Overslaan en naar de inhoud gaan

RBZWB 301122 eiser reed door groen en sloeg linksaf, verweerder reed rechtdoor door groen licht voor linksaf; verweerder aansprakelijk

RBZWB 301122 eiser reed door groen en sloeg linksaf, verweerder reed rechtdoor door groen licht voor linksaf; verweerder aansprakelijk

locatie ongeval https://goo.gl/maps

De feiten

3.1.
Op 28 februari 2020 zijn de auto’s van [eiser] en [verzekerde unigarant] , verzekerde van Unigarant, met elkaar in aanraking gekomen op het kruispunt van de MiddenBrabantweg, de Zevenheuvelenweg en de Heikantlaan, te Tilburg.

3.2.
[eiser] reed in een Toyota, type Auris, met kenteken [kenteken 1] . Zijn echtgenote en dochter zaten in de auto als passagiers.. [verzekerde unigarant] reed in een Alfa Romeo, type 159 Sportswagon, met kenteken [kenteken 2] .

3.3.
Het verkeer op de kruising wordt geregeld door een verkeerslichteninstallatie met driekleurige verkeerslichten, die ten tijde van de aanrijding in werking was.

3.4.
[eiser] reed vanuit de Heikantlaan de kruising op. Het verkeer op de Heikantlaan wordt vóór de verkeerslichten in vier rijbanen geleid: twee voor linksaf, een voor rechtdoor en een voor rechtsaf. [eiser] is vanaf de rechterrijbaan die naar links ging het kruispunt opgereden.

3.5.
[verzekerde unigarant] reed vanuit de tegenovergestelde richting vanaf de Zevenheuvelenweg de kruising op. Het verkeer op de Zevenheuvelenweg wordt vóór de verkeerslichten in vijf rijbanen geleid: twee voor linksaf, twee voor rechtdoor en een voor rechtsaf. Op het moment van het ongeval waren de twee rechterrijbanen (een rijbaan voor rechtdoor en een rijbaan voor rechtsaf) afgesloten.

3.6.
Na het ongeval heeft [eiser] foto’s gemaakt van de situatie ter plaatse en hebben partijen een aanrijdingsformulier ingevuld waarbij is opgeschreven dat het ongeval heeft plaatsgevonden om 10:46 uur.

3.7.
[eiser] heeft Unigarant vervolgens aansprakelijk gesteld voor alle geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval op 28 februari 2020.

3.8.
In opdracht van [eiser] heeft ing. [naam expert] (hierna: “ [naam expert] ”), een NIVRE register-expert, onderzoek gedaan naar de toedracht van het ongeval. Op 16 november 2020 heeft [naam expert] een rapport opgesteld met zijn bevindingen (hierna: “rapport [naam expert] ”). Het rapport is gebaseerd op - onder meer - het aanrijdingsformulier van [eiser] , het mutatierapport van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, de vlogbestanden van de verkeerslichteninstallatie en de tekening van de kruising met daarin de nummers van de verkeerslichten en de situering van de detectielussen.

4
Het geschil

4.1
[eiser] vordert samengevat - om voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht te verklaren dat Unigarant aansprakelijk is voor alle door [eiser] ten gevolge van het ongeval van 28 februari 2020 met verzekerde [verzekerde unigarant] geleden en nog te lijden schade en dat Unigarant jegens [eiser] gehouden is om de schade aan [eiser] te betalen, met verwijzing naar de schadestaatprocedure teneinde de schade vast te stellen en te vereffenen conform de wet;
II. Unigarant te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

