Overslaan en naar de inhoud gaan

Rb Gelderland 211015 CRPS pols; aanvullende vragen zijn ter zake dienend; rb benoemt orthopedisch chirurg

Rb Gelderland 211015 CRPS pols; aanvullende vragen zijn ter zake dienend; rb benoemt orthopedisch chirurg

vervolg op: rb-gelderland-290715-crps-pols-na-vertraging-in-behandeling-breuk-en-niet-plaatsen-schroef-vraagstelling-orthopedisch-chirurg

2 De verdere beoordeling

2.1. In haar tussenvonnis van 29 juli 2015 heeft de rechtbank onderzoek door een deskundige naar de gegrondheid van de verwijten die [eiser] het ziekenhuis maakt aangewezen geacht. Zij heeft partijen gelegenheid geboden zich uit te laten over de door de rechtbank voorgestelde vraagstelling aan de te benoemen deskundige, over de persoon en zo nodig over de discipline van de deskundige. In dat verband overweegt de rechtbank het volgende.

2.2. [eiser] heeft bij akte laten weten dat hij de door de rechtbank voorgestelde vragen onderschrijft en dat hij zich ter zake van de persoon en de discipline van de deskundige refereert aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank zal de aanvullende vragen die Rijnstate heeft voorgesteld overnemen. Deze zijn voldoende ter zake dienend.
Een van de door het ziekenhuis voorgestelde deskundigen, orthopedisch chirurg J.W. Colaris, heeft zich bereid en in staat verklaard om als deskundige op te treden en staat in deze zaak ook vrij. Hij begroot de kosten van het deskundigenbericht op een bedrag van € 3.500,00. Nu aan [eiser] ingevolge de Wet op de rechtsbijstand een toevoeging is verleend, zal aan hem geen voorschot worden opgelegd. De partijen moeten er rekening mee houden dat de rechtbank uiteindelijk over de kosten van de procedure, waaronder begrepen de kosten van het deskundigenbericht, zal beslissen.

2.3. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3 De beslissing

De rechtbank

3.1. beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:

1. Hoe beoordeelt u de behandeling van de linker pols van [eiser] in het Rijnstate ziekenhuis, met in het bijzonder:
- de keuze voor het conservatieve beleid;
- de keuze voor, en de duur van het gipsen;
- het moment van de operatie;
- de keuze voor het niet toepassen van schroeven.
Is er anders gehandeld dan een redelijk handelend en vakbekwaam (orthopedisch)
chirurg onder vergelijkbare omstandigheden zou doen? Zo ja, in welke zin en hoe
zou er in uw optiek gehandeld hebben moeten worden?
2. Indien er anders zou zijn gehandeld op de wijze zoals door u beschreven, zou dat er dan toe hebben geleid dat de toestand van [eiser] , in het bijzonder zijn pijnklachten, anders en beter zou zijn geweest? Zo ja, hoe groot acht u die kans?
3. Wat is in uw visie de oorzaak van de huidige pijnklachten van [eiser] ? Indien er meerdere oorzaken zijn, wilt u dan aangeven welke die oorzaken zijn en in welke mate deze verantwoordelijk zijn voor de pijnklachten van [eiser] ?
4. Wilt u, voor zover u tot de conclusie zou komen dat er bij de behandeling van [eiser] op enig moment onzorgvuldig is gehandeld, aangeven wat de huidige beperkingen van [eiser] zijn? Wilt u vervolgens aangeven in hoeverre die beperkingen hun oorzaak vinden in het door u geconstateerde onzorgvuldig handelen van het ziekenhuis? Wilt u daarbij een vergelijking maken met de situatie dat er niet onzorgvuldig zou zijn gehandeld? U wordt verzocht om daarbij de AMA-Guidelines te hanteren.
5. Heeft u verder nog opmerkingen die voor de beoordeling van de kwestie van belang kunnen zijn? ECLI:NL:RBGEL:2015:7590