Overslaan en naar de inhoud gaan

RBGLD 070324

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2024/RBGLD-070324

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats: Arnhem

Parketnummer: 05 280032-22
Datum uitspraak: 7 maart 2024
 
Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van de officier van justitie

tegen

[ X ] .
geboren op [ geboortedatum ]  in [ geboorteplaats ] .
op dit moment gedetineerd in de P.I. Krimpen aan den IJssel.

Raadsman: mr. K.R. Verkaart, advocaat in Breda.

Dit vonnis is  gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.    De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is. na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

1.
hij op of omstreeks 26 augustus 2022 te [ plaats ] , gemeente [ gemeente ] , in elk geval in Nederland, omstreeks 02.15 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van  wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de [ adres ] , heeft weggenomen één of meerdere verpakkingen shag (van het merk Look Out) en/of een mobiele telefoon (te weten: iPhone 6, van het merk Apple) en of een (zak)lamp, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [ Y ] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of welke diefstal werd voorafgegaan. vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [ Y ] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat hij, verdachte, en of zijn mededader(s)
-    de woning van die [ Y ]  is/zijn binnengedrongen en/of
-    één of meerdere ke(e)r(en) met de pepperspray of traangas in de ogen, althans in de richting, van die [ Y ]  heeft/hebben gespoten (waardoor hij struikelde, althans viel, en met zijn hoofd tegen een tafel, althans     meubilair, is gevallen) en/of
-    (nadat die [ Y ]  in de hal van de woning op de grond is gevallen en niet meer kon opstaan) de polsen en of handen van die [ Y ]  met een touw en/of riem heeft/hebben vastgebonden en of
-     één of meerdere ke(e)r(en) die [ Y ]  met een (ijzeren gesp van een) riem, althans een voorwerp, in het gezicht, althans tegen het hoofd, heeft/hebben geslagen en/of die [ Y ]  heeft/hebben geslagen en of geschopt tegen het hoofd en/of lichaam en/of
-    een riem om de hals en of nek van die [ Y ]  heeft/hebben gedaan en of die riem één of meerdere ke(e)r(en) heeft/hebben aangetrokken en/of
-    (daarbij) één of meerdere ke(e)r(en) heeft/hebben geroepen: "Waar heb je het geld verstopt?"  althans oorden van gelijke aard en/of strekking en/of die [ Y ]  hebben gevraagd naar de kluissleutel. ten gevolge waarvan die [ Y ]  zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen, te weten een incomplete traumatische dwarslaesie;

2.
hij op of omstreeks 26 augustus 2022 te [ plaats ] , gemeente [ gemeente ] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk [ Y ]  wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en beroofd gehouden, immers heeft/hebben verdachte en of zijn mededader(s)
-    één of meerdere ke(e)r(en) met de pepperspray of traangas in de ogen, althans in de richting, van die [ Y ]  heeft/hebben gespoten (waardoor hij struikelde, althans viel, en met zijn hoofd tegen een tafel, althans meubilair. is gevallen) en of
-    (nadat die [ Y ]  in de hal van de woning op de grond is gevallen en niet meer kon opstaan) de polsen en of handen van die [ Y ]  met een touw en of riem heeft/hebben vastgebonden, ten gevolge waarvan die [ Y ]  zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. te weten een incomplete traumatische dwarslaesie;
   
2.    Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1

De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

In de nacht van vrijdag 26 augustus 2022 bevond aangever de heer [ Y ]  (hierna: [ Y ] ) zich in zijn woning in [ plaats ] . Hij werd wakker van geblaf van zijn honden. Hierop is hij uit bed gestapt en naar beneden gelopen. [ Y ]  trof beneden meerdere personen aan en twee van hen spoten met pepperspray in zijn ogen. [ Y ]  probeerde de pepperspray uit zijn ogen te vegen en struikelde. Hij kwam ten val tegen de eettafel en voelde hierbij iets knappen in zijn nek. Daarna is hij opgestaan en is, hij achter de overvallers gerend die naar buiten vluchtten. [ Y ]  is daarop nogmaals ten val gekomen in de gang anderhalve meter voor de toegangsdeur en merkte dat hij zijn rechterbeen en armen niet kon bewegen. De overvallers kwamen na een aantal minuten weer terug in de woning, bonden [ Y ]  vast met touwen, sloegen hem meerdere keren in zijn gezicht met de ijzeren gesp van een riem, deden hem een hondenriem om zijn nek en trokken die meerdere keren aan en duwden een prop in zijn mond. Ze vroegen hem naar de locatie van contant geld in de woning en zijn vervolgens gaan zoeken. Daarna, gaven zij [ Y ]  nog meer klappen met de riem in zijn gezicht en vroegen hem naar de sleutel van de kluis. Na anderhalf uur vertrokken de overvallers en lieten [ Y ]  bloedend en vastgebonden achter. 2 De overvallers hebben een aantal spullen uit de woning meegenomen:
- Een aantal verpakkingen shag (merk: Look Out): 
- Mobiele telefoon (iPhone 6) 3.

[ Y ]  heeft ten gevolge van de woningoverval  een incomplete dwarslaesie opgelopen waarbij een spoedoperatie en langdurige klinische revalidatie noodzakelijk was.4 Door deze incomplete dwarslaesie zal [ Y ]  langdurig of blijvend in zijn functioneren worden beperkt. Hij zal naar verwachting niet volledig genezen.5

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 1 en feit 2. [ Y ]  heeft verdachte herkend als een van de drie overvallers en die herkenning wordt onder meer bevestigd door DNA-matches.

Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs voor de ten laste gelegde feiten. Er zijn volgens verdachte maar twee overvallers in de woning van [ Y ]  geweest. Verdachte is wel als tipgever betrokken geweest bij de overval en heeft de overvallers richting de woning gebracht. maar is toen zelf niet bij de woning geweest en hij heeft ergens in de buurt op de anderen gewacht. De herkenning van [ Y ]  is niet betrouwbaar. Verdachte heeft geen moedervlek en [ Y ]  kon geen goede waarnemingen meer doen doordat er pepperspray in zijn ogen was gesprayd en het donker was in de woning.

Daarnaast stelt de raadsman zich op het standpunt dat het DNA-materiaal afkomstig van verdachte dat is aangetroffen op de touwen en de riem verklaarbaar is, omdat verdachte drie jaren bij [ Y ]  heeft gewoond. Bovendien zijn de locaties van het aangetroffen DNA-materiaal niet logisch voor een daderspoor. Een andere contra-indicatie voor het daderschap van verdachte is dat kostbare spullen, waarvan verdachte wist waar die lagen, niet zijn weggenomen.

De raadsman heeft verder betoogd dat er geen sprake is van medeplegen, omdat de rol van verdachte, als daarvoor te beperkt is. De rol van verdachte is in onderhavig geval eerder te typeren als de rol van een medeplichtige.

Beoordeling door de rechtbank
De ten laste gelegde feiten zijn in samenloop gepleegd en vanwege de onderlinge samenhang zal de rechtbank deze gezamenlijk bespreken.

Overwegingen
Nu de feiten zoals hierboven weergegeven zijn vastgesteld, zijn de vragen die de rechtbank moet beantwoorden of verdachte één van de overvallers was die in de woning van [ Y ]  is geweest en hoe het letsel van [ Y ]  moet worden geduid.

De rechtbank stelt vast dat de verklaring van [ Y ]  consistent is. Hij heeft meerdere keren consequent en gedetailleerd verklaard. Zo is hij helder over de plaats in de woning waar de overval zich afspeelde, wat de handelingen van de overvallers waren en wat er over en weer is gezegd. Het enkele feit dat [ Y ]  pepperspray in zijn ogen had en dat het donker was, betekent naar het oordeel van de rechtbank niet dat hij gedurende de gehele overval geen waarnemingen meer kon doen. De rechtbank acht de verklaring van [ Y ]  daarom betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de woning van [ Y ]  is geweest ten tijde van de overval en overweegt hiertoe het volgende.

[ Y ]  heeft in zijn woning drie mannen gezien en heeft één van de mannen herkend als de hem bekende [ X ] , verdachte. Hij heeft dit al direct bij het eerste contact met de politie verteld 6 en is ook daarin consistent gebleven. [ Y ]  heeft verklaard dat het verdachte was die meerdere keren heeft geprobeerd een prop in zijn mond te duwen.7 Hij heeft verder verklaard dat hij verdachte. die drie jaar met [ Y ]  in diens woning heeft gewoond 8 , heeft herkend aan zijn uiterlijke kenmerken, waaronder zijn gebit en een trekje rondom zijn mond. Hij heeft hierover het volgende verklaard:
"Ik zag die dikke kop van hem. Deze kon ik uit een ooghoek zien en zijn nieuwe gebit die hij in had. Hij was heel mooi kaal geschoren. ( ... ) Een nieuw gebit en deze zat fors breed in de mond. Een beetje rechtlijnig gebit. Je kunt echt zien dat hij een kunstgebit had. Deze waren allemaal mooi recht onder elkaar".
 

En
"Hij stond boven mij en probeerde mij die tot in de mond in te duwen of een handdoek ik weet het niet. Het kan zijn dat het een handschoen was die daar lag. Hij stond gebogen over mij heen en toen keek ik met mijn linkse ooghoek want mijn rechter ooghoek zal dicht, deze had ik dicht gehouden en deze was ook een beetje bebloed. lk keek hem in zijn gezicht. lk zag dat hij zich in moest spannen en toen trok hij niet zijn lippen en liet zijn gebit zien. lk kon hierdoor zijn volledige gebit zien. ik weet voor 99.9999% zeker dat dit het gebit van [ Y ] was. lk zag ook zijn gezicht. ( ...  )Dat trekje dat hij doet met zijn lippen. Als hij zich in moet spannen heeft hij een trekje met zijn lippen en laat hij zijn hele gebit zien".

Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij een kunstgebit heeft. 11

Verdachte heeft ter zitting bevestigd dat hij die bewuste nacht met twee overvallers in de richting van de woning van [ Y ]  is gereden. 12

[ Y ]  heeft verklaard dat het touw waarmee hij was vastgebonden afkomstig is uit dozen uit zijn kelder. Hij had dat touw driekwart jaar daarvoor gekocht. Niemand had in de tussentijd aan dat touw gezeten. Op een door de politie gemaakte foto van de doos met touwen herkent hij de zwarte tie-rap waarmee de verkoper de touwen had opgebost.13
 
