Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Utrecht 060411Postwhiplashsyndroom, gemiste carriere als directeur; smartengeld 10.000

Rb Utrecht 060411Postwhiplashsyndroom, gemiste carriere als directeur; smartengeld 10.000

* smartengeld

2.17.  [eiser] heeft verder een vergoeding van € 15.000,- ter zake van immateriële schade gevorderd. Rekening houdend met alle omstandigheden van het geval, waaronder enerzijds de aard van de aansprakelijkheid en anderzijds de aard, de duur en de intensiteit van de pijn, het verdriet en de gederfde levensvreugde van [eiser], die het gevolg zijn van de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust, begroot de rechtbank het smartengeld op € 10.000,-. De rechtbank heeft hierbij tevens in aanmerking genomen dat [eiser] ten tijde van het ongeval 28 jaar oud was, dat hij als gevolg van het ongeval letsel heeft opgelopen waarvan hij blijvende gevolgen ondervindt bij het verrichten van arbeid, hobby’s en het persoonlijk functioneren.

2.18.  De wettelijke rente over de smartengeldvergoeding is toewijsbaar vanaf de datum van het ongeval, derhalve vanaf 31 januari 1995. De rechtbank verwijst kortheidshalve naar het bepaalde in artikel 6:119 BW gelezen in samenhang met artikel 6:83 aanhef en onder b BW.

2.19.  Zoals de rechtbank hiervoor onder punt 2.16. heeft overwogen zal zij een comparitie van partijen bevelen. Indien partijen, zonder dat daaraan voorafgaand een comparitie wordt gehouden, gebruik willen maken van de mogelijkheid de zaak door te verwijzen naar een mediator, dienen zij dat binnen twee weken na de datum van dit vonnis aan de griffie te berichten. LJN BR0725