Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Assen, 090806 R wijzigt inzicht,vraagt zich af hoe arts tot oordeel kan komen zonder pat.kaart

Rb Assen, 09-08-06 Rechtbank wijzigt inzicht en vraagt zich thans af hoe neuroloog tot oordeel over situatie zonder ongeval kan komen zonder inzage in de patiëntenkaart.
De medisch deskundige heeft, zoals reeds overwogen, aangegeven dat hij voor de beantwoording van de hem gestelde vragen, inzage in de patientenkaart van [eiser] niet noodzakelijk acht. De rechtbank overweegt voorts dat dit standpunt van de medisch deskundige, gelet op het antwoord op vraag d -dat het niet waarschijnlijk is dat, indien het ongeval zich niet zou hebben voorgedaan, [eiser] deze klachten zou hebben gehad - in relatie tot hetgeen overigens door de deskundige terzake de klachten van [eiser] is opgemerkt, voor haar niet zonder meer begrijpelijk is, aangezien bij haar de vraag rijst hoe dit antwoord gegeven kan worden, indien de medische historie zoals blijkend uit de patientenkaart van [eiser] niet geraadpleegd is.
     De rechtbank komt op grond van het vorenstaande en mede op grond van recente jurisprudentie ten aanzien van het overleggen van de patiëntenkaart, waarbij het aankomt op een afweging tussen de belangen bij het grondrecht op privacy, zoals neergelegd in artikel 8 EVRM, en het grondrecht op een eerlijk proces, zoals omschreven in artikel 6 EVRM, tot het gewijzigde inzicht dat [eiser] de patiëntenkaart aan de medisch adviseur van de aansprakelijk partij dient te overleggen. Daarbij tekent de rechtbank aan dat [eiser] slechts gehouden is zijn patiëntenkaart te verstrekken aan een persoon die optreedt als medisch adviseur van [gedaagde], mits deze arts is en is onderworpen aan het tuchtrecht van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.
     De rechtbank zal derhalve bepalen dat [eiser] de patiëntenkaart aan de arts-medisch deskundige van [gedaagde], onderworpen aan het tuchtrecht van de Wet BIG, dient te verstrekken. [gedaagde] zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld om bij akte aan te geven in hoeverre vorenbedoelde kennisneming van de patientenkaart aanleiding geeft tot nadere opmerkingen.
     Gelet op het principiële karakter van deze beslissing en het gegeven dat deze procedure dient te worden afgehandeld op basis van het oude procesrecht, zal het hoger beroep tegen dit tussenvonnis niet worden uitgesloten.
LJN AY7601