De politie heeft forensisch onderzoek gedaan in de woning van [ Y ] . Verbalisanten hebben onder meer de volgende zaken veiliggesteld:
  - Een bundel touw waarop bloed zichtbaar was en die lag naast een bloedpoel in de hal voor de toegangsdeur, van welk touw verbalisanten constateerden dat dit touw gelijkend was op het dat zij eerder in de kelder zagen en dat dit gebruikt zou zijn om het slachtoffer vast te binden.
  - Een stuk touw, dat lag nabij de bloedpoel met daarin een knoop dat volgens verbalisanten zeer waarschijnlijk is afgesneden door de hulpverlening.
  - Een bruine riem, aangetroffen achter in de hal, die verbalisanten herkenden van aan hen getoonde beelden. 14
De politie heeft de touwen en en riem bemonsterd voor DNA-onderzoek. Uit dit onderzoek is gebleken dat DNA-materiaal is aangetroffen in de volgende bemonsteringen en dat de vergelijking van de daaruit verkregen DNA-profielen de volgende resultaten hebben opgeleverd:
  - AAOM5950NL#02 afkomstig van een deel van de riem naast de knoop: Het DNA-profiel komt overeen met het DNA-profiel uit het referentiemateriaal van verdachte. De bewijskracht is meer dan één miljard.
  - AAOM5951 NL#02, afkomstig van het losgesneden losgeknipt stuk touw met knoop: Het DNA-profiel komt overeen met het DNA-profiel uit het referentiemateriaal van verdachte. De bewijskracht is meer dan één miljard.
  - AAOM5951 NL#03, afkomstig van de buitenzijde van het stuk met knoop. Het DNA-profiel komt overeen met het DNA-profiel uit het referentiemateriaal van verdachte. De bewijskracht is meer dan één miljard.
  - AAOM5952NL#01 afkomstig van een kluwen losgesneden/losgeknipt uiteinde touw. Het DNA-profiel komt overeen met het DNA-profiel uit het referentiemateriaal van verdachte. De bewijskracht is meer dan één miljard. l5

De politie heeft het voertuig waarin verdachte die avond heeft gereden 16- een Skoda Fabia met kenteken [ kenteken ] -  op 2 november 2022 aangetroffen onder de Nelson Mandela brug te Arnhem. In dit voertuig zijn een zaklamp en een leeg pakje shag (merk: Look Out) aangetroffen. 17 Deze twee voorwerpen zijn door [ Y ]  herkend als zijn eigendom. 18 Op de zaklamp is DNA-materiaal aangetroffen dat overeenkomt met het DNA-profiel uit het referentiemateriaal van [ Y ] , met een bewijskracht van meer dan één miljard. 19

Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte niet alleen tipgever maar ook daadwerkelijk een van de overvallers van [ Y ]  was. [ Y ] , die verdachte goed kende, heeft hem als een van de overvallers herkend en duidelijk omschreven waaraan hij hem herkende. Deze verklaring wordt door verschillende bewijsmiddelen ondersteund. Verdachte heeft zelf verklaard dat hij die nacht met twee overvallers in de buurt van de woning van [ Y ]  is geweest. Uit het forensisch onderzoek volgt dat DNA-materiaal van verdachte is aangetroffen op delen van de riem en het touw waarmee [ Y ]  is vastgebonden en geslagen. In de door verdachte gebruikte auto is na de overval een zaklamp aangetroffen die [ Y ]  herkent als zijn eigendom en waarop DNA-materiaal van [ Y ]  is aangetroffen.
De verklaring van verdachte dat zijn DNA op de touwen is aangetroffen. omdat hij de touwen  toen hij daar woonde heeft opgerold, vindt geen ondersteuning in andere bewijsmiddelen en wordt weersproken  door de verklaring van [ Y ] .Daarbij komt dat aanvullend DNAonderzoek is verricht op de touwen die afkomstig zijn uit dezelfde, in de woning aangetroffen, partij, maar die niet bij de overval zijn gebruikt. Daaruit blijkt dat in geen van de acht monsters die daarvan - zo verspreid mogelijk - zijn afgenomen DNA-materiaal is aangetroffen dat afkomstig kan zijn van verdachte.20 Ten aanzien van het DNA op de bij de overval gebruikte riem heeft verdachte gezegd dat die niet van hem is en verder geen andere verklaring gegeven dan dat zijn lichaamsmateriaal daar wellicht op is gekomen toen bij daar woonde. Ook ten aanzien van het aantreffen van DNA-materiaal van [ Y ]  op de led lamp die is aangetroffen in de door verdachte gebruikte auto en waarvan verdachte betwist dat hij eigendom is van [ Y ] , heeft hij geen aannemelijke, onderbouwde of toetsbare verklaring gegeven en daarover, voor het eerst ter terechtzitting, niet anders verklaard dan dat [ Y ]  en hij toen hij daar woonde elkaars lampjes wel eens gebruikte.
Al met al vindt de rechtbank - in weerwil van de verklaringen van verdachte en de daarop gestoelde verweren - in de resultaten uit het DNA onderzoek een ondersteuning in de verklaring van [ Y ] .

Zwaar lichamelijk letsel
Zoals vaststaat heeft [ Y ]  als gevolg van de woningoverval een incomplete dwarslaesie opgelopen. Gelet op de aard en de ernst van het letsel, de aard en de duur van de medische behandeling en het feit dat er geen uitzicht is op volledig herstel, is de rechtbank van oordeel dat [ Y ]  zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. De rechtbank acht bewezen dat dit letsel het gevolg is van het geweld tijdens de overval, met name het pepperen, waarna [ Y ]  viel, met mogelijk een verdere verslechtering door het daarna nog uitgeoefende geweld. Onvoldoende zeker is of de dwarslaesie mede het gevolg is van het vastbinden de vrijheidsbeneming zodat verdachte ten aanzien van feit 2 van dit onderdeel zal worden vrijgesproken.

