Overslaan en naar de inhoud gaan

RBAMS 140224 Bureau Clara Wichman kan en mag collectieve actie instellen in zaak over borstimplantaten

RBAMS 140224 Bureau Clara Wichman kan en mag collectieve actie instellen in zaak over borstimplantaten

zie ook: https://www.rechtspraak.nl

1Waar gaat deze zaak over?

1.1.

Dit is een massaschadezaak gericht tegen de producent van bepaalde borstimplantaten. Volgens de eisende partij (BCW) gaat het om gevaarlijke implantaten die schade veroorzaken bij de personen die de implantaten hebben of hebben gehad. Daarom eist BCW als belangenbehartiger schadevergoeding voor deze hele groep van personen, via een zogenoemde collectieve actie. Die groep bestaat volgens BCW uit ongeveer 60.000 personen (door partijen aangeduid als: de Vrouwen).

1.2.

Het gaat specifiek om de reeks van getextureerde borstimplantaten die binnen het concern van de Amerikaanse farmaceut Allergan, tegenwoordig AbbVie, zijn geproduceerd en die door dit concern in 2019 van de markt zijn gehaald.

1.3.

Volgens BCW kunnen deze implantaten tot ernstige ziekte of gezondheidsklachten leiden, namelijk BIA-ALCL, een zeldzame vorm van lymfeklierkanker, en ASIA, een auto-immuun-syndroom.

1.4.

Alle acht gedaagden (Allergan c.s.) zijn vennootschappen uit het AbbVie-concern. Volgens BCW is elk van de gedaagden aan te merken als producent van de implantaten en daarom aansprakelijk voor de schade van de Vrouwen.

1.5.

Ten behoeve van de Vrouwen vordert BCW zowel materiële als immateriële schadevergoeding, in verband met:

  • -

    de verschillende behandelingen die Vrouwen hebben gehad of nog zullen moeten ondergaan, te weten de behandeling ter verwijdering van een implantaat (explantatie) en/of ter reconstructie van een borst (reconstructie) of ter plaatsing van een implantaat (implantatie);

  • -

    het hebben (gehad) van de ziektebeelden, te weten BIA-ALCL en/of ASIA;

  • -

    de angst voor het krijgen van BIA-ALCL.

1.6.

In deze fase van de procedure gaat het nog niet om de inhoud van de zaak. Eerst wordt in dit vonnis beslist of:

  • -

    de Nederlandse rechter over de zaak mag oordelen (de rechtsmacht),

  • -

    de collectieve actie valt onder de nieuwe massaschadezaken-wet (voluit: de Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (WAMCA)). Alleen onder die wet kan een belangenorganisatie ook een vordering tot schadevergoeding instellen,

  • -

    BCW de collectieve actie mag instellen (de ontvankelijkheid), ook gelet op de (wijze van) financiering van de procedure,

  • -

    de collectieve actie naar Nederlands recht of naar (enig) buitenlands recht moet worden beoordeeld (het toepasselijk recht).

Een meer gedetailleerde leeswijzer staat onder 5. op pagina 7 van dit vonnis.

1.7.

In dit vonnis oordeelt de rechtbank uiteindelijk dat BCW de collectieve actie kan en mag instellen voor de groep van Vrouwen die in Nederland een behandeling ter implantatie van de implantaten hebben ondergaan en dat alleen op de vorderingen van de Vrouwen uit die groep bij wie een Implantaat is geplaatst dat na 15 november 2016 in het verkeer is gebracht de WAMCA van toepassing is.ECLI:NL:RBAMS:2024:745