Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Den Bosch 120111, X/London, overlijdensschade, ongeval uit 1993; afwijzing buitengerechtelijke kosten en kosten berekeningen

Rb Den Bosch 120111, X/London, overlijdensschade, ongeval uit 1993; afwijzing buitengerechtelijke kosten en kosten berekeningen
(vordering sub IV)

4.69.  [A] c.s. vordert een bedrag van EUR 15.300,33 aan buitengerechtelijke kosten. In reactie op het verweer van London dat de gevorderde kosten niet als buiten-gerechtelijke kosten zijn aan te merken stelt [A] c.s. dat de buitengerechtelijke werkzaamheden niet alleen hebben bestaan in enkele regelingsgesprekken met London en de correspondentie met London, maar ook in het verzamelen van informatie over het bedrijf van wijlen de heer [X], gesprekken met zijn broer en de accountant om meer inzicht in het bedrijf en de rol van wijlen de heer [X] daarin te krijgen, het beoordelen van dikke pakketten informatie, overleg met [A] over haar schade en die van haar dochter, het geven van instructies aan en uitvoerig overleg met NRL etc etc. Ook is volgens [A] c.s. veel tijd gaan zitten in het opstellen en laten behandelen van het verzoek om een voorlopig deskundigenbericht.
In antwoord op het verweer van London dat de kosten niet voor haar rekening komen maar door haar rechtsbijstandsverzekeraar zijn vergoed, stelt [A] c.s. dat ingevolge de polisvoorwaarden terugbetaling van vergoedingen moet plaatsvinden indien de kosten op een ander (in casu London) kunnen worden verhaald.

4.70.  Gelet op deze laatste stelling van [A] c.s. acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat de buitengerechtelijke kosten - voor zover verhaalbaar op London - voor rekening van [A] c.s. komen. De rechtbank oordeelt evenwel dat het merendeel van de door [A] c.s. genoemde werkzaamheden geen buitengerechtelijke werkzaamheden zijn in de zin van artikel 6:96 lid 2 sub c BW maar werkzaamheden die zien op de voorbereiding van de procedure en de instructie van de zaak (bespreking van de zaak met de cliënt, bestudering van het dossier, inwinnen van informatie, verzamelen van feiten etc). Ook de kosten die [A] c.s. (vergeefs) heeft gemaakt in het kader van het verzoek om een voorlopig deskundigenbericht zijn niet aan te merken als buiten-gerechtelijke kosten. Alleen de kosten die verband houden met de gevoerde regelingsgesprekken zijn als buitengerechtelijk aan te merken.

4.71.  Uit de vele door [A] c.s. overgelegde declaraties (productie 52 omvat 61 pagina’s) blijkt niet welke kosten gemoeid zijn geweest met regelingsgesprekken. De rechtbank is van oordeel dat die kosten ook niet volledig voor vergoeding in aanmerking komen omdat de gesprekken voor een zeer belangrijk deel gingen over de gevorderde schadevergoeding wegens gederfd levensonderhoud, welke vordering (sub II) thans wordt afgewezen. De deels toegewezen vordering van [A] tot vergoeding van de kosten van lijkbezorging (sub I) vormde slechts een zeer ondergeschikt punt van geschil. Met inachtneming van het voorgaande zal de rechtbank de hoogte van de door London te vergoeden buitengerechtelijke kosten ex aequo et bono vaststellen op een bedrag van EUR 1.000,-, te voldoen aan [A] en te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, nu niet bekend is op welke (eerdere) datum deze kosten zijn gemaakt.

Kosten van actuariële berekeningen (vordering sub V)

4.72.  [A] c.s. vordert de kosten ad EUR 6.618,78 die zij heeft moeten maken in verband met het laten maken van actuariële berekeningen. London voert verweer.
Nu deze berekeningen zien op de hoogte van vordering sub II en deze vordering wordt afgewezen, ziet de rechtbank geen grond deze kosten toe te wijzen.
  LJN BP3110