Overslaan en naar de inhoud gaan

CTG 2005/281 verzekeringsarts mag niet zelfstandig tot de conclusie komen dat betrokkene geschikt is

CTG 2005/281 verzekeringsarts mag niet zelfstandig tot de conclusie komen dat betrokkene geschikt is voor eigen functie
4.4 Met het Regionaal Tuchtcollege is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat de arts de reikwijdte van zijn eigen discipline als verzekeringsarts heeft overschreden door in de onderhavige rapportage, zonder onderbouwing, op te merken dat klager per datum onderzoek weer volledig geschikt is voor de eigen functie. Het Centraal Tuchtcollege hecht eraan nog eens te benadrukken dat het oordeel omtrent de geschiktheid voor de eigen functie bij WAO-zaken als deze, waar eerder wel arbeidsongeschiktheid is aangenomen voor de eigen functie, niet zelfstandig door de verzekeringsarts kan worden gegeven, doch in samenspraak met de arbeidsdeskundige tot stand moet komen. De arts had zich derhalve moeten beperken tot de conclusie dat hij op basis van de beschikbare onderzoeksgegevens geen beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek bij klager kon constateren. Hoewel de arts dus in deze casus buiten de reikwijdte van zijn discipline als verzekeringsarts is getreden, acht het Centraal Tuchtcollege dit - gelet op de omstandig-heden van het geval - niet zodanig ernstig dat dit de oplegging van een tuchtrechtelijke maatregel rechtvaardigt.
CTG