Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Zeeland-West-Brabant 231215 ontucht met minderjarige; kosten begeleiding moeder bij medische behandelingen minderjarige geschat op € 1.000,00

Rb Zeeland-West-Brabant 231215 ontucht met minderjarige; causaal verband met psychische klachten aangenomen, 1 jaar studievertraging cf richtlijn, smartengeld € 1.000,00;
- kosten begeleiding moeder bij medische behandelingen minderjarige geschat op € 1.000,00

4.9. kosten moeder 

4.9.1. X stelt dat haar moeder veel tijd heeft besteed aan het vergezellen van haar bij de diverse medische behandelingen. Zij raamt het aantal uren op 407, maar beperkt haar vordering op 200 uur à € 13,52, zijnde het netto uur salaris van haar moeder, derhalve in totaal € 2.704,00. 

4.9.2. Y betwist het causaal verband en de hoogte van de vordering. 

4.9.3. De rechtbank overweegt dat het redelijk is dat die ten tijde van de behandelingen 13 tot 15 jaar oud was, bij de consulten bij de huisarts, in het ziekenhuis en bij de psycholoog werd begeleid door haar moeder. Mede gelet op hetgeen is overwogen omtrent het causaal verband tussen het voorval en de behandelingen in het ziekenhuis en bij de psycholoog (waarbij voorafgaande bezoeken aan de huisarts gebruikelijk zijn), staat het causaal verband tussen de tijdsbesteding door moeder en het voorval voldoende vast. 
Y stelt echter terecht dat niet blijkt hoeveel uren de moeder heeft moeten vrij nemen van haar werk en welke kosten daarmee waren gemoeid. De rechtbank oordeelt het echter voldoende aannemelijk dat de moeder in ieder geval voor een deel van de gemoeide tijd vrij heeft moeten nemen en dat haar dat verlofuren heeft gekost. De rechtbank zal in redelijkheid een vergoeding vaststellen van € 1.000,00.

4.10. buitengerechtelijke kosten 

4.10.1. X vordert een vergoeding van de kosten van juridische bijstand die zij, naar zij toelicht in haar conclusie van repliek, heeft moeten maken als benadeelde partij in de strafzaak tegen Y. Zij begroot die kosten volgens de PIV -staffel en uitgaande van een schadebedrag van € 22.245,00 op € 5.596,00 incl. BTW. 

4.10.2. Y stelt dat buiten de dagvaarding geen kosten zijn gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. 

4.10.3. De rechtbank kan X in deze vordering niet volgen. Uit de ter onderbouwing overgelegde tijdschrijflijst van de advocaat blijkt dat het gaat om uren vanaf 23 augustus 2012. Het strafvonnis dateert van 1 augustus 2012. Aldus kan de rechtbank de onderbouwing van de vordering niet rijmen met de stelling die X eraan ten grondslag legt en moet deze vordering worden afgewezen.

Met dank aan mr. J.A.M. de Kerf, Van Leeuwen en De Waard Advocaten, voor het inzenden van deze uitspraak. Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2016/rb-zeeland-west-brabant-231215 , ook op rechtspraak.nl:ECLI:NL:RBZWB:2015:8736