat [eiser 2] in deze periode (volledig) arbeidsongeschikt is geweest.
10. Als weerlegging van het verweer van [gedaagde 2] heeft De Politie bij repliek verwezen naar een als productie 15 overgelegd intern memo van de leidinggevende van [eiser 2], [wijkteamchef] en gesteld dat deze bevoegd was om de arbeidsongeschiktheid van [eiser 2] te beoordelen. Krachtens deze bevoegdheid heeft [wijkteamchef] [eiser 2] op 3 juni 2009 volledig arbeidsongeschikt gemeld, aldus De Politie.
10. Uit het overgelegde stuk kan worden opgemaakt dat [eiser 2] zich op 3 juni 2009 bij [wijkteamchef] heeft ziek gemeld en dat deze de ziekmelding heeft geaccepteerd, waarna op 23 juni 2009 [eiser 2] zich gedeeltelijk hersteld heeft gemeld. Niet is gebleken evenwel, dat de (volledige) arbeidsongeschiktheid over de bewuste periode op enig moment door een arbodienst of deskundig persoon is vastgesteld.
10. Het stond De Politie uiteraard vrij om de bovengenoemde ziekmelding van [eiser 2] te accepteren zonder zijn arbeidsongeschiktheid door een terzake deskundige te laten beoordelen. Voor toewijsbaarheid van een vordering op een of meer derden tot vergoeding van de door arbeidsongeschiktheid geleden loonschade is een dergelijke handelwijze, voor het geval die vordering wordt betwist, onvoldoende. Het beroep op de bevoegdheid van [wijkteamchef] om de arbeidsongeschiktheid van [eiser 2] te beoordelen kan De Politie niet baten, aangezien niet is gesteld of anderszins gebleken dat [wijkteamchef] over de vereiste deskundigheid beschikt om de arbeidsongeschiktheid van [eiser 2] te beoordelen.
10. Dat betekent dat onvoldoende is komen vast te staan dat [eiser 2] gedurende de periode 3 juni tot 23 juni 2009 door het als gevolg van de mishandeling ontstane letsel, met name een lichte hersenschudding en schouderletsel, volledig arbeidsongeschikt was en zelfs niet in staat was bureauwerk te doen. Aangezien De Politie op dit specifieke punt geen nader bewijs heeft aangeboden wordt de vordering tot vergoeding van loonschade afgewezen.

ECLI:NL:RBAMS:2014:2548