Overslaan en naar de inhoud gaan

RBROT 051121 gijzeling en letsel door piraten; wg-er aansprakelijk ex 7:658 BW. Voorschot toegewezen van USD 40.000,00 per wn-er

RBROT 051121 gijzeling en letsel door piraten; wg-er aansprakelijk ex 7:658 BW. Voorschot toegewezen van USD 40.000,00 per wn-er

2.
De vaststaande feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten.

2.1
Forestwave beschikt over een vloot van 48 moderne, multifunctionele schepen.

[gedaagde] is een rederij en is eigenaar van het zeevrachtschip [naam schip].

2.2
[eiser 1], geboren op [geboortedatum eiser 1], en [eiser 2], geboren op [geboortedatum eiser 2], zijn op 24 februari 2018 op basis van een zee-arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst getreden bij Forestwave in de functie van painter. Zij zijn tewerkgesteld op het zeeschip [naam schip] (hierna: het schip). [eiser 1] en [eiser 2] zijn thans niet meer werkzaam bij Forestwave.

2.3
In april 2018 zijn [eiser 1] en [eiser 2] in Antwerpen aan boord gegaan van het schip. Zij voeren met het schip van Takoradi in Ghana naar Port Harcourt in Nigeria, via de Nigerdelta. De Nigerdelta is een hoog-risico gebied voor piraterij.

2.4
Op 21 april 2018 werd het schip, kort voor aankomst in Port Harcourt, overvallen door een groep piraten. De piraten hebben elf van de veertien zeevarenden van het schip gegijzeld, onder wie [eiser 1] en [eiser 2]. [eiser 1] is tijdens beschietingen gewond geraakt door kogels in zijn linkerarm en linkerbeen. [eiser 1] en [eiser 2] zijn door de piraten vier weken vastgehouden in twee hutten in de jungle, omringd door moeras.

2.5
Tussen de piraten en Forestwave is diverse malen onderhandeld over betaling van losgeld. Uiteindelijk is door Forestwave een bedrag van USD 340.000 aan losgeld betaald, waarna de elf zeevarenden werden vrijgelaten.

2.6
De zeevarenden zijn vervolgens naar Amsterdam overgebracht, alwaar zij medisch zijn onderzocht en door de autoriteiten zijn gehoord. [eiser 1] heeft in Amsterdam een aantal dagen in het ziekenhuis doorgebracht ter behandeling van de schotwonden en een maagzweer die hij had opgelopen. Op 25 mei 2018 zijn [eiser 1] en [eiser 2] naar Oekraïne gerepatrieerd.

2.7
Bij brief van 4 januari 2019 zijn Forestwave en [gedaagde] door de gemachtigde van [eiser 1] en [eiser 2] aansprakelijk gesteld voor (de gevolgen van) de aanval door de piraten en de daaropvolgende gijzeling.

2.8
Bij brief van 1 maart 2019 heeft de gemachtigde van Forestwave en [gedaagde] iedere aansprakelijkheid afgewezen. In deze brief is het volgende - voor zover thans van belang - vermeld:

( ... ) The captain and the crew fully ignored the safety instructions despite of the training and instructions received. In such a situation where parties act outside their task and out of the influence of client as employer, there cannot be any liability. ( ... )

Without waiving the position that client is not liable for any damage client is always willing to consider a reasonable request. ( ... )

2.9
Partijen hebben onderhandeld over een door Forestwave te betalen schadevergoeding aan [eiser 1] en [eiser 2]. Partijen hebben geen overeenstemming bereikt. [eiser 1] en [eiser 2] hebben geen schadevergoeding ontvangen.

3.
De vordering

3.1
[eiser 1] en [eiser 2] hebben bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. voor recht te verklaren dat zowel Forestwave als [gedaagde] jegens [eiser 1] en [eiser 2] aansprakelijk zijn voor de door [eiser 1] en [eiser 2] geleden en te lijden materiële en immateriële schade als gevolg van de gijzeling op 21 april 2018;
b. Forestwave en [gedaagde] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan zowel [eiser 1] als aan [eiser 2] van de door [eiser 1] en [eiser 2] geleden en te lijden materiële en immateriële schade als gevolg van de gijzeling, steeds te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 april 2018, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
c. Forestwave en [gedaagde] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan zowel [eiser 1] als aan [eiser 2] van een bedrag van USD 50.000,00, zulks bij wijze van voorschot op de in totaal door Forestwave en [gedaagde] verschuldigde schadebedragen;

alles met veroordeling van Forestwave en [gedaagde] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente, en de nakosten.

