Overslaan en naar de inhoud gaan

RBOBR 171121 belangen ass. voldoende gediend indien het aan deskundige(n) wordt overgelaten om gewenste medische info op te vragen

RBOBR 171121 belangen ass. voldoende gediend indien het aan deskundige(n) wordt overgelaten om gewenste medische info op te vragen

in vervolg op
RBOBR 090320 
volledige patiëntenkaart dient ter beschikking te komen; toetsing a.d.h.v. Medisch Paragraaf bij GBL

- verweerschrift met zelfstandig tegenverzoek, incl nieuwe medische rapportage: één week voor zitting is tijdig
- geen sprake van secundaire victimisatie;

- kosten, uurtarief reeds gematigd vanwege ES; gevorderd: € 6.894,- (25 uur x € 215 + 6 + 21%), begroot: € 6.342,48 obv 23 uur

inhoudsindicatie rechtspraak.nl:

Letselschade zaak. Partijen zijn het er over eens dat er deskundigenonderzoek moet plaatsvinden maar twisten over de vraag welke medische informatie het slachtoffer daaraan voorafgaand aan de medisch adviseur van de verzekeraar moet verstrekken. In eerder deelgeschil is het slachtoffer gelast nadere medische informatie te verstrekken. Het slachtoffer heeft hieraan niet voldaan. Zijn verzoek voor verlof om hoger beroep te mogen instellen van de deelgeschilbeslissing is afgewezen. Het slachtoffer is een bodemprocedure gestart en de verzekeraar vordert in 843a Rv incident dat het slachtoffer onder verbeurte van een dwangsom wordt veroordeeld de eerder genoemde medische informatie te verstrekken. Het verzoek wordt afgewezen. De rechtbank is niet aan de deelgeschilbeslissing gebonden. In eerste instantie kan aan deskundigen worden overgelaten welke informatie zij nog willen hebben. Partijen kunnen daarmee samenhangend gerichte vragen formuleren. Indien na deskundigenrapport nog behoefte bestaat aan informatie die niet wordt verstrekt kan desgewenst een nieuw verzoek worden ingediend. In dit stadium prevaleert het belang van het slachtoffer bij bescherming van zijn gegevens boven het belang van de verzekeraar om onder verbeurte van een dwangsom een veroordeling tot het verstrekken van die gegevens te verkrijgen.

2
De beoordeling in het incident

2.1.
In de hoofdzaak vordert [eiser] – kort gezegd- een verklaring voor recht dat hij voldoende medische informatie heeft overgelegd en dat hij niet gehouden is aanvullende informatie over te leggen, anders dan op verzoek van de deskundige en Euro Insurance Ltd. te veroordelen tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding van € 1.250,00 per maand, dan wel een aanvullend voorschot van € 15.000,00.

2.2.
In het incident vordert Euro Insurance Ltd. [eiser] te veroordelen aan de medisch adviseur van Euro Insurance Ltd. afschriften (althans inzage of uittreksel) te verstrekken van de in 4.1. van de incidentele conclusie genoemde bescheiden, op straffe van verbeurte van een dwangsom. [eiser] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

2.3.
Bij beschikking in deelgeschil van 9 maart 2020 (ECLI:NL:RBOBR:2020:1553) is [eiser] gelast om aan de medisch adviseur van Euro Insurance Ltd.inzage te geven in de stukken waarvan Euro Insurance Ltd. in het incident (primair) afschriften vordert.

[eiser] heeft hieraan geen gehoor gegeven. [eiser] heeft bij dagvaarding verzocht om hem verlof te verlenen tegen die beslissing in deelgeschil hoger beroep in te stellen. Dit verzoek is bij vonnis van 16 september 2020 afgewezen omdat er geen sprake is van een bindende eindbeslissing op een of meer geschilpunten tussen partijen betreffende hun materiële rechtsverhouding.

De rechtbank is in de hoofdzaak en in het incident aan die beslissing in het deelgeschil, gelet op de aard van die beslissing, in dit incident niet gebonden (zie artikel 1019cc Rv).

2.4.
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden afgewezen. Daartoe wordt het volgende overwogen.

2.4.1.
Partijen zijn het er over eens dat een deskundigenonderzoek dient plaats te vinden.

Zij zijn, ook na de beslissing in deelgeschil, nog niet samen tot het verstrekken van een opdracht gekomen omdat zij het niet eens kunnen worden over de medische informatie die [eiser] (nog) ter beschikking moet stellen. De incidentele vordering van Euro Insurance Ltd. ziet er op dat haar medisch adviseur de beschikking krijgt over de gevraagde medische informatie waarna partijen dan gezamenlijk een deskundige aan het werk kunnen zetten.

2.4.2.
De rechtbank is van oordeel dat de belangen van Euro Insurance Ltd. voldoende gediend worden indien het aan de deskundige(n) wordt overgelaten om de door hem gewenste medische informatie bij [eiser] op te vragen (die dan ook aan de medisch adviseur van Euro Insurance Ltd. dient te worden verstrekt). De door partijen te bepalen vraagstelling aan de deskundige biedt voldoende mogelijkheden voor Euro Insurance Ltd. om de deskundige te bewegen zo nodig nadere medische informatie op te vragen die Euro Insurance Ltd., met het oog op de door haar vermoede aanwezigheid van klachten voorafgaand aan het ongeval zoals in deze procedure genoemd, op te vragen. Daarnaast is het zo dat indien Euro Insurance Ltd. na het deskundigenrapport nog behoefte zou hebben aan nadere informatie (die een deskundige eventueel opnieuw in een (vervolg) onderzoek zou moeten betrekken), voor Euro Insurance Ltd. de weg open ligt om desgewenst, bij weigering van [eiser] om die informatie te verstrekken, een (nieuw) verzoek ex artikel 843a Rv te dienen. Euro Insurance Ltd. heeft gelet hierop, tegenover het belang van [eiser] bij bescherming van privacygevoelige informatie, naar het oordeel van de rechtbank in dit stadium onvoldoende belang bij haar vordering [eiser] te veroordelen afschriften van de bedoelde stukken te verstrekken op straffe van verbeurte van een dwangsom.

2.5.
Euro Insurance Ltd. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. ECLI:NL:RBOBR:2021:5974