Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Arnhem 050711 whiplash; smartengeld € 7000,00

Hof Arnhem 050711 whiplash; smartengeld € 7000,00
2.12  Grief 3 ziet op de hoogte van het smartengeld. London voert aan dat de hoogte van de smartengeldvergoeding, die de rechtbank vastgesteld heeft op € 7.000,-, niet gemotiveerd heeft. Kennelijk vindt London die smartengeldvergoeding ook te hoog. 

Het hof oordeelt als volgt. Bij de begroting van smartengeld op de voet van art. 6:106 lid 1 sub b BW dient rekening te worden gehouden met alle relevante omstandigheden van het geval, waaronder in ieder geval de aard van de aansprakelijkheid, de ernst van het aan de verzekerde van London te maken verwijt en de aard, ernst en duur van het geconstateerde letsel. Daarbij wordt acht geslagen op de bedragen die in vergelijkbare gevallen door de rechter zijn toegekend. Allereerst weegt het hof mee dat het hier om een verkeersongeval gaat en dat sindsdien bij [geïntimeerde] sprake is van whiplashachtige klachten (pijnklachten aan hoofd en nek, concentratiestoornissen en vermoeidheid), waardoor hij gedeeltelijk arbeidsongeschikt is geraakt en uiteindelijk gedeeltelijk is ontslagen. Toen [geïntimeerde] het ongeval overkwam was hij 30 jaar oud. Het hof heeft acht geslagen op vergelijkbare zaken in de Smartengeldgids 2009, nrs. 571, 581, 583, 584 en 590 en de aanvulling 2010, nr. 38. Het hof begroot het smartengeld naar billijkheid op hetzelfde bedrag als de rechtbank.  LJN BR3964