Overslaan en naar de inhoud gaan

PIV- BULLETIN 2020-2 Mariken Peters en Jolette Derksen; Letselschadevergoeding en bijstandsuitkering

PIV- BULLETIN 2020-2 Mariken Peters en Jolette Derksen; Letselschadevergoeding en bijstandsuitkering
Wanneer je als bijstandsgerechtigde een letselschadevergoeding ontvangt, leidt dat tot veel hoofdbrekens. Met de ontvangst van een letselschadeuitkering zal het vermogen in veel gevallen namelijk boven de voor de bijstandsuitkering maximale vermogensgrens uitkomen. Daarmee loopt de bijstandsgerechtigde het risico het recht op een bijstandsuitkering te verliezen. Dat dwingt hem om (een deel van) zijn letselschadevergoeding aan te wenden om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. Dit terwijl de letselschadevergoeding bedoeld is om de uit het ongeval voortvloeiende geleden en toekomstige materiële en immateriële schade te dekken. In feite betekent dit, dat de bijstandsgerechtigde nooit volledig gecompenseerd kan worden.

Niet alleen voor de benadeelde, maar ook voor verzekeraars en belangenbehartigers, levert de combinatie van letselschadevergoedingen en bijstandsuitkeringen problemen op. Want hoe waarborg je als professional dat de benadeelde de letselschadevergoeding zoveel mogelijk kan aanwenden voor herstel van schade in plaats van voor het primaire levensonderhoud?

In dit artikel behandelen wij deze vraag. Wij zullen allereerst ingaan op de toepasselijke wet- en regelgeving en de (bestuursrechtelijke) rechtspraak op dit gebied. Daarna behandelen wij het iteratie-effect. Vervolgens bespreken wij enkele ‘best practices’ voor de letselschadepraktijk. Ten slotte houden wij de huidige systematiek tegen het licht en beantwoorden wij de vraag of bij het oplossen van dit probleem een taak voor de Nederlandse wetgever is weggelegd. PIV- BULLETIN 2020-2