Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Haarlem 090108 arbeidsongeval; heupfractuur na val van dak; € 2.500,- smartengeld in kort geding

Rb Haarlem 090108 arbeidsongeval; heupfractuur na val van dak; € 2.500,- smartengeld in kort geding toegewezen
Vast staat dat [eiser] tengevolge van het ongeval dat hem tijdens zijn werkzaamheden op 22 augustus 2006 is overkomen, lichamelijk letsel heeft opgelopen, ten gevolge waarvan hij pijn en angst heeft ondervonden. Gelet op de gebruikelijke vergoedingen in soortgelijke gevallen als die van [eiser], acht de kantonrechter, gelet op de omstandigheden van het geval, bedrag van € 2.500,00 ter compensatie van de door [eiser] geleden pijn en gederfde levensvreugde, redelijk en billijk.
Naar het oordeel van de kantonrechter is op grond van de thans vaststaande feiten de verwachting gerechtvaardigd dat dit bedrag in een bodemprocedure zal worden toegewezen, zodat het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, mede gelet op de afweging van de belangen van partijen, aan toewijzing daarvan in de onderhavige procedure niet in de weg staat.

Het voorgaande leidt ertoe dat Kouwenhoven en Beelen op de voet van artikel 7:658 lid 1 respectievelijk lid 4 BW hoofdelijk zullen worden veroordeeld tot betaling aan [eiser] van € 7.200,00 bij wijze van voorschot op een aan [eiser] toekomende vergoeding in verband met door [eiser] geleden schade tengevolge van verlies aan verdienvermogen,
€ 16.153,13 ter zake van voorschot op een aan [eiser] toekomende vergoeding in verband met door [eiser] gemaakte ziektekosten en € 2.500,00 ter zake van voorschot op een aan [eiser] toekomende immateriële schadevergoeding, en dat de vordering voor het overige zal worden geweigerd.
LJN BC1794