Overslaan en naar de inhoud gaan

LSA Geschillencommissie 130313 extra uren ivm taalproblemen wél, 12 min. per brief, tijd voor declaraties en € 285,00 niet redelijk

LSA Geschillencommissie 130313 extra uren ivm taalproblemen wél, 12 min. per brief, tijd voor declaraties en € 285,00 niet redelijk

4. De feiten

4.1   De Commissie gaat uit van de volgende feiten.

4.2  Op 22 december 2008 heeft een verkeersongeval plaatsgevonden waarbij een cliënt van de advocaat letsel heeft opgelopen. De verzekeraar heeft als WAM-verzekeraar aansprakelijkheid voor het ongeval erkend.

4.3  Eind 2011 is tussen de cliënt van de advocaat en de verzekeraar overeenstemming bereikt over de hoogte van de schade van de cliënt, exclusief de buitengerechtelijke kosten. De schade van de cliënt werd afgewikkeld op een bedrag van EUR 25.000,-, welk bedrag op 2 januari 2012 aan de cliënt werd betaald. Tussen de advocaat en de verzekeraar is geen overeenstemming bereikt over de hoogte van de door de verzekeraar aan de advocaat tevergoeden buitengerechtelijke kosten.

5. Het standpunt van de advocaat

5.1    Met betrekking tot de hoogte van het uurtarief, stelt de advocaat dat hij met zijn cliënt het standaard uurtarief van zijn kantoor is overeengekomen, te weten in 2009 EUR 270,-, in 2010 EUR 280,- en in 2011 EUR 285,- per uur, te vermeerderen met kantoorkosten, eventuele verschotten en BTW. Genoemde tarieven zijn volgens de advocaat redelijk. Zijn kantoor is een zogenoemd nichekantoor en behandelt uitsluitend zaken waarin het kantoor is gespecialiseerd (naar de Commissie begrijpt: letselschadezaken). Het kantoor hanteert één tarief voor alle zaken en aile werkzaamheden. Het uurtarief is volgens de advocaat lager dan het door de vereniging ASP geadviseerde uurtarief, welk tarief in deze zaak zou uitkomen op (het Recofa uurtarief van) EUR 198,- per uur, te vermenigvuldigen met een specialisten/belang factor van 1,5, aldus EUR 297,- per uur (te vermeerden met kantoorkosten en BTW).

5.2  Over de omvang van zijn werkzaamheden voert de advocaat aan, dat de totale tijdsbesteding door de advocaat in deze zaak werd beïnvloed door een aantal factoren.te weten:

-   er was bij zijn cliënt sprake van moeilijk objectiveerbare klachten;

-  Zijn cliënt was van buitenlandse afkomst en was de taal onvoldoende machtig, zodat de communicatie tussen de advocaat en zijn cliënt moest verlopen via intermediairs (in casu een kennis van de cliënt en later verschillende boekhouders).

5.3  De totale tijdsbesteding in het dossier is, alle omstandigheden in aanmerking genomen, niet onredelijk hoog, aldus de advocaat. Hij wijst er op dat door hem in het eerste half jaar ongeveer tien uren en in de twee jaren daarna ook ongeveer tien uren per jaar zijn besteed.

5.4    Het kantoor van de advocaat hanteert de volgende regels voor tijdschrijven. Voor elk inkomend stuk wordt 6 minuten geschreven, ongeacht de omvang van dat stuk, en 12 minuten per pagina voor elk uitgaand stuk. Aldus wordt bijvoorbeeld voor een rappel- of ter kennisname- brief ook 12 minuten geschreven.

5.5    Er is in de onderhavige zaak sprake geweest van de opvolging van belangenbehartiger, maar die wisseling van belangenbehartiger heeft niet veel extra tijdsbesteding gevergd. In de gegeven omstandigheden is de (wijziging van de) keuze van de cliënt als redelijk aan te merken, nu de voorganger van de advocaat o.a. ZLM Rechtsbijstand was. Bovendien heeft de vorige advocaat zijn declaratie gecrediteerd (omdat de verzekeraar weigerde die declaratie te betalen), zodat de verzekeraar op dit punt geen dubbele kosten heeft gemaakt.

5.6    Over de verhouding tot de hoofdsom en de buitengerechtelijke kosten, stelt de advocaat dat hij het initiatief heeft genomen voor een pragmatische insteek van de schadeafwikkeling. Dat leidde tot een aan de cliënt toekomende vergoeding van EUR 25.000,-. Bij een dergelijke pragmatische insteek zou niet gekeken moeten worden naar de verhouding tussen buitengerechtelijke kosten en hoofdsom, aldus de advocaat. Bovendien is van een wanverhouding tussen de buitengerechtelijke kosten en de overige schade geen sprake, nu de buitengerechtelijke kosten minder dan de helft bedragen van de overige schade.