3.2
Aan de vordering hebben [eiser 1] en [eiser 2] - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende ten grondslag gelegd.

3.2.1
Forestwave is op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk voor de door [eiser 1] en [eiser 2] geleden en nog te lijden schade als gevolg van de gewelddadige overval door de piraten op 21 april 2018 en de daaropvolgende langdurige gijzeling die heeft plaatsgevonden in de uitoefening van hun werkzaamheden voor Forestwave. De overval en de gevangenhouding onder erbarmelijke omstandigheden in de Nigeriaanse jungle, heeft traumatische gevolgen voor [eiser 1] en [eiser 2]. Zij zijn nog altijd niet in staat om normaal te functioneren. Forestwave heeft de uit voormeld artikel voortvloeiende zorgplicht geschonden, omdat zij heeft nagelaten om deugdelijke (veiligheids)maatregelen te treffen in verband met de van tevoren kenbare risico’s die de gevaarlijke reis naar Port Harcourt meebracht. [eiser 1] en [eiser 2] zijn niet (in voldoende mate) getraind, terwijl ook de noodzakelijke verdedigingsmaatregelen tegen piraterij op het schip, met name de aanwezigheid van prikkeldraad langs de volledige omtrek van het schip, ontbraken en het schip zonder begeleiding door patrouilleschepen door het risicogebied is gevaren. Forestwave heeft dat ook erkend in de hiervoor vermelde brief van haar gemachtigde van 1 maart 2019. De kapitein van het schip is eindverantwoordelijk en vertegenwoordigt de werkgever aan boord van het schip. Schending van de zorgplicht door de kapitein van het schip moet worden beschouwd als een schending van de zorgplicht door Forestwave.

3.2.2
Ook [gedaagde] is, als eigenaar en scheepsbeheerder van het schip, op grond van artikel 6:162 BW aansprakelijk voor de door [eiser 1] en [eiser 2] geleden en nog te lijden schade.

3.2.3
De precieze omvang van de schade staat nog niet vast. Uit de overgelegde voorlopige berekeningen in Amerikaanse dollars blijkt in ieder geval dat de werkelijke schade het gevraagde voorschot van USD 50.000,00 per persoon ruimschoots overstijgt.

3.3
Tijdens de mondelinge behandeling hebben [eiser 1] en [eiser 2] nog verzocht om bij de proceskostenveroordeling af te wijken van het gebruikelijke liquidatietarief.

4.
Het verweer

4.1
Forestwave en [gedaagde] hebben de vordering betwist en hebben geconcludeerd tot het niet-ontvankelijk verklaren van [eiser 1] en [eiser 2] in hun vordering dan wel deze hen te ontzeggen, met veroordeling van [eiser 1] en [eiser 2] in de proceskosten. Forestwave en [gedaagde] hebben daartoe het volgende - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - aangevoerd.

4.1.1
[eiser 1] en [eiser 2] hebben geen belang bij de gevorderde verklaring voor recht dat Forestwave en [gedaagde] aansprakelijk zijn voor de door [eiser 1] en [eiser 2] gestelde schade en de gevorderde verwijzing naar de schadestaatprocedure. Forestwave en [gedaagde] hebben reeds toegezegd dat zij [eiser 1] en [eiser 2] tegemoet zullen komen in redelijke medische kosten en/of een vergoeding te willen betalen voor psychisch of economisch leed dat [eiser 1] en [eiser 2] nog menen te ervaren, mits objectief aangetoond dat van die schade sprake is. Van belang is enkel de hoogte van de vergoeding vast te stellen en daarover hebben partijen nog geen overeenstemming kunnen bereiken.

4.1.2
Subsidiair stelt Forestwave zich op het standpunt dat zij wel degelijk aan haar zorgplicht heeft voldaan. [eiser 1] en [eiser 2] hebben oefeningen ondergaan en instructies gehad. Het schip was voor de reis nog technisch gekeurd en de deur van de citadel (de veiligheidsruimte op het schip) was verstevigd. Het klopt dat het schip niet was voorzien van prikkeldraad, hoewel dat wel voorhanden was op het schip en het aanbrengen van het prikkeldraad ook was geïnstrueerd door Forestwave. Ook ingeval het prikkeldraad wel was geplaatst, had die maatregel de aanval en ontvoering niet kunnen voorkomen. Het had hooguit het aan boord komen van de piraten vertraagd. Het schip werd in het hoog-risicogebied niet door patrouilleschepen begeleid, omdat het schip het afgesproken verzamelpunt waar de patrouilleschepen zouden aansluiten al had bereikt voordat die schepen op die locatie waren aangekomen. De aanval had al plaatsgevonden voordat de patrouilleschepen in de buurt van het schip waren. Het is niet duidelijk waarom de kapitein eerder op de afgesproken locatie aankwam dan de patrouilleschepen. De citadel was uiteraard wel aanwezig, maar de bemanning heeft die ruimte niet tijdig kunnen bereiken.