Medeplegen
De rechtbank acht op grond van de voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met anderen naar de woning van [ Y ]  is toe gegaan. Zij hebben de woning betreden en bij het zien van [ Y ]  is door twee van hen pepperspray gebruikt. [ Y ]  is hierdoor ten val gekomen. [ Y ]  is vervolgens vastgebonden en meermalen met een riem geslagen. Verdachte heeft meerdere keren geprobeerd een prop in de mond van [ Y ]  te duwen. [ Y ]  is hierbij meerdere keren gevraagd om de locatie van het geld en de kluissleutel. Uiteindelijk hebben verdachte en zijn mededaders een aantal pakjes shag (merk: Look Out), een iPhone 6 en zaklamp meegenomen en [ Y ]  bloedend en vastgebonden achtergelaten.

Conclusie
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde woningoverval en ( feit 1 ) en de wederrechteliike vrijheidsberoving van [ Y ]  (feit 2 ).
   
3.    De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend  bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
l .
hij op of omstreeks 26 augustus 2022 te [ plaats ] , gemeente [ gemeente ] ,  in elk geval in Nederland, omstreeks 02.15 uur, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning  aan de [ adres ] , heeft weggenomen één of meerdere verpakkingen shag (van het merk Look Out) en/of mobiele telefoon (te weten: i Phone 6. van het merk Apple) en/ een (zak)lamp, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [ Y ] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verachte of zijn mededader(s) zich de toegang toit de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [ Y ] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden. gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan  zichzelf en/of zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren.
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond. dat hij, verdachte, en/of  zijn mededader(s)
-    de woning van die [ Y ]  is/zijn binnengedrongen en/of
-    één of meerdere ke(e)r(en) met de pepperspray of traangas in de ogen, althans in de richting  van die [ Y ] heeft/hebben gespoten (waardoor hij struikelde, althans viel en met zijn hoofd tegen een tafel, althans meubilair, is gevallen) en/of
-    (nadat die [ Y ]  in de hal van de woning op de grond is gevallen en niet meer kon opstaan) de polsen en of handen van die [ Y ]  met een touw en/of riem hebben vastgebonden en/of 
-     een of meerdere ke(e)r(en) die [ Y ]  met een (ijzeren gesp van een) riem, althans een voorwerp in het gezicht, althans tegen het hoofd, heeft/hebben geslagen en/of die [ Y ] heeft/hebben geslagen en/og geschopt tegen het hoofd en/of lichaam en/of
-    een riem om de hals en/of nek van die [ Y ]  heeft/hebben gedaan en/of  die riem een of meerdere ke(e)ren hebben aangetrokken en/of
-    (daarbij) één of meerdere ke(e)r(en) heeft/hebben  geroepen: "Waar heb je het geld verstopt?", althans woorden van gelijke aard en/of strekking  en/of  die  [ Y ]  hebben gevraagd naar de kluissleutel. ten gevolge waarvan die [ Y ]  zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen. te weten een incomplete traumatische dwarslaesie;

2.
hij op of omstreeks 26 augustus 2022 te [ plaats ] , gemeente [ gemeente ], in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen  opzettelijk [ Y ]  wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en beroofd gehouden. immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s)
-   één of neerdere ke(e)r(en) met de ppeerspray of traansgas in de ogen, althans in de richting van die { Y } heeft/hebben gespoten (waardoor hij struikelde, althans viel, en met zijn hoofd tegen een tafel, althans meubilair, is gevallen en/of
-  (nadat die [ Y ]  in de hal van de woning op de grond is gevallen en niet meer kon opstaan) de polsen en/of handen van die [ Y ]  met een touw, en/of riem heeft/hebben vastgebonden, ten gevolge waarvan die [ Y ] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen, te weten een incomplete traumatische dwarslaesie

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.    De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

feit 1
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

feit 2, in eendaadse samenloop met feit 1:
opzettelijk iemand van de vrijheid beroven, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

5.    De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.    De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is  die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7. De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel 

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren.

Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren gelet op vergelijkbare zaken een te hoge eis voor gevangenisstraf is. De raadsman heeft gevraagd een lagere, deels voorwaardelijke, gevangenisstraf op te leggen, met bijzondere voorwaarden conform het advies van de reclassering.

De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan.

Verdachte heeft samen met anderen een gewelddadige woningoverval gepleegd. Het slachtoffer was een persoon die verdachte eerder onderdak had geboden en bij wie hij jarenlang als huurder in huis had gewoond. Het slachtoffer heeft door deze aanval zwaar lichamelijk letsel opgelopen. namelijk een incomplete dwarslaesie. Dit letsel is van blijvende aard en het slachtoffer zal naar verwachting blijvend onder de daaruit voorvloeiende beperkingen moeten lijden. Ook is [ Y ]  een tijd van zijn vrijheid beroofd geweest en is hij door de overvallers bloedend en vastgebonden aan zijn lot overgelaten. De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij geen  verantwoordelijkheid neemt voor zijn deelname aan de woninginval. Het gaat om zeer ernstige feiten. Verdachte lijkt geen berouw te tonen en lijkt geen besefte hebben van de ernstige gevolgen van zijn handelen. Deze proceshouding van verdachte neemt de rechtbank ten nadele van de verdachte mee bij de strafdoening.