5.7  De advocaat heeft in de onderhavige procedure (onder meer) zijn declaraties en urenspecificaties overgelegd. Vanwege zijn geheimhoudingsplicht kan hij geen inzage geven in alle correspondentie en notities met betrekking tot de contacten met zijn cliënt en derden, maar hij biedt aan zijn (gehele) dossier ter inzage te geven aan een door de Commissie aan te wijzen advocaat, zodat het beroepsgeheim gewaarborgd blijft.

6. Het standpunt van de verzekeraar

6.1 De verzekeraar stelt dat het door de advocaat gehanteerde uurtarief en het aantal in rekening gebrachte uren de redelijkheidstoets van art. 6:96 BW niet kunnen doorstaan en de zaak geen hoog / specialisten tarief rechtvaardigt. Daartoe voert de verzekeraar (naar de kern weergegeven) het volgende aan:

(a.) de zaak betreft geen gecompliceerde letselschadezaak; in het dossier is ook geen complexe inhoudelijke discussie gevoerd, bijvoorbeeld over medische/juridische causaliteit, de hoogte van de schade, over voorschotten (die zijn niet gevraagd), of over verlies aan verdienvermogen;

(b.) er is geen discussie gevoerd over de aansprakelijkheid; die was al erkend toen de advocaat de zaak overnam; 

(c.) het door de ASP geadviseerde uurtarief wordt in de rechtspraak vaak niet gevolgd. Bovendien zou toepassing van dat tarief in deze zaak lager uitvallen dan door de advocaatwordt betoogd. Zo is het de vraag of factor 1,5 moet worden toegepast en was het Recofa uurtarief in 2009 EUR 186,- per uur in plaats van (door de advocaat gesteld) EUR 198,- per uur;

(d.) door de advocaat is te veel tijd geschreven voor de door hem verrichte werkzaamheden, meer in het bijzonder aan correspondentie en overige communicatie met derden, verder is veel tijd geschreven (telkens minimaal 12 minuten) voor korte brieven;

(e.) de omvang van de door de advocaat gepresenteerde buitengerechtelijke kosten (EUR 11.873,53) staat niet in verhouding tot de 'persoonlijke schade' (de aan de cliënt van de advocaat betaalde vergoeding van EUR 25.000,-);

(f.) de verzekeraar heeft de indruk dat een deel van de omvang van de buitengerechtelijke kosten te maken heeft met het wisselen van belangenbehartiger(s);

(g.) voor eenvoudige / administratieve werkzaamheden, zoals het versturen van een (voorlopige) declaratie, het opvragen en doorzenden van medische informatie en het aanvragen van een toevoeging is door de advocaat hetzelfde tarief gerekend als voor inhoudelijke berichtgeving;

(h.) er heeft weinig inhoudelijke correspondentie plaatsgevonden;

(i.) tot een gezamenlijk (aan de cliënt) af te leggen huisbezoek is het niet gekomen;

(j.) door de advocaat zijn weliswaar schadegegevens overgelegd, maar deze zijn niet vertaald in een concrete vordering c.q. schadestaat;

(k.) de advocaat heeft in een brief weliswaar de suggestie geopperd voor een pragmatische regeling en daarover telefonisch gesproken met een schadebehandelaar van de verzekeraar, maar het was de schadebehandelaar van de verzekeraar die vervolgens een concreet voorstel heeft gedaan, dat vervolgens door de cliënt van de advocaat is geaccepteerd.

6.2 De verzekeraar heeft (een deel van) het dossier overgelegd, waaronder de correspondentie tussen de advocaat en de verzekeraar en de door de advocaat aan de verzekeraar gezonden (schade)stukken.

7. Beoordeling van het geschil

a. Beoordelingsmaatstaf

7.1 De Commissie stelt voorop dat de (hoogte van de) door de verzekeraar te vergoeden buitengerechtelijke kosten - conform vast gebruik van de Commissie - wordt beoordeeld aan de hand van de criteria van art. 6:96 BW. De Commissie laat de declaraties op zich in stand, omdat de Commissie niet oordeelt over het bedrag dat de advocaat aan zijn cliënt in rekening brengt, doch oordeelt uitsluitend over de vraag welke kosten naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid door de verzekeraar dienen te worden vergoed.

7.2  De Commissie acht zich door de schriftelijke stukken die partijen hebben ingediend voldoende geïnformeerd om te kunnen beslissen. De Commissie gaat dan ook voorbij aan het aanbod van de advocaat het volledige dossier ter inzage te geven aan een door de Commissie aan te wijzen advocaat.

b. Inhoudelijke beoordeling

7.3  In geschil zijn de redelijkheid van (I.) de hoogte van het door de advocaat gehanteerde tarief en (II.) de omvang van de door de advocaat geschreven tijd.