4.1.3
Gelet hierop is Forestwave niet aansprakelijk voor de door [eiser 1] en [eiser 2] gestelde schade, die bovendien wordt betwist. Ditzelfde geldt voor het gevorderde voorschot. [gedaagde] is evenmin aansprakelijk. [gedaagde] kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor handelingen waar [eiser 1] en [eiser 2] de kapitein van het schip van beschuldigen. De kapitein vertegenwoordigt niet de scheepsbeheerder.

5.
De beoordeling van de vordering

5.1
Niet in geschil is dat de kantonrechter van deze rechtbank bevoegd is om kennis te nemen van de onderhavige vordering en dat Nederlands recht van toepassing is op het onderhavige geschil.

5.2
Het verweer van Forestwave en [gedaagde] dat [eiser 1] en [eiser 2] geen belang hebben bij de onderhavige vordering, voor zover die betrekking heeft op de verklaring voor recht en de verwijzing naar de schadestaatprocedure, kan niet slagen. Niet alleen moet terughoudend worden omgegaan met toepassing van artikel 3:303 BW, vastgesteld wordt dat Forestwave en/of [gedaagde] op geen enkel moment een ongeclausuleerde toezegging aan [eiser 1] en [eiser 2] hebben gedaan dat zij tot betaling van de door hen geleden en nog te lijden schade zullen overgaan. Een dergelijke toezegging blijkt nergens uit het (omvangrijke) procesdossier. Forestwave en [gedaagde] hebben in de voormelde brief van 1 maart 2019 slechts de bereidheid uitgesproken om een redelijk verzoek voor compensatie in overweging te nemen. Dat is geen onvoorwaardelijke toezegging. Forestwave en [gedaagde] ontkennen, ook ten tijde van de mondelinge behandeling, elke aansprakelijkheid. Partijen hebben wel onderhandeld over een door Forestwave te betalen schadevergoeding, maar tot overeenstemming heeft dat niet geleid. Dit betekent dat [eiser 1] en [eiser 2] voldoende belang hebben bij de vorderingen.

[eiser 1] en [eiser 2] zijn dan ook ontvankelijk in hun vorderingen.

Ten aanzien van Forestwave

5.3
Artikel 7:658 lid 1 BW bevat de zorgplicht van de werkgever voor de veiligheid van de werkomgeving van de werknemer. De werkgever moet die maatregelen nemen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn functie schade lijdt. Zo dient de werkgever aanwijzingen te verstrekken om zoveel mogelijk te voorkomen dat de werknemer schade lijdt, en dient hij tevens de daartoe geëigende veiligheidsmaatregelen te treffen. Daarnaast dient een werkgever ervoor te zorgen dat voldoende veiligheidsmateriaal op de werkplek beschikbaar is, en dient hij erop toe te zien dat zijn werknemers dat materiaal op de juiste wijze gebruiken als de omstandigheden waaronder moet worden gewerkt daarom vragen. Gelet op de ruime strekking van de zorgplicht mag niet te snel worden aangenomen dat de werkgever daaraan heeft voldaan.

Schiet de werkgever tekort in zijn zorgplicht, dan is hij op grond van artikel 7:658 lid 2 BW jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die deze in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt. De schadeplichtigheid van de werkgever komt te vervallen indien de werkgever aantoont dat hij zijn zorgplicht is nagekomen of indien hij aantoont dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.

Nu door Forestwave niet is gesteld dat sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de kant van [eiser 1] en/of [eiser 2], behoeft dat onderwerp verder geen bespreking.