4.2
[eiser] heeft aan zijn vordering ten grondslag gelegd dat [verzekerde unigarant] onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld door in strijd te handelen met een verkeersregel. [eiser] stelt daartoe dat [verzekerde unigarant] van rijbaan is gewisseld waardoor [verzekerde unigarant] eigenlijk een rood verkeerslicht heeft genegeerd. Uit de analyse van [naam expert] blijkt kort gezegd dat het verkeerslicht van [eiser] op groen stond en [verzekerde unigarant] van rijbaan is gewisseld op het moment dat het verkeerslicht van [verzekerde unigarant] om linksaf te slaan op groen stond. In plaats van linksaf te gaan, is [verzekerde unigarant] rechtdoor gereden waarvoor rood licht gold. Als gevolg van het handelen van [verzekerde unigarant] zijn [verzekerde unigarant] en [eiser] tegen elkaar gebotst. [eiser] heeft schade aan zijn auto, inkomsten gederfd en immateriële schade geleden. De schade zou zich zonder het ongeval niet hebben voorgedaan, waardoor is voldaan aan het conditio sine qua non-verband.

4.3
Unigarant voert verweer en betwist dat [verzekerde unigarant] door rood is gereden, althans dat hij van rijbaan zou zijn gewisseld, dus rechtdoor zou zijn gegaan terwijl hij op een rijbaan stond om linksaf te gaan en het stoplicht voor rechtdoor op rood stond. Mogelijk heeft [eiser] een rood licht genegeerd.

4.4
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5
De beoordeling

5.1.
[eiser] vordert een verklaring voor recht dat Unigarant, in hoedanigheid van verzekeraar van [verzekerde unigarant] , aansprakelijk is voor de door [eiser] geleden schade. Aan die vordering legt [eiser] artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek ten grondslag. [eiser] stelt dat [verzekerde unigarant] een rood verkeerslicht heeft genegeerd, althans dat het licht voor linksafgaan groen was en hij rechtdoor is gereden en aldus eigenlijk door rood is gereden.

5.2.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen dat is besproken tijdens de mondelinge behandeling leidt de rechtbank af dat de volgende feiten tussen partijen vast staan:
- [verzekerde unigarant] wilde rechtdoor rijden richting de Heikantlaan;
- [eiser] wilde links afslaan op de kruising;
- Dit betreffen conflicterende rijrichtingen;
- De stoplichten van conflicterende rijrichtingen kunnen niet gelijktijdig op geel/groen staan, zodat verkeersdeelnemers onder normale rij-omstandigheden de kruising veilig kunnen oprijden/verlaten.

5.3.
Tussen partijen bestaat discussie over het moment waarop de aanrijding heeft plaatsgevonden en of [naam expert] aldus het juiste tijdsbestek heeft onderzocht. Er bestaat ook discussie over op welke rijbaan [verzekerde unigarant] stond voordat hij het kruispunt op reed (die voor rechtdoor of die voor linksaf) en welke kleur het verkeerslicht had dat [verzekerde unigarant] passeerde op het moment dat hij het kruispunt op reed.

5.4.
Op grond van de hoofdregel van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is het aan [eiser] , als eisende partij, om voldoende onderbouwd te stellen en zo nodig te bewijzen dat [verzekerde unigarant] een verkeersfout heeft gemaakt.

5.5.
Ter onderbouwing van zijn stellingen heeft [eiser] het rapport [naam expert] overgelegd. In het rapport [naam expert] staat opgenomen, voor zover hier van belang:

Met betrekking tot het tijdstip waarop het ongeval heeft plaatsgevonden zou ik graag het volgende willen opmerken.

Op het Aanrijdingsformulier staat als ongevalsmoment 10:46 uur aangeduid. Als meldtijdstip bij de Politie staat 10:45 uur genoteerd. De eerste foto die genomen werd kort nadat het ongeval had plaatsgevonden staat aangeduid met tijdstip 10:44 (zie foto 1 van bijlage 1). Uiteraard kunnen de diverse tijdmeldingen/noteringen (Politie, SAF, Telefoon en de klok in de verkeersregelautomaat) iets van elkaar afwijken, maar er kan naar mijn mening wel aannemelijk vanuit worden gegaan dat het ongeval heeft plaatsgevonden binnen het gekozen tijdstraject (10:37:45 tot 10:48:05) van de vier bestanden die in bijlage 3 zijn opgenomen.

