Overslaan en naar de inhoud gaan

Slachtoffers en aansprakelijkheid Een onderzoek naar behoeften, verwachtingen en ervaringen van slac

Slachtoffers en aansprakelijkheid
Een onderzoek naar behoeften, verwachtingen en ervaringen van slachtoffers en hun naasten met betrekking tot het civiele aansprakelijkheidsrecht, Deel II, Affectieschade.
De Minister:
Ik heb met grote waardering kennis genomen van het onderzoek. De resultaten daarvan zijn van groot belang voor zowel de verdere behandeling van het wetsvoorstel, als ook voor de praktijk van uitvoering daarvan. De resultaten van het onderzoek geven mij aanleiding tot het trekken van de volgende die conclusies:
1. De uitkomsten van het onderzoek zijn voor mij aanleiding om vooralsnog vast te houden aan één vast bedrag voor vergoeding van affectieschade. Deze uitkomsten zijn voor mij daarentegen ook aanleiding om na verloop van een aantal jaren te evalueren hoe naasten en nabestaanden dit hebben ervaren. Indien deze ervaringen daartoe aanleiding geven, kan alsnog overgestapt worden op een stelsel met meerdere vaste bedragen. Ik zal daarom in de algemene maatregel van bestuur waarin de omvang van de vergoeding wordt vastgesteld, een evaluatiebepaling opnemen.
2. De wijze waarop een vergoeding van affectieschade wordt aangeboden, is van groot belang voor de mate waarin de doelstellingen van het wetsvoorstel - erkenning en genoegdoening - gerealiseerd worden. Naasten en nabestaanden hebben behoefte aan een persoonlijke manier van aanbieden met een toonzetting waaruit medeleven blijkt. Het rapport doet een aantal aanbevelingen. Inmiddels heeft hier overleg over plaatsgevonden met de Stichting Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV). De Stichting PIV heeft toegezegd initiatieven te ontplooien om ter zake hiervan tot regulering te komen. Te denken valt bijvoorbeeld aan een binnen het Nationale Platform Personenschade tot stand te brengen richtlijn of aan een door verzekeraars zelf tot stand te brengen interne bedrijfsregeling. Het PIV onderzoekt thans wat de meest geschikte vorm van regulering is.
3. Tijdens de plenaire behandeling op 12 september 2006 van het wetsvoorstel affectieschade is in overleg met uw Kamer besloten de beraadslagingen op te schorten, zodat onderzoek kon worden verricht naar de vraag of er onder naasten en nabestaanden een behoefte bestaat aan vergoeding van affectieschade. Deze vraag is door dit onderzoek positief beantwoord. Daarmee is de weg geëffend voor verdere voortzetting van de behandeling van het wetsvoorstel.
Ik verzoek uw Kamer dan ook de behandeling van het wetsvoorstel verder ter hand te nemen.
De Minister van Justitie, aanbiedingsbrief & onderzoek