5.4
Niet in geschil is dat [eiser 1] en [eiser 2] schade hebben geleden in de uitoefening van hun werkzaamheden voor Forestwave. [eiser 1] en [eiser 2] hebben in april/mei 2018 aan boord van het schip een gewapende overval door piraten meegemaakt, waarbij [eiser 1] ernstig gewond is geraakt als gevolg van de beschietingen, waarna zij met grof geweld zijn ontvoerd en gedurende vier weken zijn gegijzeld. Die gijzeling heeft plaatsgevonden onder zeer slechte omstandigheden, met weinig voedsel en geen (professionele) medische zorg, terwijl [eiser 1] en [eiser 2] doorlopend werden geteisterd door (steek)muggen. Dat dit alles een zeer traumatische gebeurtenis is, daar zijn partijen het over eens. Dit blijkt ook uit de door [eiser 1] en [eiser 2] overgelegde schriftelijke verklaringen. Forestwave heeft ook niet betwist dat [eiser 1] en [eiser 2] als gevolg van hetgeen hen is overkomen een posttraumatische stressstoornis (PTSS) en gezondheidsschade hebben opgelopen. Forestwave heeft tijdens de mondelinge behandeling nog meegedeeld dat het goed mogelijk kan zijn dat [eiser 1] en [eiser 2] ook in de toekomst nog psychologische ondersteuning nodig zullen hebben.

5.5
Tussen partijen staat vast dat het schip op 21 april 2018 door een hoog-risicogebied voor piraterij voer en dat het gelet op de daarmee verbonden veiligheidsrisico’s noodzakelijk was dat het schip over verdedigingsmaatregelen tegen piraterij diende te beschikken, waaronder in ieder geval een fysieke barrière van prikkeldraad langs de volledige omtrek van het schip, en dat het schip vanaf een specifiek verzamelpunt begeleid diende te worden door patrouilleschepen. Die veiligheidsmaatregelen zijn ook voorgeschreven door internationale maritieme organisaties. Het had dus op de weg van Forestwave gelegen om deze veiligheidsmaatregelen (tijdig) te treffen. Forestwave heeft dat ook niet betwist. Forestwave heeft erkend dat het prikkeldraad, hoewel dat aanwezig was op het schip, niet was aangebracht rondom het schip en dat dat had moeten gebeuren voordat het hoog-risicogebied werd ingevaren en ook heeft zij erkend dat het schip in dat risicogebied niet door beveiligingsschepen werd begeleid.

Het verweer van Forestwave dat de aanwezigheid van het prikkeldraad als fysieke barrière rondom het schip geen maatregel is die een aanval en ontvoering kan voorkomen, maar hooguit het aan boord komen van de piraten had vertraagd, kan niet slagen. Niet kan worden uitgesloten dat de bemanningsleden, waaronder [eiser 1] en [eiser 2], in geval dat prikkeldraad wel was aangebracht, tijdig de citadel hadden kunnen bereiken en alarm hadden kunnen slaan en dat zij niet waren ontvoerd en gewond waren geraakt. Hieraan doet niet af het verweer van Forestwave dat piraten thans zelfs kans zien om zich toegang te verschaffen tot die beveiligde ruimte. Het gaat erom dat een werkgever op grond van artikel 7:658 lid 1 BW verplicht is om al die (veiligheids)maatregelen te nemen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat werknemers in de uitoefening van hun functie schade lijden, in dit geval dus een fysieke barrière van prikkeldraad en beveiliging door middel van patrouilleschepen.

5.6
In de voormelde brief van 1 maart 2019 en ook tijdens de zitting heeft Forestwave erkend dat de kapitein van het schip fouten heeft begaan, dat hij de veiligheidsinstructies die betrekking hadden op het risico van een gewapende overval door piraten en een daarop volgende gijzeling van de bemanning niet heeft nageleefd en dat hij de hiervoor genoemde veiligheidsmaatregelen tegen piraterij niet heeft getroffen. Dat komt voor rekening en risico van Forestwave. Ingevolge artikel 7:703 BW vertegenwoordigt de kapitein de werkgever in de uitvoering van de zee-arbeidsovereenkomsten met de zeevarenden, die in dienst zijn aan boord van het schip. Het valt dus ook aan Forestwave toe te rekenen dat de kapitein op 21 april 2018 eerder op de afgesproken verzamellocatie aankwam dan de patrouilleschepen, zoals door Forestwave is aangevoerd, en dat de kapitein vervolgens zonder de noodzakelijke begeleiding door die beveiligingsschepen is doorgevaren in het hoog-risicogebied.

De kantonrechter gaat voorbij aan het verweer van Forestwave dat het schip voor de reis nog technisch is gekeurd en dat de deur van de citadel nog is verstevigd. Door het ontbreken van de vereiste veiligheidsmaatregelen heeft de bemanning geen enkele kans gehad om die beveiligde ruimte te bereiken.