Het analyseren van die vier bestanden heeft vervolgens tot de volgende bevindingen geleid:
1. In alle gevallen waarin licht 8 op groen heeft gestaan (licht 8 zou van toepassing kunnen zijn op [verzekerde unigarant] als hij vanuit 8 is vertrokken en rechtdoor is gereden) is er geen situatie te zien waarin een verkeersdeelnemer bij licht 3 geldend voor [eiser] ) een rood licht heeft genegeerd. Oftewel: Het overzicht levert geen basis op voor de uitspraak dat het onderhavige ongeval het gevolg is van een door groen/geel rijdende verkeersdeelnemer bij 8 en een rood licht negerende automobilist bij licht 3. Ook de situatie waarin beiden groen/geel zouden hebben gehad levert binnen het overzicht geen opties op.
2. Op tijdstip 10:44:58 verlaat een automobilist de detectielus 8.2 terwijl licht 8 (al ongeveer 20 seconden) op rood staat, zie de gele pijl. Dit zou een conflict kunnen hebben opgeleverd met een verkeersdeelnemer die als laatste bij licht 3 (lus 3.1) om ca. 10:44:51 lus 3.1 verlaten heeft terwijl licht 3 op dat moment nog op geel stond, zie de blauwe pijl. […] De situatie in dit punt wordt aangeduid lijkt derhalve niet voor het onderhavige ongeval van toepassing te zijn geweest. Tenzij [eiser] ca. 23 seconden gebruikt zou hebben om ca. 50 meter tot aan de botsplaats af te leggen. [ ... ]
3. Op moment 10:43:25 zie ik een verkeersdeelnemer die bij richting 3.2 (linkerrijstrook voor het linksaf slaande verkeer vanaf de Heikantlaan richting Midden Brabantweg) lus 3.2 verlaten terwijl het bijbehorende licht nr. 3 reeds op rood staat (ongeveer 1 seconde). Ik heb die situatie in het onderstaande beeld aangeduid met een rode pijl.
[ ... ]
Ik zie als gevolg van dat door rood rijden (bij 3) in het bovenstaande overzicht geen mogelijke conflicten die ontstaan zouden kunnen zijn met de richtingen 7, 8 en 9. Richting 7 was sowieso al afgesloten [ ... ] en op de richtingen 8 en 9 is wel verkeer maar die zijn qua tijd niet aannemelijk kloppend te krijgen met de door rood rijdende deelnemer bij 3.2. Bovendien kan die rood licht negeerder niet [eiser] zijn geweest omdat hij niet van rijstrook 3.2 maar van richting 3.1 (de rechterrijstrok voor linksaf slaand verkeer) gebruik heeft gemaakt.
4. In het beoordeelde tijdsbestek zie ik diverse voertuigen die (als eerste, vóóraan bij de stopstreep) op normale wijze vanuit de rechterrijstrook (3.1) zijn opgetrokken bij een groen licht 3. Tevens zie ik dat er tegelijkertijd verschillende situaties zijn geweest waarin ook licht 9 op groen heeft gestaan, zie bijvoorbeeld het overzicht op de volgende pagina, waarin ik een situatie heb gemarkeerd met een rode ovaal.
Het betreft de situatie rondom moment 10:42 uur. Met een rode pijl heb ik een deelnemer bij richting 3.1. aangeduid en met een oranje pijl een automobilist bij richting 9.1 (rechterrijstrook voor linksaf vanaf de Zevenheuvelenweg).
Normaal gesproken zullen deze twee verkeersdeelnemers geen conflict met elkaar krijgen omdat ze langs elkaar over de kruising heen kunnen rijden.
In dat kader zijn zuidelijke belijningen aangebracht op het kruisingsvlak (zie de fototekening op pagina 4).
Maar als de aangeduide automobilist bij 9.1 niet links afslaat maar rechtdoor gaat (waarvoor richting 8 bedoeld is) kan dat natuurlijk wel tot problemen gaan leiden.
Kijkend naar de eindposities van de beide voertuigen (en een daarbij behorende botsplaats) is naar mijn inzicht het zojuist gestelde naar alle waarschijnlijkheid van toepassing geweest tijdens het onderhavige ongeval.

