Overslaan en naar de inhoud gaan

Hof Arnhem 051206 whiplash; smartengeld van € 7.500,- redelijk en billijk

Hof Arnhem 05-12-06 whiplash; smartengeld van € 7.500,- redelijk en billijk rekening houdende met alle omstandigheden van het geval
13  Smartengeld
De rechtbank heeft ten titel van smartengeld een bedrag van € 7.500,00 toegewezen. [appellant] vordert € 20.420,10. Het hof overweegt dat de hoogte van immateriële schadevergoeding of smartengeld ingevolge artikel 6:106 lid 1 BW naar billijkheid moet worden vastgesteld, waarbij rekening moet worden gehouden met alle omstandigheden van het geval, in het bijzonder de aard en de ernst van het letsel en de gevolgen daarvan voor [appellant]. Bij de beoordeling van de hoogte van dit bedrag neemt het hof mede in aanmerking de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen zijn toegekend – daaronder begrepen de maximaal toegekende bedragen – alsmede de sinds de betreffende uitspraken opgetreden geldontwaarding (vgl. HR 17 november 2000, NJ 2001, 215).
[appellant] lijdt aan een post-whiplash syndroom. Gelet op de leeftijd van [appellant] ten tijde van het ongeval (50 jaar), de rapportage van de neuroloog Poels, waarin deze de functionele invaliditeit van [appellant] heeft geschat op 4%, de omstandigheid dat [appellant] sinds het ongeval volledig arbeidsongeschikt is en er thans nog sprake is van restklachten na whiplash, het feit dat [appellant] niet meer in staat is zijn vroegere hobby’s (o.a. het houden van duiven) uit te oefenen en beperkt is in zijn mogelijkheden om te klussen in en om het huis, waardoor zijn daginvulling beperkt is, is het hof met de rechtbank van oordeel dat in deze zaak een smartengeld van € 7.500,00 redelijk en billijk is.
LJN AZ6510