Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb A.dam 300108 88 uur á 190,00 + 6% niet onredelijk, of rb-ass opkomt voor de kosten blijft buiten

Rb A.dam 300108 88 uur á 190,00 + 6% niet onredelijk, of rb-ass opkomt voor de kosten blijft buiten beschouwing
4.15.  buitengerechtelijke kosten
4.15.1.  A vordert bij dagvaarding een bedrag van EUR 24.712,00 aan buitengerechtelijke kosten.

4.15.2.  P Interieurs B.V.betwist deze vorderingen voert hiertoe het volgende aan.
De gevorderde kosten doorstaan niet de dubbele redelijkheidstoets ex artikel 6:96 BW. Uit het door A overgelegde urenoverzicht betreffende de werkzaamheden van haar raadslieden blijkt een honorarium van EUR 17.061,03 in plaats van EUR 21.290,00 inclusief kantoorkosten en BTW. De kosten van het werken met verschillende advocaten, hetgeen dubbel en overbodig werk oplevert, kunnen niet voor rekening van P Interieurs B.V. komen. Dit geldt ook voor de kosten verbonden aan de correspondentie met het GAK. Nu A kennelijk op kosten van Stichting Achmea Rechtsbijstand is bijgestaan heeft zij geen schade en kan zij de door haar gestelde buitengerechtelijke kosten niet verhalen.

4.15.3.  A heeft ter comparitie haar (deel)vordering ad EUR 21.290,00 betreffende de kosten van haar raadslieden in die zin gewijzigd dat de kantoorkosten worden beperkt tot 6% en dat de gemaakte uren inzake de correspondentie met het GAK niet langer worden gevorderd. De rechtbank begrijpt deze wijziging als volgt:

88 uren x EUR 190,00  EUR 16.720
minus kosten inzake GAK    225-
sub-totaal    16.495
plus kantoorkosten 6% en BTW 19%   4.124+
te vorderen na wijziging (afgerond)  EUR 20.619

A heeft ter comparitie erkend dat zij een rechtsbijstandsverzekering heeft maar - onweersproken - onder verwijzing naar paragraaf 16.1 van het rapport Voorwerk II aangevoerd dat zij verplicht is de buitengerechtelijke kosten te verhalen.

4.15.4.  De rechtbank stelt het volgende voorop. In een geval waarin niet of nog niet in rechte is komen vast te staan dat schade is geleden, biedt art. 6:96 lid 2, aanhef en onder b, BW geen grondslag voor een verplichting tot vergoeding van kosten die worden gemaakt om vast te stellen of als gevolg van een gebeurtenis schade is geleden en, zo ja, of daarvoor iemand aansprakelijk kan worden gehouden. Omdat degene die aansprakelijk is voor de schadelijke gevolgen van een door hem veroorzaakt ongeval in beginsel binnen de grenzen van art. 6:98 BW aansprakelijk is voor alle schade die de benadeelde als gevolg van die gebeurtenis heeft geleden, kunnen evenwel de (redelijke) kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid ook voor vergoeding in aanmerking komen wanneer uiteindelijk niet komt vast te staan dat schade is geleden. Wel moeten die kosten als gevolg van het ongeval zijn gemaakt (sine-qua-non-verband) en dienen zij tevens in een zodanig verband met het ongeval te staan dat zij aan de daarvoor aansprakelijke persoon, mede gezien de aard van de aansprakelijkheid en van de schade, als gevolg van deze gebeurtenis kunnen worden toegerekend.

4.15.5.  Met A is de rechtbank van oordeel dat gelet op het - onweersproken - lange schaderegelingstraject de opgegeven 88 uren aan werkzaamheden van haar raadslieden betreffende de vaststelling van aansprakelijkheid en schade niet onredelijk kunnen worden geacht. Dat A achtereenvolgens twee verschillende raadslieden heeft ingeschakeld doet hieraan - zonder nadere adstructie, die ontbreekt - niet af. Verder oordeelt de rechtbank - onder verwijzing naar artikel 16.1 van het Rapport Voorwerk II - dat de vraag of de buitengerechtelijke kosten van A al dan niet (uiteindelijk) door haar rechtsbijstandsverzekeraar worden gedragen, buiten beschouwing dient te blijven. Hieruit volgt dat de verweren van P Interieurs B.V. in dit verband falen.

4.15.6.  Met inachtneming van voormelde maatstaf is de rechtbank van oordeel dat de - na wijziging overigens niet langer bestreden - kosten ad EUR 20.619,00 voor advocatenkosten alsmede de overige - onvoldoende weersproken - buitengerechtelijke kosten ad EUR 3.422,00 met betrekking tot de kosten voor het opvragen van medische informatie, de medisch adviseur en Expertise Bureau K - voor vergoeding in aanmerking komen. Dit komt neer op een toewijsbaar bedrag van totaal EUR 24.041,00. LJN BG3861