III – CONCLUSIES

1. [eiser] is vanuit de rechterrijstrook bij verkeerslicht 3 (linksaf slaand vanuit de Heikantlaan) de kruising opgereden in de richting van de Midden-Brabantweg (rijdend in zuidelijke richting). Deze manoeuvre/rijrichting wordt bevestigd door zijn echtgenote (passagiere in de Toyota). Van welke rijstrook [verzekerde unigarant] gebruik heeft gemaakt en in welke richting hij wilde rijden blijkt niet uit de stukken.
2. De Vlog bestanden laten (in een bekeken tijdsbestek van ruim 10 minuten) wel 2 situaties zien waarin iemand een rood licht heeft genegeerd (één bij 3.2 en een andere bij 8.2) maar die zijn niet aannemelijk verklaarbaar dan wel passend bij het onderhavige ongeval.
Vanuit de Vlog bestanden is het niet aantoonbaar dat één van beide betrokkenen een rood licht heeft genegeerd.
3. De eindstanden maken aannemelijk dat [eiser] vanuit richting 3.1 (bij groen) is opgetrokken en [verzekerde unigarant] bij een groen geworden licht 9, maar dat laatstgenoemde niet linksaf is geslagen maar rechtdoor (licht 8) is gereden (terwijl licht 8 op rood stond). Deze situatie kan zich volgens de Vlog bestanden ook daadwerkelijk hebben voorgedaan.”

5.6.
[eiser] stelt zich op het standpunt dat op basis van de bevindingen van [naam expert] kan worden aangenomen dat [verzekerde unigarant] een verkeersfout heeft gemaakt.

5.7.
Alvorens de inhoud van het rapport van [naam expert] en de daarop betrekking hebbende stellingen van partijen verder te bespreken, wordt opgemerkt dat de rechtbank dit rapport beschouwt als een onderbouwing van de stellingen van [eiser] over de toedracht van het ongeval, tegen welke onderbouwing Unigarant zich kan verweren. Dat dit rapport op verzoek van [eiser] is opgesteld maakt dus niet dat het daarom niet in de beoordeling betrokken kan worden. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat [naam expert] zich blijkens zijn rapport heeft gebaseerd op de vlogbestanden van de verkeerslichteninstallatie, op situatiefoto’s en op tekeningen van de kruising. Tegen de – uit het rapport voortvloeiende – stelling dat de gebruikte vlogbestanden en tekeningen daadwerkelijk betrekking hebben op de kruising waar het ongeval tussen [verzekerde unigarant] en [eiser] heeft plaatsgevonden, en dat de vlogbestanden de verkeerssituatie weergeven in het onderzochte tijdstip, is geen verweer gevoerd, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat de vlogbestanden en de tekening waar [naam expert] zich op heeft gebaseerd betrekking hebben op de verkeerssituatie rondom het ongeval. Verder wordt overwogen dat Unigarant op zichzelf de deskundigheid van [naam expert] als NIVRE register-expert op het gebied van ongevallenanalyse niet heeft betwist.

5.8.
Unigarant heeft ter zitting betoogd dat [naam expert] een te korte tijdspanne heeft genomen voor zijn onderzoek en de aanrijding mogelijk niet heeft plaatsgevonden tijdens het onderzochte tijdsbestek. Na een botsing is het gebruikelijk dat partijen eerst met elkaar in gesprek gaan, dan foto’s maken en vervolgens de politie bellen. [eiser] heeft daar ter zitting tegenin gebracht dat hij zijn vrouw onmiddellijk na de aanrijding heeft gevraagd om foto’s te maken vanwege een eerder ongeluk dat hij had gehad waarbij hij geen foto’s had gemaakt.

