Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zutphen 100107 int. chauffeur met whiplash; € 30.000,- gevorderd, € 20.000,- toegewezen

Rb Zutphen 10-01-07 internationaal chauffeur met whiplash; € 30.000,- smartengeld gevorderd, € 20.000,- toegewezen
4.42. [eiser] vordert een bedrag van € 30.000,00 aan smartengeld. Een deel daarvan betreft vergoeding van-wege secundaire victimisatie omdat schaderegelaar S. van Achmea zich grievend over [eiser] heeft uit-gelaten, de onderhandelingen nodeloos heeft gerekt, steeds is teruggekomen op besliste uitgangspunten en ook nadat de vertegenwoordigers van [eiser] Achmea verzocht hadden de schaderegeling door een ander te laten ver-richten, niet is teruggetreden. In de dagvaarding is een en ander zeer uitgebreid uit de doeken gedaan en tevens is alle correspondentie overgelegd. Ter onderbouwing van dit onderdeel heeft [eiser] aangegeven dat hij hoopt dat op die manier een signaal wordt afgegeven aan Achmea.

4.43. Nu Achmea bereid is smartengeld te vergoeden tot een bedrag van € 20.000,00, zal dit bedrag worden toegewezen. Het bedrag komt overeen met de gebruikelijk in dit soort zaken door rechters in Nederland toege-wezen bedragen. Verwezen wordt in het bijzonder naar Smartengeldgids Verkeersrecht 2006, nummers 512 en 517.

4.44. Hoewel met [eiser] wordt geoordeeld - hetgeen Achmea ook heeft toegegeven - dat de schaderegeling onnodig lang heeft geduurd, en voorts dat de toon en inzet van S. niet op alle momenten professioneel genoemd kan worden, is er onvoldoende aanleiding te veronderstellen dat [eiser] daardoor is gaan lijden aan secundaire victimisatie. Dit heeft [eiser] ook niet aangetoond. Nu ook overigens onvoldoende feiten zijn gesteld of gebleken waaruit volgt dat Achmea onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld en dat [eiser] daardoor geestelijk letsel heeft ondervonden als bedoeld in artikel 6: 106 BW, dient de vordering voor het overige te worden afge-wezen.
LJN BA4423