5.7
De conclusie is dat Forestwave geen, althans onvoldoende veiligheidsmaatregelen heeft getroffen om haar werknemers te beschermen tegen een aanval door piraten. Reeds hierom is Forestwave tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende zorgplicht jegens [eiser 1] en [eiser 2] in de zin van artikel 7:658 BW. In het midden kan dan ook blijven welk (streng) reisadvies op 21 april 2018 precies gold voor de Nigerdelta, of aan [eiser 1] en [eiser 2] voorafgaand aan de reis expliciet is meegedeeld dat zij een gebied met een hoog risico op piraterij zouden binnenvaren en of zij in voldoende mate waren getraind.

Dit betekent dat Forestwave aansprakelijk is voor de door [eiser 1] en [eiser 2] geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade als gevolg van de gijzeling vanaf 21 april 2018. De gevorderde verklaring voor recht wordt daarom toegewezen. Ditzelfde geldt, teneinde de exacte omvang van de door [eiser 1] en [eiser 2] geleden en nog te lijden schade te kunnen bepalen, voor de gevorderde verwijzing naar de schadestaatprocedure.

5.8
Nu vaststaat dat [eiser 1] en [eiser 2] een vordering hebben op Forestwave, bestaat in de onderhavige procedure reeds voldoende aanleiding tot toekenning van een voorschot op de uiteindelijk vast te stellen schadevergoeding, zoals door [eiser 1] en [eiser 2] is gevorderd. Bij het bepalen van de hoogte van dat voorschot wordt rekening gehouden met de volgende feiten en omstandigheden.

5.8.1
[eiser 1] en [eiser 2] hebben een overzicht met voorlopige berekeningen overgelegd met betrekking tot de door hen geleden materiële schade. Deze schade bedraagt volgens hen voor [eiser 1] USD 88.682,00 en voor [eiser 2] USD 76.802,00. [eiser 1] en [eiser 2] hebben gesteld dat zij daarnaast recht hebben op immateriële schadevergoeding en op een vergoeding van de kosten van juridische bijstand, maar dat die posten nog niet in het overzicht zijn verwerkt. Forestwave heeft ook zelf een overzicht opgesteld en overgelegd. Hoewel dit een (uiterst) summier overzicht is, blijkt daaruit wel dat niet in geschil is dat [eiser 1] recht heeft op een vergoeding voor plastische chirurgie in verband met de door hem opgelopen schotwonden en dat zowel [eiser 1] als [eiser 2] aanspraak maken op een vergoeding van psychologische behandelingen en tandartskosten als gevolg van de door hen opgelopen gebitsschade. Uit het overzicht blijkt dat [eiser 1] en [eiser 2] volgens Forestwave alleen al voor psychologische behandelingen recht hebben op USD 8.000,00 voor [eiser 1] en USD 4.000,00 voor [eiser 2]. Die bedragen zijn reeds door Forestwave erkend. In het overzicht van Forestwave is geen rekening gehouden met posten als immateriële schadevergoeding en verlies aan arbeidsvermogen. Forestwave heeft dat tijdens de zitting ook nog bevestigd.

5.8.2
Artikel 6:106 aanhef en sub b BW bepaalt (kort gezegd) dat iemand die letselschade heeft opgelopen, recht heeft op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding voor nadeel dat niet uit vermogensschade bestaat. Volgens vaste rechtspraak moet bij de begroting van deze immateriële schade rekening worden gehouden met alle omstandigheden van het geval, zoals de aard van de aansprakelijkheid en de aard, duur en intensiteit van de pijn, het verdriet en de gederfde levensvreugde van de benadeelde.

Tot de omstandigheden van dit geval behoort allereerst dat [eiser 1] en [eiser 2] na de gewelddadige aanval door de piraten gedurende vier weken in een bedreigende situatie hebben verkeerd tijdens de gijzeling en dat zij in die periode onder erbarmelijke omstandigheden hebben geleefd. Zoals hiervoor reeds is overwogen is dit een zeer traumatische ervaring en zal dit een grote psychische belasting voor [eiser 1] en [eiser 2] en hun familieleden hebben (gehad). [eiser 1] heeft bovendien schotwonden aan zijn linkerarm en linkerbeen opgelopen. Volgens vaste rechtspraak (ECLI:NL:HR:2000:AA5802) moet een schotwond in een been als zwaar lichamelijk letsel worden gekwalificeerd. Daarbij komt nog dat [eiser 1] als gevolg van de gijzeling een maand lang niet (professioneel) medisch is behandeld aan zijn wonden. Het kan niet anders dan dat [eiser 1] hevige pijnen heeft ondervonden.

