Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Arnhem 210911 26 jarige man met rug, heup en liesklachten secundair aan enkelletsel links en rechts 100% ao; smartengeld 37.000

Rb Arnhem 210911 26 jarige man met rug, heup en liesklachten secundair aan enkelletsel links en rechts 100% ao; smartengeld 37.000
Q. Smartengeld 

2.41.  [eiser] vordert € 75.000,-- aan smartengeld. Hij onderbouwt deze vordering door te wijzen op het sterk invaliderende karakter van het letsel, de onophoudelijke, zeer hevige pijnklachten en de gevolgen daarvan voor zijn privéleven en zijn werkzame leven. Volgens Interpolis volstaat een vergoeding van € 15.000,--, gelet op de door de verzekeringsgeneeskundige Van Waart geobjectiveerde beperkingen. 

2.42.  Voor de bepaling van de hoogte van smartengeld zijn omstandigheden als de aard van de aansprakelijkheid, de aard en de ernst van het letsel, de (eventuele) ontwikkeling ervan, de mate waarin betrokkene wordt belemmerd een normaal leven te leiden en de mate waarin betrokkene daaronder lijdt (HR 18 maart 2005, RvdW 2005, 45, HR 20 september 2002, NJ 2004, 112). Vast is komen te staan dat het verkeersongeval bij [eiser], toen 24 jaar oud, heeft geleid tot letsel aan zijn rechter voet en ernstig letsel aan zijn linkervoet. Hij is daaraan geopereerd en heeft enige weken in het ziekenhuis gelegen. [eiser] heeft daarna langdurig moeten revalideren, in het kader waarvan nog twee operaties zijn gevolgd waarbij zijn linker enkelgewricht is vastgezet. [eiser] heeft ten gevolge daarvan niet alleen forse bewegingsbeperkingen opgelopen, maar tevens ernstige, al dan niet secundaire (zenuw-) pijnklachten ontwikkeld aan zijn rug, heup en lies. In verband daarmee heeft hij vele pijnbestrijdingsbehandelingen ondergaan en nog te ondergaan, die - voor zover al succesvol - de pijn niet blijvend (hebben) kunnen wegnemen of verminderen. Ondanks zijn grote inspanningen om aan het werk te blijven, is [eiser] uiteindelijk volledig arbeidsongeschikt verklaard. Ook in en om het huis kan hij zelf geen klussen meer doen. Het is zonder meer aannemelijk dat dit alles leidt tot fors gederfde levensvreugde van [eiser], ook in gezinsverband en op overig sociaal vlak. Uitzicht op verbetering van zijn fysieke beperkingen en pijnklachten is er niet. Op grond van het voorgaande is het billijk, mede in aanmerking genomen dat deze schade is veroorzaakt door de schending van een veiligheidsnorm door de verzekerde van Interpolis en gelet op de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen aan smartengeld hebben toegekend, in dit geval een smartengeld van EUR 37.000,-- toe te kennen. Tot dit bedrag komt het gevorderde smartengeld voor vergoeding in aanmerking.  LJN BT7190