De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van  verdachte en de volgende documenten:
- Uittreksel Justitiële documentatie d.d. 13 februari 2024:     
- Reclasseringsadvies van Fivoor d.d. 20 februari 2024.

Uittreksel Justitiële documentatie
Uit het uittreksel volgt dat verdachte voorafgaand aan het begaan van het bewezenverklaarde herhaaldelijk is veroordeeld ter zake van opium- en geweldsdelicten. Deze eerdere veroordelingen hebben verdachte er kennelijk niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te begaan. ook volgt uit het uittreksel dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. Hiermee houdt de rechtbank in het voordeel van verdachte rekening.

Reclasseringsadvies
De reclassering heeft in haar advies opgemerkt dat verdachte eerder zijn medewerking heeft geweigerd, maar mede op advies van zijn advocaat heeft gesproken met de reclassering. De reclassering heeft geconcludeerd dat er sprake is van delictgerelateerde factoren op meerdere leefgebieden. Ook is verdachte gediagnostiseerd met meerdere stoornissen en toont hij geen empathie richting het slachtoffer. Eerder heeft verdachte onder toezicht van de reclassering gestaan, maar dat is voortijdig negatief beëindigd. De reclassering concludeert verder dat zij twijfelt over de haalbaarheid van interventie door de reclassering.

Straf
Volgens de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS wordt als uitgangspunt voor een overval in een woning, in het geval van licht een gevangenisstraf van drie jaar jaren gehanteerd en in het geval van zwaarder geweld een gevangenisstraf van vijf jaar.
Naast de eerder genoemde persoonlijke omstandigheden van verdachte en zijn strafblad  de rechtbank in dit geval als extra strafverzwarende factoren mee dat de overval in vereniging is gepleegd, dat serieus geweld is gebruikt met zeer ernstige gevolgen en dat het slachtoffer, vastgebonden en half verlamd, aan zijn lot is overgelaten. Het slachtoffer heeft blijvende ernstige beperkingen opgelopen. Ook weegt de rechtbank mee dat hier sprake is van een kwetsbaar slachtoffer en dat verdachte de overval, puur uit geldlust,  heeft gepleegd bij iemand door wie hij eerder in huis was opgenomen.

Alles overziend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, passend en geboden is.

Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling. als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.    De beoordeling van de civiele vorderingen

De benadeelde partij [ Y ]  (slachtoffer) heeft in verband met het tenlastegelegde  een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 205.800,00 aan materiële schade en € 230.000,00 aan smartengeld. allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.

De vordering is opgebouwd uit de posten zoals weergegeven in onderstaande schadestaat. In de opbouw van de vordering is rekening gehouden met eventueel in de toekomst opkomende en of verder oplopende schadeposten. De rechtbank wordt verzocht om de benadeelde partij voor deze in de toekomst opkomende of verder oplopende schade vooralsnog niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering. Deze schade staat hieronder vermeld in de kolom 'schade (n-o)
 

Schadepost   Schade (totaal)   Schade (toewijzen)   Schade (n-o)
Kleding  € 50,00  € 50,00  €  
Medische kosten  € 30.000,00  € 767,87  € 29.232,13
Hulpmiddelen  € 30.000,00  € 561,32  € 29.438,68
Ziekenhuis- en  € 15.000,00  € 1.652,00  € 13.348,00
revalidatiedaggeldvergoeding            
Eigen bijdrage WLz  € 20.000,00  € 7.493,00  € 12.507,00
Auto  € 80.000,00  € 8.000,00  € 72.000,00
CBR-keuring  € 750,00  € 414,57  € 335,43
Verlies zelfwerkzaamheid  € 30.000,00  € 22.850,00  € 7.150,00
Smartengeld  € 230.000,00  € 200.000,00  € 30.000,00
Totaal  € 435.800,00  € 241.788,76  € 194.011,24
             


De benadeelde partij [ Y1 ]  (zoon van het slachtoffer) heeft in verband met het tenlastegelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 15.000.00 aan smartengeld (affectieschade), vermeerderd niet de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.

De benadeelde partij [ Y2 ]  (dochter van het slachtoffer) heeft in verband met het tenlastegelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 15.000,00 aan smartengeld (affectieschade), vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.

Standpunten
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van de vordering van [ Y ]  op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij voor zover die ziet op materiële schade kan worden toegewezen met toekenning an de wettelijke rente, en vordert  oplegging  van de schadevergoedingsmaatregel. De officier van justitie heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de hoogte van het smartengeld.
Ten aanzien van de vorderingen van [ Y1 ] en [ Y2 ]  heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen kunnen worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente. Hij heeft oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.