5.9.
De rechtbank is van oordeel dat er geen aanleiding voor [naam expert] was om een ruimer tijdsbestek te onderzoeken aangezien partijen in het aanrijdingsformulier een tijdsstip hebben opgenomen wat valt in het door [naam expert] onderzochte tijdstraject en ook de politie een tijdstip heeft genoteerd dat valt in het onderzochte tijdstraject. Daarnaast bevatten ook de door [eiser] gemaakte foto’s een tijdsindicatie die valt binnen het onderzochte tijdsbestek. Genoemde drie tijdstippen verschillen weinig van elkaar, en liggen in de periode van 10.44 tot 10.46. Met inachtneming hiervan heeft Unigarant onvoldoende gesteld waarom [naam expert] toch voor een ander, ruimer, tijdsbestek had moeten kiezen voor zijn onderzoek dan het onderzochte tijdstraject van 10:37:45 tot 10:48:05, zodat onvoldoende gemotiveerd betwist is dat het ongeval heeft plaatsgevonden binnen het door [naam expert] onderzochte tijdstraject.

5.10.
Aldus wordt bij de verdere beoordeling ervan uitgegaan dat de door [eiser] bij het rapport overgelegde vlogbestanden betrekking hebben op de periode waarbinnen het ongeval moet hebben plaatsgevonden. Blijkens het rapport worden in de automaat van de verkeersregeling bestanden opgeslagen die laten zien op welke momenten bepaalde lussen in de weg gedetecteerd zijn geweest en wat de kleur van het bijbehorende licht op dat moment is geweest. Deze gegevens, die aan [naam expert] beschikbaar zijn gesteld door adviseur verkeersregeltechniek en openbare verlichting [naam 2] van de gemeente Tilburg, liggen mede aan de basis van het rapport van [naam expert] .

5.11.
Partijen verschillen van mening over de toedracht van het ongeval. Vaststaat, zo heeft Unigarant ter gelegenheid van de mondelinge behandeling erkend, dat [verzekerde unigarant] op de kruising rechtdoor wilde rijden richting de Heikantlaan, en [eiser] op de kruising linksaf wilde slaan. Uit het rapport van [naam expert] , onderbouwd door de vlogbestanden, volgt afdoende dat het niet mogelijk is dat beide automobilisten op dat moment groen licht hadden, omdat het hier om conflicterende rijrichtingen gaat, die ten opzichte van elkaar vergrendeld zijn. Beoordeeld moet worden of [eiser] zijn stelling dat voor de rijrichting van [verzekerde unigarant] het verkeerslicht rood licht uitstraalde, en waarvoor op hem de bewijslast rust, voldoende heeft onderbouwd door overlegging van het rapport van [naam expert] .

5.12.
Uit het rapport van [naam expert] volgt dat [naam expert] een analyse heeft gemaakt van de vier vlogbestanden van de vier betrokken verkeerslichten, zoals hierboven geciteerd. [naam expert] heeft geconcludeerd dat er in het onderzochte tijdstraject slechts twee situaties te zien zijn in de vlogbestanden waarbij iemand rood licht heeft genegeerd, namelijk één bij verkeerslicht 3.2 (de linkerrijstrook van het verkeerslicht aan de zijde van [eiser] , en één bij verkeerslicht 8.2 (de niet afgesloten rijstrook voor rechtdoor van het verkeerslicht aan de zijde van [verzekerde unigarant] ). Die twee situaties zijn evenwel niet aannemelijk verklaarbaar/passend bij het ongeval. Verder is volgens [naam expert] uit de vlogbestanden niet aantoonbaar dat één van beide betrokkenen een rood licht heeft genegeerd.

5.13.
Hoewel Unigarant heeft betwist dat voldoende vast staat welke rijstrook [eiser] heeft genomen, 3.1 of 3.2, is dat naar het oordeel van de rechtbank niet relevant, nu [naam expert] beide rijstroken in het onderzoek heeft betrokken.

