Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Arnhem 290807 ernstig letsel aan rechter enkel; € 14.000,- smartengeld geëist; € 9.000,- toegew.

Rb Arnhem 290807 ernstig letsel aan rechter enkel; € 14.000,- smartengeld geëist; € 9.000,- toegewezen
4.38.  Ter staving van het door haar gevorderde smartengeld van EUR 14.000,00 heeft [eiseres] aangevoerd dat zij door het ongeval meervoudig letsel heeft opgelopen, 10 dagen in het ziekenhuis heeft geleden, daarna drie maanden lang thuis op bed heeft moeten liggen en vervolgens heeft moeten revalideren. Verder zal zij een nog een operatie moeten gaan waarbij haar enkel wordt vastgezet en waarvan zij ook weer zal moeten revalideren. Ook weegt volgens [eiseres] mee dat zij door het ongeval minder aan lichaamsbeweging heeft kunnen doen en nog zwaarder is geworden, later de maagbandoperatie heeft kunnen ondergaan en daarna minder heeft kunnen afvallen dan nodig was om voor een (toen nog) onder de dekking van ziektekostenverzekering vallende buikcorrectie in aanmerking te kunnen komen. Voorts is haar arbeidsperspectief sterk gereduceerd door het ongeval, aldus [eiseres], aangezien zij het daarbij juist moest hebben van fysieke inspanning. Als medebepalende factor ziet [eiseres] ook de psychische belasting van de afwikkeling van de schade, in welk verband zij stelt herhaaldelijk door (de medisch adviseur van) London te zijn geschoffeerd. Tot slot noemt [eiseres] nog de onmogelijkheid de door haar geliefde dartsport te bedrijven en de bewegingsbeperkingen die zij in het algemeen en bij het fietsen ondervindt.

4.39.  London meent dat de vergelijking tussen de door [eiseres] genoemde gevallen uit de Smartengeldgids en haar eigen geval niet opgaat. Zij betwist voorts dat de omvang van het smartengeld kan worden vastgesteld zonder behoorlijke objectieve informatie over de klachten en beperkingen van [eiseres], die voor een deel niet door het ongeval zijn veroorzaakt. Zij bestrijdt ook dat van enige onheuse bejegening van [eiseres] in het kader van de schadeafwikkeling - door de medisch adviseur of overigens - sprake is geweest. In geen geval kan het smartengeld op basis van de door [eiseres] gestelde klachten, bezien in het licht van de Smartengeldgids, boven de EUR 10.000,00 uitkomen, aldus London.

4.40.  Voor de bepaling van de hoogte van smartengeld zijn omstandigheden als de aard van de aansprakelijkheid, de aard en de ernst van het letsel, de (eventuele) ontwikkeling ervan, de mate waarin betrokkene wordt belemmerd een normaal leven te leiden en de mate waarin betrokkene daaronder lijdt (HR 18 maart 2005, RvdW 2005, 45, HR 20 september 2002, NJ 2004, 112). Tussen de partijen is niet in geschil dat het verkeersongeval bij [eiseres] heeft geleid tot ernstig letsel aan haar rechter enkel, waardoor [eiseres] beperkingen ondervindt en pijnklachten. Vast staat ook dat zij aan die enkel is geopereerd en daaraan nogmaals geopereerd zal worden. Klachtenvrij zal zij ook na die operatie niet zijn. [eiseres] heeft na het ongeval 10 dagen in het ziekenhuis gelegen en thuis geruime tijd bedrust moeten houden voorafgaande aan de revalidatie. Ook na de nieuwe operatie zal van enige tijd ziekenhuisopname en de noodzaak tot herstel/revalidatie sprake zijn. Verder zal enerzijds in enige mate rekening worden gehouden met de verminderde mogelijkheid van [eiseres] bepaalde (loonvormende, huishoudelijke en overige) arbeid te verrichten, maar anderzijds ook met het gegeven dat zij daarin ook zonder het ongeval beperkingen zou hebben ondervonden. Tot op zekere hoogte geldt hetzelfde voor de beperkingen die zij ondervindt bij het darten. Ook zal slechts in beperkte mate rekening worden gehouden met de door [eiseres] beweerde gevolgen van het ongeval voor de ontwikkeling van haar (voor het ongeval immers al grotendeels bestaande) overgewicht. [eiseres] wordt niet gevolgd in haar stelling dat als smartengeldverhogende factor moet meetellen dat zij in het kader van de schadeafwikkeling onheus is bejegend. Mede gezien de uitkomst van de onderhavige procedure én omdat zij daartoe onvoldoende heeft gesteld, bestaat daartoe geen aanleiding. Gelet op het voorgaande, op de nog jonge leeftijd van [eiseres] ten tijde van het ongeval en op de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen aan smartengeld hebben toegekend, wordt in dit geval een smartengeld van EUR 9.000,00 passend geacht. Tot dit bedrag komt het gevorderde smartengeld voor vergoeding in aanmerking.
LJN BB3640