De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij [ Y ]  niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard vanwege de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat bij de schadepost medische kosten sprake is van een dubbeltelling, omdat het bedrag onder 'eigen risico' en het bedrag onder 'eigen rekening' op hetzelfde ziet. Slechts € 382,87 is toewijsbaar: het meerdere dient te worden afgewezen. Ten aanzien van de eigen bijdrage WIz vanaf het jaar 2024 tot het jaar dat de benadeelde partij 100 jaar is dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard. Er is sprake van toekomstige schade die vanwege onduidelijkheden en onzekerheden moeilijk te berekenen is, waardoor dit deel van de schadepost een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Ook is een levensverwachting van 100 jaar niet reëel. Voor de eigen bijdrage Wlz over de jaren 2022 (€ 42.00) en 2023 (€ 312,00) refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank. Het bedrag van € 8.000,00 voor de auto en de vergoeding voor de CBR-kosten dienen te worden afgewezen, omdat het geen rechtstreekse schade betreft. Daarnaast zijn de CBR-kosten onvoldoende onderbouwd. Ten aanzien van het verlies zelfwerkzaamheid heeft de verdediging zich gerefereerd aan het gevorderde bedrag over de jaren 2022-2023, maar voor zover sprake is van toekomstige schade dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard vanwege een onevenredige belasting van het strafproces. De verdediging heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de materiële posten kleding, hulpmiddelen en ziekenhuis- en revalidatiedaggeldvergoeding. Ten aanzien van de immateriële schade heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat het toewijsbare bedrag aanzienlijk dient te worden gematigd. De door de benadeelde partij aangehaalde strafzaken zijn in veel factoren ernstiger dan de onderhavige strafzaak. Daarnaast heeft de benadeelde partij niet voldaan aan zijn schadebeperkingsplicht vanwege zijn onwil om poliklinisch te revalideren.
De vorderingen van de benadeelde partijen [ Y 1]  en [ Y2 ]  dienen te worden afgewezen danwel dienen de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te worden verklaard.

Overweging van de rechtbank

Ten aanzien van de vordering van .[ Y ]
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks materiële schade heeft geleden.

De volgende posten zijn niet weersproken door de verdediging. Zij zijn voldoende onderbouwd en komen de rechtbank billijk voor. zodat deze posten geheel zullen worden toegewezen:
- kleding € 50.00:
- hulpmiddelen € 561 ,32:
- ziekenhuis en revalidatiedaggeldvergoeding € 1.652,00.

De posten waarop door de verdediging is gevoerd zullen hieronder afzonderlijk worden besproken.

Medische kosten
Ter zitting heeft de advocaat van de benadeelde partij erkend dat sprake is van een dubbeltelling. De rechtbank zal een vergoeding voor de gemaakte medische kosten toewijzen tot een bedrag van € 385,00. Het meerdere (€ 382,87) zal worden afgewezen.

Eigen bijdrage Wlz:
De verdediging heeft geen verweer gevoerd tegen het feit dat in de onderbouwing bij deze schadepost rekening is gehouden met toekomstige schade aangezien de benadeelde partij blijvend op Wlz-zorg is aangewezen. De rechtbank volgt de door de advocaat van de benadeelde partij gehanteerde berekening. In de gehanteerde rekentool is rekening gehouden met een corrigerende factor met betrekking tot de overlevingskans van het slachtoffer. Dat de eigen bijdrage in de toekomst kan stijgen of dalen maakt niet dat de rechtbank het schadebedrag niet kan schatten op het bedrag zoals is gesteld en (voldoende) is onderbouwd door de benadeelde partij. De rechtbank zal deze schadepost (€ 7.493,00) dan ook toewijzen.

Auto:
De benadeelde partij heeft ten gevolge van het bewezenverklaarde een aangepaste auto nodig. zodat causaal verbaal tussen het strafbare feit en de geleden schade voldoende is komen vast te staan. De rechtbank zal deze schadepost (€ 8.000.00) toewijzen.

CBR-keuring
De kosten die gepaard zullen gaan met een CBR-keuring staan in voldoende rechtstreeks verband met het bewezenverklaarde feit en zijn voldoende onderbouwd. De rechtbank zal deze schadepost (€ 414,57) dan ook toewijzen.

Verlies zelfwerkzaamheid
In de onderbouwing is rekening gehouden met toekomstige schade. Dat sprake is van toekomstige schade is door de verdediging onvoldoende weersproken. In de onderbouwing wordt onder verwijzing naar het arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 5 augustus 2014 rekening gehouden met een eindleeftijd van 75 jaar. De rechtbank acht het op zijn plaats om een eindleeftijd van 75 jaar als uitgangspunt te nemen en zal deze schadepost (€ 22.850.00) toewijzen.