Schade als hier aan de orde kan naar zijn aard moeilijk in geld worden gewaardeerd.

Alle voormelde omstandigheden meewegend, begroot de kantonrechter de immateriële schade op basis van de thans beschikbare gegevens op een bedrag van USD 30.000,00 voor [eiser 1] en USD 20.000,00 voor [eiser 2].

5.8.3
Forestwave heeft, hoewel het voorval reeds 3,5 jaar geleden heeft plaatsgevonden en een bedrag van USD 340.000,00 aan losgeld aan de piraten is betaald, nog geen enkele schadevergoeding aan haar (voormalige) werknemers [eiser 1] en [eiser 2] betaald. Forestwave heeft alleen het loon voldaan tijdens ziekte, de kosten van de medische onderzoeken die [eiser 1] en [eiser 2] na aankomst in Nederland hebben ondergaan en een vergoeding voor het verlies van hun persoonlijke bezittingen. De gemachtigde van Forestwave heeft tijdens de zitting meegedeeld dat haar verzekeraar in ruime mate financiële dekking biedt voor deze gebeurtenis en dat Forestwave in de onderhandelingsfase tussen partijen reeds aanzienlijke bedragen heeft aangeboden aan [eiser 1] en [eiser 2].

5.8.4
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, acht de kantonrechter toekenning van een voorschot van USD 40.000,00 aan zowel [eiser 1] als [eiser 2] in dit geval redelijk en passend. Dit (voorschot)bedrag wordt dan ook toegewezen.

Ten aanzien van [gedaagde]

5.9
De kantonrechter is van oordeel dat de stelling van [eiser 1] en [eiser 2] dat [gedaagde] als scheepsbeheerder op de voet van artikel 6:162 BW in dezelfde mate als Forestwave aansprakelijk is voor de overval en gijzeling door de piraten niet kan slagen. [eiser 1] en [eiser 2] hebben weliswaar een beroep gedaan op artikel 4 lid 1 juncto lid 2 Wet zeevarenden en gesteld dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de uit dat artikel voortvloeiende verplichtingen, maar dat gaat niet op. Dat artikel ziet (alleen) op de verplichting van de scheepsbeheerder (kort gezegd) om het schip zodanig te bemannen dat redelijkerwijs alle werkzaamheden aan boord zonder gevaar voor onder andere de opvarenden kunnen worden verricht en dat de scheepsbeheerder ervoor zorgt dat de bemanningsleden vertrouwd zijn met hun specifieke taken. Gesteld noch gebleken is dat het schip niet juist was bemand of dat de bemanning niet vertrouwd was met hun taken. Ook is niet gesteld of gebleken dat het schip zelf niet veilig was en/of dat er gebreken aan het schip zelf bestonden als gevolg waarvan de overval door de piraten heeft kunnen plaatsvinden. Integendeel. [eiser 1] en [eiser 2] hebben juist gesteld dat [naam schip] een modern zeeschip is. Ook is niet in geschil dat het schip nog technisch gekeurd was voor deze reis. Het gaat erom dat voor deze specifieke zeereis door een hoog-risicogebied bijzondere veiligheidsmaatregelen vereist waren en dat die maatregelen in dit geval niet waren getroffen. De kapitein van het schip heeft niet gewacht op de komst van de patrouilleschepen en het prikkeldraad was niet aangebracht, terwijl dat wel aanwezig was op het schip. Die zaken liggen echter niet in het bereik van de scheepsbeheerder. Forestwave was er als werkgever voor verantwoordelijk dat die veiligheidsmaatregelen (tijdig) door de kapitein van het schip werden getroffen.

De conclusie is dat niet is komen vast te staan dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser 1] en [eiser 2]. Dit betekent dat de jegens [gedaagde] ingestelde vorderingen worden afgewezen.

Ten aanzien van Forestwave en [gedaagde]

5.10
Hetgeen verder nog door partijen is aangevoerd, kan tot geen ander oordeel leiden en behoeft daarom geen bespreking.

5.11
Forestwave zal als de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Het verzoek dat [eiser 1] en [eiser 2] tijdens de zitting hebben gedaan om bij de proceskostenveroordeling af te wijken van het gebruikelijke liquidatietarief wordt afgewezen. Slechts in bijzondere omstandigheden kan er aanleiding bestaan om af te wijken van dat tarief. Hetgeen [eiser 1] en [eiser 2] hiervoor hebben aangevoerd is onvoldoende. ECLI:NL:RBROT:2021:11730