5.14.
Unigarant heeft, onder verwijzing naar het door [verzekerde unigarant] ingevulde schadeformulier, betwist dat [eiser] groen licht had. Gelet op de conclusies van [naam expert] op grond van de vlogbestanden dat slechts op één moment een auto door rood is gereden bij de stoplichten waar [eiser] stond, maar dit geen conflict opleverde, wordt aan deze stelling voorbijgegaan. Uit het rapport [naam expert] volgt namelijk duidelijk dat als [verzekerde unigarant] groen licht heeft gehad zoals hij stelt, niemand door rood is gereden bij de verkeerslichten waar [eiser] vandaan kwam. Dit maakt dat voldoende is komen vast te staan dat het ongeval niet is veroorzaakt door de situatie dat [eiser] een rood stoplicht zou hebben genegeerd. [naam expert] heeft verder ook de overgelegde foto’s van het ongeval bestudeerd en de botsplaats. Hij komt dan tot de conclusie dat scenario 4 het meest waarschijnlijk is waarbij [verzekerde unigarant] aldus rechtdoor is gereden terwijl het stoplicht voor linksaf op groen stond.
Hoewel [naam expert] niet heeft kunnen constateren dat één van de beide betrokkenen een rood licht heeft genegeerd, betekent dit niet dat onvoldoende onderbouwd gesteld is dat [verzekerde unigarant] een verkeersfout heeft gemaakt. [naam expert] acht namelijk de situatie dat [verzekerde unigarant] door groen is gereden bij licht 9, maar niet linksaf is geslagen maar rechtdoor (licht 8), terwijl dat licht op rood stond, aannemelijk en naar alle waarschijnlijkheid van toepassing op het ongeval. Deze situatie kan zich volgens de vlogbestanden ook daadwerkelijk hebben voorgedaan, aldus [naam expert] . Bij deze conclusie is meegenomen dat de vlogbestanden geen andere conflicten laten zien, hetgeen wel aannemelijk was geweest als sprake was geweest van de situatie dat één van beide automobilisten daadwerkelijk (over de juiste rijstrook) door rood was gereden. Dat sprake is geweest van een verkeersfout bij één van de twee automobilisten mag ook duidelijk zijn, nu het ongeval zich op de kruising op conflicterende rijrichtingen heeft voorgedaan.

5.15.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eiser] zijn stelling dat [verzekerde unigarant] een verkeersfout heeft gemaakt hiermee voldoende gemotiveerd onderbouwd en heeft Unigarant deze stelling, met haar standpunt dat andere scenario’s mogelijk zijn en niet zijn onderzocht, onvoldoende gemotiveerd betwist. Zo’n gemotiveerde betwisting had wel voor de hand gelegen, juist omdat [naam expert] zich baseert op objectieve vlogbestanden van de verkeerslichteninstallaties. Gesteld noch gebleken is dat de analyse van de vlogbestanden, in het bijzonder de analyse van de detectielussen en de verkeerslichten, onjuist is uitgevoerd door [naam expert] . Gesteld noch gebleken is dat op basis van de vlogbestanden andere conclusies getrokken hadden moeten worden over de verkeerssituatie. Unigarant heeft ervoor gekozen om geen contra-expertise te verrichten.

5.16.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [verzekerde unigarant] een verkeersfout heeft gemaakt. Daarmee staat de aansprakelijkheid van Unigarant in haar hoedanigheid van verzekeraar van [verzekerde unigarant] vast. Dit betekent dat de gevorderde verklaring voor recht wordt toegewezen.

5.17.
De rechtbank begrijpt dat [eiser] met het gevorderde onder I ook veroordeling van Unigarant tot vergoeding van de geleden schade vordert. De mogelijkheid van schade door [eiser] is voldoende aannemelijk gemaakt, zodat de gevorderde veroordeling tot vergoeding van de geleden schade, als gevolg van de aanrijding, op te maken bij staat, toewijsbaar is. Unigarant wordt veroordeeld tot vergoeding van de geleden schade, op te maken bij staat. ECLI:NL:RBZWB:2022:7179