Smartengeld
Op grond van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft de benadeelde partij recht op vergoeding van de immateriële schade, aangezien uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting voldoende is gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte lichamelijk letsel heeft opgelopen.
De begroting van immateriële schade geschiedt naar billijkheid met inachtneming van alle omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de aansprakelijkheid en de ernst van het aan de aansprakelijke te maken verwijt, alsmede de aard van het letsel, de ernst van het letsel (waaronder de duur en de intensiteit), de verwachting ten aanzien van het herstel en de leeftijd van het slachtoffer. Voorts dient de rechter bij de begroting. indien mogelijk. te letten op de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen zijn toegekend.
Ten gevolge van de nachtelijke woningoverval heeft het slachtoffer een incomplete dwarslaesie opgelopen. Ten aanzien van de verwijtbaarheid van verdachte overweegt de rechtbank dat de dwarslaesie, naar het zich laat aanzien, feitelijk het gevolg is van de val die het slachtoffer gemaakt heeft toen hij werd aangevallen met pepperspray. Deze aanval was er naar alle waarschijnlijkheid niet op gericht om het slachtoffer (dergelijk ernstig) lichamelijk letsel toe te brengen. Aan de andere kant hebben verdachte en medeverdachten na de val, terwijl het slachtoffer weerloos op de grond lag, nog fors geweld op hem uitgeoefend en hem gekneveld. Vervolgens is het slachtoffer in hulpeloze toestand achtergelaten. Het slachtoffer wordt dagelijks geconfronteerd met zijn beperkingen ten gevolge van de dwarslaesie en is  aangewezen op hulp van derden. Ook heeft hij last van constante hevige pijnklachten Er is geen uitzicht op herstel: het letsel is ernstig en blijvend. Uit de Wlz-indicatie valt immers af te leiden dat het slachtoffer de rest van zijn leven blijvend is aan aangewezen op 24 uur per dag zorg in de nabijheid of permanent toezicht. Als gevolg van deze afhankelijkheid van intensieve hulp en zorg. kan het slachtoffer niet meer zelfstandig zijn eigen bedrijf voortzetten en zijn eigen huishouden doen. Ten tijde van de woningoverval was het slachtoffer 62 jaar oud. De rechtbank overweegt dat het slachtoffer de middelbare leeftijd heeft bereikt en ouder is dan enkele slachtoffers in door de advocaat van de benadeelde partij aangehaalde jurisprudentie, maar nog een flink aantal jaren voor zich heeft waarin hij moet leven met de gevolgen van de woningoverval. De rechtbank heeft acht geslagen op de schadevergoedingen die in vergelijkbare gevallen door rechters zijn toegekend, zoals onder  meer de toegekende schadevergoedingen in de volgende zaken ECLI:NL:GHAMS:2019:1299ECLI:NL:GHAMS:2020:3077ECLI:NL:RBNNE:2018:822 en de daarin genoemde andere rechtspraak: ECLI:NL:RBOBR:2023:4691.
Alles afwegende zal de rechtbank het smartengeld vaststellen op € 165.000,00.

Schade (n-o)
Het vaststellen an de toekomstige of verder oplopende schade (zoals genoemd in de derde kolom 'schade n-o' van de hierboven vermelde schadestaat) zou een onevenredige belasting van het strafgeding betekenen. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering 'van de 'extra bedragen ' zoals aangegeven in de derde kolom 'schade (n-o') van de bovenstaande schadestaat voor zover het materiële schade betreft. De rechtbank zal het 'extra bedrag' dat gevorderd is voor de immateriële schade afwijzen. De rechtbank heeft bij de vaststelling van het toewijsbaar bedrag aan smartengeld ook rekening gehouden met toekomstig leed.

Ten aanzien van de vorderingen van  [ Y1 ]  en  [ Y2 ] 
Smartengeld (affectieschade).

Affectieschade is de immateriële schade die bestaat uit het verdriet en de pijn die is veroorzaakt doordat een persoon waarmee men een affectieve band heeft, (zeer) ernstig blijvend letsel heeft opgelopen of is overleden. De rechtbank stelt vast dat de kinderen van het slachtoffer.  [ Y1 ]  en  [ Y2 ] , tot de kring van gerechtigden tot affectieschade behoren. Dat het letsel van het slachtoffer ernstig en blijvend is, is hiervoor reeds overwogen. De gevolgen hiervan hebben niet alleen een grote impact op het leven van het slachtoffer, maar ook op dat van zijn kinderen, wat ook niet door de verdediging is weersproken en hetgeen blijkt uit de onderbouwing van de vorderingen. [ Y1] , de zoon van het slachtoffer, heeft onder andere te kampen met burn-outklachten. waardoor hij twee maanden niet heeft kunnen werken. [ Y2 ] , de dochter van het slachtoffer. heeft zich gedwongen gezien te stoppen met haar HBO-opleiding. Uit artikel 1 van het Besluit vergoeding affectieschade volgt dat meerderjarige niet-thuiswonende kinderen van een gekwetste, die door een misdrijf ernstig en blijvend letsel heeft opgelopen, aanspraak maken op een (forfaitaire) vergoeding van € 15.000,00.
De rechtbank zal de vorderingen van [ Y1 ]  en [ Y2 ]  dan ook toewijzen.

Ten aanzien van alle vorderingen

Wettelijke rente


Verdachte is in alle gevallen wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd vanaf de dag dat de schade is ingetreden. De ingangsdatum van de wettelijke rente is per schadepost in onderstaand schema weergegeven.

Schadepost Ingangsdatum wettelijke rente
Kleding Vanaf 26 augustus 2022 over een bedrag
  van € 50,00 (datum delict)
Medische kosten Vanaf 1 augustus 2023 over een bedrag van 
  € 385,00 (zorgkosten t/m juli 2023)
Ziekenhuis- en Vanaf 11 november 2022 over een bedrag 
revalidatiedaggeldvergoeding van € 1.652,00 (datum ontslag St. 
  Maartenskliniek)
Eigen bijdrage Wlz vanaf 1 januari 2023 over een bedrag van
  € 42,00 (eigen bijdrage Wlz jaar 2022)
  vanaf 1 januari 2024 over een bedrag van
  € 7.451,00 (eigen bijdrage Wlz jaar 2023 en
  verder)
Auto vanaf 20 juni 2023 over een bedrag van
  € 8.000,00
CBR-keuring .7 maart 2024
Verlies zelfredzaamheid vanaf 1 januari 2023 over een bedrag van 
  € 587,00 (jaar 2022)
  vanaf 1 januari 2024 over een bedrag van
  €22.263,00 (vanaf jaar 2023 e.v.)
Smaretngeld [ Y ]  Vanaf 26 augustus 2022 over een bedrag
  van € 165.000,00 (datum delict)
Smartengeld [ Y1 ]  Vanaf 26 augustus 2022 over een bedrag
  van € 15.000,00 (datum delict)
Smartengeld [ Y2 ] Vanaf 26 augustus 2022 over een bedrag
  van € 15.000,00 (datum delict)

 
Schadevergoedingsmaatregel
Ten aanzien van alle benadeelde partijen ziet de rechtbank aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partijen toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

Proceskosten
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen in deze procedure hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om de toegewezen bedragen betaald te krijgen. De proceskosten tot vandaag worden begroot op nihil.

