Overslaan en naar de inhoud gaan

antwoord op kamervragen lid Bontes terzake van de GBL en het Keurmerk Letselschade

Datum
4 mei 2011
Ons kenmerk
5690221/11/DSP
2011Z04866
Vragen van het lid Bontes (PVV) aan de minister van Veiligheid en Justitie overhet bericht ‘Slachtoffer met letsel in de kou’ (ingezonden 10 maart 2011).

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘Verzekeraars vertikken snellecompensatie: Slachtoffer met letsel in de kou’? 1)
Antwoord op vraag 1.
Ja.

Vraag 2
Kloppen de feiten in dit bericht? Zo ja, deelt u de mening dat de belangen van slachtoffers met letselschade door enkel een vrijblijvende gedragscode niet voldoende behartigd worden?
Antwoord op vraag 2.
In het bericht in De Telegraaf worden conclusies en aanbevelingen genoemd uit het rapport ‘De Gedragscode Behandeling letselschade: een goed bewaard geheim?’ van de Stichting De Ombudsman. Door Stichting de Ombudsman zijn, op grond van uitkomsten van een enquête waarop door meer dan 1000 mensen is gereageerd, 42 complete dossiers onderzocht. Bij deze 42 dossiers zitten veel langdurige gevallen, die overigens veelal nog dateren van vóór de invoering van de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL). Uiteraard betreur ik het dat er slachtoffers zijn die lang op de afwikkeling van hun zaak moeten wachten. Ik ben met de Stichting De Ombudsman van mening dat slachtoffers met letselschade snel duidelijkheid moeten hebben over de afwikkeling van de schade. Letselschade heeft vaak een grote impact op iemands leven en op dat van zijn of haar directe omgeving. De in het onderzoek betrokken dossiers betreffen voornamelijk complexe zaken wat de gewenste snelle duidelijkheid bemoeilijkt.
De primaire verantwoordelijkheid voor het snel afwikkelen van de schade ligt bij de letselschadebranche zelf. De ontwikkeling en invoering van de Gedragscode past daarbij. Het is in het belang van slachtoffers dat alle partijen in de letselschadepraktijk volgens de Gedragscode werken en daar waar dit nog niet voldoende het geval is hierop aanspreekbaar zijn.
De vaste kamercommissie van VenJ heeft mij overigens om een kabinetsreactie gevraagd op het rapport. In deze reactie zal ik nader ingaan op de aanbevelingen uit het rapport. Op korte termijn kunt u deze verwachten.

Vraag 3
Bent u het met Stichting De Ombudsman eens de Gedragscode behandeling letselschade te verankeren in de wet? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 3.
De Gedragscode moet bewerkstelligen dat de buitengerechtelijke afwikkeling van letselschadeclaims kwalitatief beter, sneller, slachtoffervriendelijker en transparanter verloopt. De partijen in de letselschadebranche hebben door de ontwikkeling en invoering van de Gedragscode hun eigen verantwoordelijkheid genomen. Het is nu aan de organisaties in de branche zelf om elkaar aan te spreken op het naleven van de afspraken die zij in onderling overleg hebben opgesteld. Uit het rapport van de Stichting De Ombudsman blijkt overigens tevens dat de gedragscode niet algemeen bekend is. Ik ben van mening dat
naamsbekendheid effectief door partijen in de letselschadebranche zelf kan en moet worden vergroot. Hierbij denk ik aan voorlichting en het verstrekken van de tekst van de Gedragscode aan rechtshulpverleners, verzekeraars, artsen en
Slachtofferhulp Nederland. De Letselschade Raad werkt momenteel aan een versie van de Gedragscode speciaal voor slachtoffers in de vorm van een digitale folder, waar slachtoffers op diverse plaatsen kunnen worden geattendeerd zoals in
foldermateriaal van ziekenhuizen en rechtshulpverleners.

Vraag 4
Deelt u de mening dat het hanteren van het Keurmerk Letselschade aan voorwaarden verbonden dient te worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 4.
De Stichting Keurmerk Letselschade ontwikkelt en handhaaft kwaliteitsnormen en stelt voorwaarden aan de verkrijging van het Keurmerk Letselschade. Het Keurmerk omvat een aantal belangrijke waarborgen, zoals onafhankelijkheid, deskundigheid, transparantie, communicatie en duidelijkheid. Ik zie dan ook geen reden om nadere eisen te stellen aan het Keurmerk.


Vraag 5
Bent u voorts bereid slachtoffers de mogelijkheid te geven hun klachten voor te leggen aan een geschillencommissie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord op vraag 5.
Er zijn per branche reeds verschillende mogelijkheden voor slachtoffers om klachten voor te leggen zoals het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD), de Vereniging voor Letselschade Advocaten (LSA), de Orde van Advocaten, de Stichting De Ombudsman en het Bemiddelingsloket van De Letselschade Raad. Daar waar de mogelijkheden om klachten in te dienen al in de branche zelf in voldoende mate aanwezig zijn, acht ik overheidsingrijpen niet nodig en zie ik geen aanleiding om een aparte geschillencommissie in het leven te roepen.
De Letselschade Raad heeft inmiddels de slachtoffers van de onderzochte dossiers opgeroepen zich te melden bij het Bemiddelingsloket van deze Raad. Bij het Bemiddelingsloket kunnen slachtoffers terecht voor procedureel advies, waarbij
het vastgelopen dossier wordt vlotgetrokken. Indien nodig wordt verwezen naar een passende geschiloplossing.


1) De Telegraaf, ‘Verzekeraars vertikken snelle compensatie: Slachtoffer
met letsel in de kou’, 7 maart 2011