/. Het uurtarief

7.4. Ten aanzien van het uurtarief, acht de Commissie het in deze zaak door de advocaat gehanteerde tarief van respectievelijk EUR 270,-, EUR 280,- en EUR 285,- per uur, te vermeerderen met kantoorkosten en BTW niet redelijk, nu de onderhavige zaak niet kan worden aangeduid als een van een gemiddelde letselschadezaak afwijkende moeilijkheidsgraad die een specialisatiefactor van 1,5 rechtvaardigt.

//. De tijdsbesteding

7.5    De Commissie volgt de advocaat in zijn stelling dat de overdracht van het dossier aan achtereenvolgende belangenbehartigers van de cliënt, althans in dit geschil, geen rol mag spelen. Naar de Commissie begrijpt is de zaak aanvankelijk behandeld door een medewerker van een rechtsbijstandverzekeraar. Vervolgens is de zaak (zeer kort) behandeld door een advocaat. Deze advocaat heeft de zaak overgedragen aan de advocaat die partij is in dit geschil. Relevante vragen zijn of de geschetste gang van zaken heeft geleid tot 'dubbele werkzaamheden' of anderszins kostenverhogend heeft gewerkt en of het onredelijk is om die extra kosten ten laste te brengen op de verzekeraar. De Commissie overweegt dat gesteld noch gebleken is dat de rechtsbijstandverzekeraar kosten in rekening heeft gebracht bij de verzekeraar. Verder is door de advocaat onbetwist gesteld dat door de eerste advocaat geen kosten ten laste van de verzekeraar zijn gebracht. Van door de verzekeraar te vergoeden 'dubbele' werkzaamheden is dus geen sprake. De overige aspecten van dit onderdeel kunnen daarom verder onbesproken blijven.

7.6  Dat de omvang van de werkzaamheden van de advocaat zijn toegenomen omdat gebruik moest worden gemaakt van intermediairs vanwege gebrekkige taalkennis van de cliënt, acht de Commissie aannemelijk. De commissie acht het redelijk die extra werkzaamheden in rekening te brengen bij de aansprakelijke partij.

7.7  Bij de beoordeling van de door de advocaat in rekening gebracht tijdbesteding, acht de Commissie van belang dat geen discussie heeft plaatsgevonden over de medische en/of juridische causaliteit of over andere complexe onderwerpen die aan bod kunnen komen bij medisch moeilijk objectiveerbaar letsel en dat geen c.q. nauwelijks inhoudelijke discussie is gevoerd over de hoogte van het verlies aan verdienvermogen of overige schadeposten(behalve over de buitengerechtelijke kosten). Voorts is van belang dat geen schadestaat is gemaakt en dat het niet tot een gezamenlijk (huis)bezoek is gekomen.

7.8    De Commissie acht het niet redelijk om voor elke uitgaande brief 12 minuten te schrijven, zoals de advocaat heeft gedaan. Het schrijven van een 'ter kennisname-brief' of een rappel-brief kost (aanzienlijk) minder tijd. Nu door de advocaat relatief veel tijd is geschreven voor relatief veel korte brieven, acht de Commissie een substantiële matiging op dit punt billijk. Evenzeer is een matiging op zijn plaats nu de advocaat ook telkens tijd heeft geschreven voor het verzenden van zijn declaraties. De daaraan verbonden werkzaamheden dienen te worden gedekt door de kantoorkosten. Tot slot dient de tijd te worden gematigd omdat de advocaat voor het aanvragen van een toevoeging 1 uur tijd heeft geschreven. De Commissie acht dat onredelijk lang.

7.9  Gelet op het voorgaande acht de Commissie het onredelijk alle door de advocaat geschreven tijd ten laste van de verzekeraar te brengen. De Commissie acht het redelijk dat de verzekeraar aan de advocaat voor de door hem verrichte werkzaamheden een totaal bedrag betaalt van € 7.200,-, inclusief 6% kantoorkosten en 19% BTW. Daarbij komen belaste en onbelaste verschotten ter hoogte van, naar de Commissie begrijpt, EUR 536,92 incl. BTW. Het totaal bedrag dient uiteraard verminderd te worden met het reeds door de verzekeraar uitgekeerde bedrag.

7.10 Omdat beide partijen over en weer gedeeltelijk in het (on-)gelijk zijn gesteld, zal de Commissie de administratiekosten voor gelijke delen voor rekening van partijen laten komen. PIV-site