Hoofdelijkheid
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachten ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachten de schade hebben vergoed.

9.    De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 36f, 47, 55, 63, 282, 312 van het Wetboek van Strafrecht.

10.    De beslissing

De rechtbank.

•    verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde. zoals vermeld onder 'De bewezenverklaring heeft begaan:

•    verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij:

•    verstaat dat het aldus   oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder 'De kwalificatie van het  bewezenverklaarde':

- verklaart verdachte hiervoor strafbaar:

- veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) jaren:

- beveelt dat de tijd. door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht. bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht:

- veroordeelt verdachte in verband met de bewezenverklaarde feiten tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [ Y ]  van € 41.405,89 aan materiële schade en € 165.000,00 aan smartengeldtelkens vermeerderd met de  wettelijke rente vanaf de data zoals weergegeven in het onderstaand schema tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald:

 

Schadepost   Toewijsbaar bedrag Ingangsdatum  
      wettelijke rente  
Kleding  € 50,00 vrijdag 26 augustus 2022  
Medische kosten  € 385,00 dinsdag 1 augustus 2023  
Hulpmiddelen  € 561,32 donderdag 6 juli 2023  
Ziekenhuis- en   € 1.652,00 vrijdag 11 november 2022  
revalidatiedaggeldvergoeding        
Eigen bijdrage Wlz  € 42,00 zondag 1 januari 2023  
Auto  € 7.451,00 zondag 1 januari 2023  
CBR-keuring  € 8.000,00 dinsdag 20 juni 2023  
Verlies zelfredzaamheid 414,57 donderdag 7 maart 2024  
    22.263,00 maandag 1 januari 2024  
Smartengeld [ Y ]   € 165.000,00 vrijdag 26 augustus 2022  
         

-  wijst de vordering tot materiële schade ad € 382.87 (medische kosten) af:

- verklaart de benadeelde partij [ Y ]  voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade:

- wijst de vordering tot smartengeld voor het overige af:

- veroordeelt verdachte in verband met de bewezenverklaarde feiten tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [ Y1 ]  van € 15.000,00 aan smartengeld. vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 augustus 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald:

- veroordeelt verdachte in verband met de bewezenverklaarde feiten tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [ Y2 ]  van € 15.000,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 augustus 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;

- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen in deze procedure hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om het  toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul:

- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hierna te noemen bedragen aan materiële schade/smartengeld te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de data zoals hierboven weergegeven tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald. kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt:

 

Benadeelde partij   Bedrag Aantal dagen gijzeling
[ Y ]  206.405,89 319
[ Y 1 ]  15000,00 23
[ Y2 ]  15000,00 23

- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd:

- bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.

Dit vonnis is gewezen door mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. H.C. Leemreize en mr. M. Wevers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Damen en mr. E.M. Breed, griffiers en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 maart 2024.

Griffier Breed is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
 
1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door A.M.J. Erens (17510201) van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal. dossiernummer PL06002022391650. gesloten op 24 januari 2023 en bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processenverbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina's van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2 Proces-verbaal van aangifte. p. 59-62; proces-verbaal van verhoor aangever, p. 69-71 en proces-verbaal van bevindingen, p. 53.
3 Proces-verbaal van verhoor aangever, p. 72; proces-verbaal van bevindingen. p. 140.
4 Rapportage forensisch medisch onderzoek, p. 24.
5 Rapportage forensisch medisch onderzoek, p. 3 1 .
6. Proces verbaal van bevindingen. p 27
7. Proces-verbaal van bevindingen. p. 35 en proces-verbaal van verhoor aangever, p. 70 
8. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 februari 2024.
9 Proces-verbaal van aangifte. p. 63 
10. Proces-verbaal van verhoor aangever. p. 66.
11. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 februari 2024.
12 De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 februari 2024 
13.Proces-verbaal van verhoor aangever. p. 82-83.
14 Proces-verbaal van bevindingen. p. 147-151.
15 NFI rapport d.d. 9 september 2022, p. 200-201.
16 De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 februari 2024.
17 Proces-verbaal van bevindingen. p. 253-254.
18 Proces-verbaal van bevindingen. p. 262.
19 NFI rapport d.d. 20 januari 2023, ongenummerd.20 Schriftelijk bescheid. ongetekend proces-verbaal forensiqch onderzoek woning (Woerdsestraat 27 Altforst) van 3 juni 2023: NFI rappott d.d. 4 september 2023, ongenummerd.

Met dank aan de heer mr. B. Pernot, REX Advocaten voor het inzenden van deze uitspraak. 

Citeerwijze: www.letselschademagazine.nl/2024/RBGLD-070324